eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    5946. 1642 november 8. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Den coninck is met de coninginne te Saint-Germain, sijne Majesteit zijnde niet heel wel te passe, gelijck oock is den cardinael, die weder is gecomen te Parijs in sijn palais. Men spreeckt van te begeven de ampten van grand-maistre de la maison du roi, van premier escuyer,2 van te maecken ducs et pairs, van nieuwe wetten te maecken over het kerckelijck, over de politie, crijgsluiden, justitie ende onnoodige despense. Oock van de regence, zoo den coninck iet overquame.

    De generaels zijn ten deele hier, ten deele werden hier verwacht.3 Elck ziet nae quartieren. 't Volck van monsieur de Harcourt zullen de haeren ten deele hebben in Normandië, ten deele in de naeleggende provinciën, die van du Hallier ten deele in 't graefschap van Bourgogne, ten deele rondom La Motte. Hertogh Carel is te Worms, Gil d'Haes bij hem.4

    Wij hooren dat den keiser veel geldt heeft getrocken uit de vergadering van de stenden, zoo van Hongeren als van Oostenrijck, gelijck ook den hertogh van Beyeren uit de zijne. Dat de vergaderingen van de creitzen van Westfalen, Opperrijn, Nedersaxen gevordert werden, maer noch niet de generale.5 Dat den hertogh van Beyeren Mercy zendt nae Donewaert met

    508

    vier regimenten ruiters ende uit het landt van Colen ontbiet zooveel mogelijck is, uit vreze van den grave van Guebrian ende Coningsmarck.6

    Leganes belegert Lerida, hebbende La Motte-Odincourt teruggegedreven.7 De Portugesen hebben, soo men ons zegt, Civita Rodrigo8 genomen niet verre van Salamanca. Ende den vice-roi van Mexico is in Spaegnie t'huis ontboden, suspect zijnde om eenige verwandschap met den nieuwen coning van Portugael.

    De Fransoisen hebben in Italië de stadt van Tortone wel becomen, maer niet het casteel,9 de Spaegnaerden sterck zijnde in de omliggende plaetzen, zoodat de Fransoisen aldaer quaelijck vivres connen crijgen dan met groote moiete ende coste uit het lant van Plaisance. Daerentusschen hebben de Spaignaerden Aytare in Savoie10 becomen ende den coning belooft aen den prince Thomas al dat hij zal connen becomen in 't Milanees. De eer van het veroveren van Verrue comt toe den marquis van Planaise, generael van de cavallerie van mevrouw van Savoie.11

    Mijnheer den prins van Condé ende zijne zoon, den duc d'Anguien, zijn gezonden nae Bourgogne om eenige brouilleries, die hier in 't hoff niet en ontbreecken.12

    Wij hooren hier uit Engelant dat den coninck aldaer stercker werdt ende dat sijne Majesteit een groote toeloop heeft van de roomschgezinden van zijn rijck.

    Den hertogh van Parme heeft eenige plaetsen becomen in 's paus' gebiet, onder anderen Aquapendente,13 ende daerdoor ende door de hulpe van de princen van Italië zijnde hoochdragende, geeft manifesten uit van geene querelle te hebben met den paus ofte met de Stoel, waervan hij vanwegen zijn geslacht is gonfaloniere, maer alleen met de twee des paus' neven,14 vermaenende alle de cardinalen ende onderzaeten van den paus haer daertegen te stellen. Heeft veel vivres ende roofs becomen ende wil nae geen sequestratie van Castro luisteren. Den paus, die merct dat den hertogh van Parma niet alleen bij Italië, maer oock bij Vrancrijck werdt gestijft, staet heel aen de zijde van Spaegnie ende verwacht groote hulp uit het rijck van Napels, 'twelck als leen van de Stoel daertoe is geobligeert.

    509

    Wij hooren dat Sporck Maimungen belegert.15 In 't casteel van Tortone sijn twaelffhondert soldaten.

