eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5526. 1641 december 27. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Alles is hier in vreuchde, ballets, musique ende comediën. Men maeckt oock preparaten voor Catelagne. Maer ondertuschen zijn van nieuws negen galeien met volck, vivres ende amunitie aengecomen voor de Spaignaerden te Coleuvre.2 Ontrent Canette3 is oock een rencontre geweest, met weinigh schade aen beide zijden.

    Van Hohentwiel vallen de discoursen verscheiden. Wij hooren dat de belegerde verscheide geluckige uitvallen hebben gedaen, eenige stucken geschuts vernagelt, eenige tonnen buscruit verbrandt, personen gedoot ende gevangen. Maer oock verstaen wij dat de belegeraers dagelijcx stercker werden ende 't casteel zeer naederen, dat d'heer Erlach4 als te weinigh machts hebbende niet en derft verschijnen in het velt, maer alleen de garnisoenen van de Waldsteden5 versterckt. Men zegt oock dat den hertogh van Beyeren6 groote lichtingen wil doen tot zesduizent te voet, vierduizent te paerd. Hertogh Carel is te Straesburg met de Cantecroi,7 zijn volck in de garnisoenen van de Elzas ende voorts bij de Meuzel, houdende alle die quartieren ende Lorraine onder contributie. Den coninck heeft de jurisdictie over 't lant van Lorraine ende Barrois gegeven aen zijn parlement te Metz, teniet doende de raedcamer die bij zijne Maiesteit voor dezen in Lorraine was gestabilieert.

    Uit Portugael zijn advyzen dat de drie Sweedsche schepen daer zijn gearriveert; dat het bestant met de Vereenigde Nederlanden8 is gepubliceert. Men voegt daerbij dat een scheepstrijd zoude zijn geslagen bij Capo de St. Vincent9 tusschen de Hollanders, gevoecht met de Portugezen, ende de Spaignaerden; ende dat de beginselen goed waeren, maer dat de Hollanders bij de Portugezen zijn verlaeten ende alzoo de schade geëffent. Maer hiervan zal buiten twijffel zeeckerder tijdinge zijn in Hollant, gelijck oock van de zaecken van Engelant ende van Yrlant, dewelcke ick daerom voorbij zal gaen, maer alleenlijck zeggen dat den ambassadeur van Vrancrijck in Switzerlant10 in de vergadering die nu gehouden werdt te Solthurn,11 presen-

    698

    teert het graefschap van Bourgogne te stellen in neutraliteit voor zes maenden, de keizersche begerende dat de neutraliteit duire tot de generale vrede.

    Den ambassadeur van Vrancrijck te Rome12 vordert noch niet veel in de zaecken van den hertogh van Parma,13 alzoo den paus hoochdragende vanwegen zijne victorie ende wapenen wilt dat den hertogh van Parme come verzoecken vergiffenis ende absolutie, eenige plaetzen stelle in handen van de kerck, de fortificatie weghneme, de costen van het oorlogh betaele ende zijne crediteurs contentere met gereed geld.

    De princesse Anne van Mantoue14 is te Mechelen ende die van Bossu15 heeft van de sententie van den eertsbisschop van Mechelen,16 tegen haer huwelijck met den hertogh van Guise gewezen, geappelleert te Rome.

    Den baron d'Ossenville ende Stella17 zijn onlancx in mondelinge conferentie geweest met den marquys van Bade.18

    De gravinne van Guébrian19 zeit dat de Fransche trouppes die gedestineert waeren te gaen nae den Rijn, haer vougen met den marescal Torstenzon.20 Wij verstaen oock dat Haetzfeld21 het casteel Ma[n]sfeld becomen heeft door verraedt ende dat eenige schepen uit Spaegnië ende Nizze te Monaco zijn vastgehouden zijnde daer gecomen, eer zij wisten van de verandering.

    27 Dec. 1641.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 27 Decemb. 1641 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 24f. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Copie Stockholm, RA, E 1014, coll. J.A. Oxenstierna ser. B II (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 7 januari 1642, ontvangen te Stralsund dd. 10/20 januari 1642); de spelling in de copie wijkt veelal af van die in het hs. Tezamen met no. 5527 beantw. dd. 6 januari 1642 (dl. XIII).
    2 - Collioure.
    3 - Canet in Roussillon.
    4 - Johann Ludwig von Erlach, goeverneur van Breisach (no. 4994 n. 15).
    5 - Waldshut, Laufenberg, Säckingen en Rheinfelden.
    6 - Maximiliaan I, keurvorst van Beieren.
    7 - Karel IV, hertog van Lotharingen, met Béatrice de Cusance, prinses van Cantecroix (no. 5041 n. 7).
    8 - Het verdrag tussen Portugal en de Republiek was gesloten op 12 juni 1641 (no. 5225 n. 3).
    9 - Cabo de São Vicente, in het zuidwesten van de Algarve.
    10 - Jacques Le Fèvre de Caumartin (no. 5015 n. 5).
    11 - Landdag te Solothum (9-12 december 1641); zie ook no. 5524 n. 8.
    12 - François Du Val, markies van Fontenay, genaamd Fontenay-Mareuil (no. 5119 n. 34).
    13 - Odoardo Farnese, hertog van Parma.
    14 - Anna Gonzaga (no. 5218 n. 15).
    15 - Honorée de Glymes, weduwe van Albert-Maximilien de Hénin, graaf van Bossu(t).
    16 - Jacques Boonen.
    17 - Paul Le Prévost, baron van Oysonville (no. 4994 n. 16), en Johannes Tilmanus Stella (no. 5283 n. 3).
    18 - Friedrich V, markgraaf van Baden-Durlach (no. 5524 n. 4).
    19 - Renée du Bec-Crespin († 1659), echtgenote van Jean-Baptiste de Budes, graaf Guébriant; vgl. NBG XXII, kol. 356vv. Haar mededeling is niet juist.
    20 - Lennart Torstensson (no. 5176 n. 4).
    21 - De keizerlijke veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen (no. 5025 n. 11).