eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    5733. 1642 mei 31. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Aengaende onze tweede zoon,2 men zoude op het stuck van zijn huwelijck beter connen letten, als men zage dat hij middel had om zijne familie te onderhouden, ende dat zonder eenige dingen te doen die mij zoude[n] mishaegen ende hem oneerlijck zijn, gelijck nu veel in de regiering geschiet. Ick bidde uEd. met de vrunden over te leggen off hij t'Amsterdam eenigh beginzel van emploi can becomen ende alzoo met trappen voortraecken. Want dat die personen die hem dusverre hebben geëngageert, van hem verder nae haere phantasie zullen willen disponeren, houde ick zeecker.

    Ick bidde uEd. oock dat mijne particuliere papieren zonder uitstel in het Duitsch gedruckt werden, 'twelck des te noodiger is, omdat ick gezien heb het boeck van Jacob Laurensse.3 Ick weet niet waerom mijn broeder de Groot hem hierin t'zoecken maect.

    Van Engelant zijn de advisen die wij hier gehadt hebben, conform de onze. Doch men vougt daerbij dat den coning is gegaen nae Londen, apparentelijck om zich te vougen nae den tijd, 'twelck wel schijnt noodigh te zijn, alzoo hem alle uitheemsche hulpe failleert.4 Ick gelove met uwe Ed. dat de Hollanders al te vasthoudende zijn dan dat zij Sint Thomé off Sint Paul aen de Portugezen zouden geven. Ende zal zeer verlangen om te weten 'tgunt in Oost-Indië zal zijn gepasseert.

    31 Mey 1642.

     

    Wij hebben hier, God zij gelooft, den marescal Horn5 in zoo goede gezondtheit ende vigeur als sijne Excellentie oit heeft gehadt.

     

    Ondertusschen crijgen wij hier verscheide quaede tijdingen. De principale is dat den graef van Guiche den zesendetwintichste dezer het heele leger heeft verloren, zoodat van achtduizent niet wel duizent en zijn gesalveert. 't Gevecht heeft geduirt van vier uiren naemiddagh tot acht uiren 's avonts in een bourg genaemt Haincourt, twee mijlen van Guise, alwaer den grave van

    243

    Guiche met zijn volck zich hadde gelogeert.6 Artillerie ende bagagie zijn verloren. Don Melos ende Becx hadden nae 't innemen van Bassee zich gesepareert ende 't gerucht laeten gaen dat zij Calis wilden belegeren, waerover monsieur d'Harcourt nae 't Boulonois toe was gegaen. Maer deze tijding hoorende is terstont teruggegetrocken met twaelffduizent man ende verwacht renfort van de ban ende arrière-ban uit de naebuirige provinciën, waertoe wat tijds zal van noode zijn, ende is te beduchten dat den vijant daerentuschen sterck bij de twintichduizent man eenige plaetze zal belegeren ofte eenige inval doen.

    Daerenboven is Motte-Odincourt belet Tortose te belegeren7 ende heeft eenige schade geleden, gelijck oock den grave van Suse gedwongen is te scheiden uit het belegh van het casteel Melisse in 't bisdom van Basel.8

    Jan de Waert vergadert een leger in Swabe,9 waertegen monsieur d'Ossenville10 alle de plaetzen van de Elsas sterckt ende voorziet. Den hertogh Carel is geweest bij de gedeputeerden te Mentz11 ende zijn volck met ses keizersche regimenten vougen haer bij de Beyerschen om te gaen nae 't Stift van Colen. Du Hallier van die buiren ontslagen zijnde schijnt Dieuse12 te willen belegeren.

    Wij verstaen dat die van Erford eenige keiserschen te Rudelstad overvallen hebben ende zeshondert paerden becomen.13

    Die van Milan dreigen Casal te belegeren. Den hertogh van Bouillon bereid zich om in 't velt te comen in Piedmont.14 Den hertogh van Parme defendeert zich noch tegen den paus. Heeft ontrent zevenduizent man, gestijft door het gelt van Venegië, Florence, Modena. Den coninck van Vrancrijck hoopt Perpignan te hebben t'einde van Iunius. Daerentegen den coninck van Spaegnie belooft secours aen de belegerde.

    Wij hooren nu dat het getal van de dooden bij Haincourt wat minder is,15 alzoo veelen haer toonen tot Catelet ende op andere plaetzen, die haer door de vlucht hebben gesalveert. Wij verstaen oock dat het volck van du Halier zich bij den grave van Harcourt zullen vougen.

    Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant, in Den Hage. Port.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, deze 31 Mey 1642 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 27h. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Antw. op no. 5725, beantw. d. no. 5743.
    2 - Pieter de Groot had een grote liefde opgevat voor een dochter uit een Delfts regentengeslacht; vgl. no. 5245 (dl. XII) en no. 5618.
    3 - Met het openbaar maken van de Autentycque stucken, raeckende de saecke van den heer Hugo de Groot ... (BG no. 889) hoopte Grotius een einde te maken aan de laster die tegen hem in de Republiek werd uitgesproken. Het meest recente voorbeeld daarvan was het geschrift Hugo Grotius papizans van de Amsterdamse predikant Jacob Laurentius.
    4 - Drie dagen eerder was de Gazette uitgekomen met de tekst van ‘La requeste des deux chambres du Parlement d'Angleterre présentée au Roy de la Grand Bretagne pour empescher son voyage en Irlande’ (Gazette 1642, no. 70, ‘extraordinaire’ van 28 mei 1642).
    5 - Grotius bevestigt de aankomst van de Zweedse veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn in Parijs.
    6 - In zijn nieuwsbrief aan Axel Oxenstierna van 24 mei (no. 5728) schreef Grotius dat de legers van de graven van Harcourt en Guiche zich op twee verschillende plaatsen ophielden. Van deze verdeeldheid profiteerden don Francisco de Melo en de Luxemburgse gouverneur Johan van Beck door van La Bassée door te stoten in de richting van Kamerijk. Bij Honnecourt aan de Schelde overrompelden zij de complete legermacht van Antoine III de Gramont, graaf van Guiche (Gazette 1642, no. 72, dd. 31 mei 1642).
    7 - In de nacht van 2 op 3 mei weerstonden de inwoners van Tortosa een aanval van de Franse graaf van La Mothe-Houdancourt op hun stad (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 210).
    8 - Gaspard de Champagne (1618-1694), graaf van La Suze, gouverneur van Belfort, slaagde er niet in het kasteel Mélisey (ten westen van Belfort) te veroveren (DBF VIII, kol. 299-300).
    9 - Over de Beierse generaal Johan van Werth werd bericht dat hij in Konstanz was begonnen met het vormen van een nieuwe troepenmacht; vgl. no. 5714.
    10 - Paul Le Prévost, baron van Oysonville, voerde met Johann Ludwig von Erlach het bevel over de vesting Breisach.
    11 - In Mainz had hertog Karel IV van Lotharingen met vertegenwoordigers van de Duitse keurvorsten besprekingen gevoerd over de aanstaande campagnes aan het westelijke front.
    12 - François de l'Hospital, sieur du Hallier, deed een poging het Lotharingse bolwerk Dieuze aan te vallen.
    13 - Het succes van het Zweedse garnizoen van Erfurt had Grotius kunnen vernemen uit de Gazette 1642, no. 71, dd. 31 mei 1642.
    14 - Frédéric-Maurice de La Tour d'Auvergne, hertog van Bouillon, was begonnen aan een inspectiereis in Piemonte.
    15 - De Fransen verloren bij Honnecourt tussen de 1200 en 2000 soldaten.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]