    8 November 1642.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 8 Nov. 1642 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 29f. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 5945. Copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 8/18 november 1642).
    2 - Waardigheden die eertijds gegeven waren aan Louis de Bourbon († 6 juli 1641), graaf van Soissons, en Henry Coiffier de Ruzé d'Effiat, markies van Cinq-Mars († 12 september 1642).
    3 - Richelieu werkte met koning Lodewijk XIII de plannen uit voor de campagne van de Franse legers in het volgende seizoen (Lettres Richelieu VII, p. 135-137 en p. 143-144).
    4 - De Lotharingse gouverneur François de l'Hospital, sieur du Hallier, die nog steeds zijn zinnen had gezet op de verovering van het bolwerk La Motte. Ondertussen had zijn tegenstander, hertog Karel IV van Lotharingen, in de persoon van generaal-majoor Gilles de Haes assistentie uit de Zuidelijke Nederlanden gekregen; vgl. no. 5931.
    5 - Het keizerlijke leger, dat in verband met een dreigend Zweeds offensief nog steeds paraat moest blijven aan de Boheemse grens, slokte alle geldmiddelen op. Voor de toewijzing van nieuwe fondsen was de keizer afhankelijk van een beslissing van de rijksdag. Deze zou volgens een bericht uit Leipzig, dd. 12 oktober, op korte termijn bijeengeroepen worden (Gazette 1642, no. 144, dd. 8 november 1642).
    6 - Met het oog op een naderende verbinding van het Frans-Weimarse leger van maarschalk Guébriant met de Zweedse eenheden van generaal-majoor Hans Christoph, graaf van Königsmarck, riep de Beierse hertog zijn bevelhebbers François de Mercy en de graaf van Wahl terug naar de grenzen van zijn landen.
    7 - Het beleg van Lérida bood voor Diego Felipe de Guzmán, markies van Leganés, een laatste kans om zich op het succesvolle expeditieleger van Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, te wreken.
    8 - Bedoeld wordt Ciudad Rodrigo (Gazette 1642, no. 149, dd. 22 november 1642).
    9 - De verslagen gouverneur van Tortona verschanste zich met 1200 man in de vesting. Tegen het einde van november gaf het garnizoen zich over (Claretta, Storia della Reggenza II, p. 14).
    10 - De Spaanse gouverneur van Milaan, Juan Velasco y de la Cueva, graaf van Siruela, gaf de hoop op herovering van de stad Tortona niet op. Eind oktober liet hij zijn troepen de omgeving afsluiten. Een van zijn steunpunten zou ‘Antarc in Savoie’ (= Arquata Scrivia ten zuiden van Serravalle?) kunnen zijn.
    11 - De eenheden van het Frans-Savoyaardse leger die de 24ste oktober het kasteel Verrua aan de Po waren binnengedrongen, stonden onder het bevel van Carlo Emanuele Filiberto di Simiana, markies van Pianezza (Claretta, o.c., p. 260).
    12 - Henri II de Bourbon, prins van Condé, en zijn zoon Louis, hertog van Enghien. Hun reis zal verband houden met toenemende kritiek op het beleid van Richelieu.
    13 - Met 3500 ruiters was Odoardo Farnese, hertog van Parma, ‘gonfaloniere’ (baanderheer) van de kerk, naar Acquapendente (ten noorden van het Lago di Bolsena) getrokken. Hier wachtte hij op een versterking van 8000 infanteristen (Gazette 1642, no. 149, dd. 22 november 1642, met een bericht uit Rome van 18 oktober).
    14 - Ook in Rome groeide het verzet tegen de macht van de Barberini's, in het bijzonder tegen de onverzoenlijke kardinaal Francesco en diens jongere broer Antonio Barberini (Mémoires de Fontenay-Mareuil II, p. 300-304).
    15 - Het regiment van de keizerlijke kolonel Johann Sporck dat dienst ging doen in het leger van Achilles, baron van Soye, probeerde met een aanval op Meiningen het Zweeds garnizoen te Erfurt tot een treffen uit te dagen (Gazette 1642, no. 144, dd. 8 november 1642).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]