eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6113. 1643 maart 2. Van W. de Groot.1

    Frater optime,

    Nihil nunc quidem magnae rei ad te scribendum habeo. Scribo tamen vel in hoc ut nos valere intelligas et ut ego solitum commercium non interrumpam.

    Reginam Angliae iam a nobis abiisse ex aliis intellexeris, non sine magnis in Batavos minis, quod navem suam arresto incluserint. Dixit se alia indigna decoxisse, hanc vero contumeliam pro violatione amicitiae accipere.2 Sed tandem res in Conventu Ordinum composita, contra protestationem septem civitatum.3 Utinam regina cum onerariis suis recte in portu Novocastillano exponatur. Dicuntur enim aliquot parlamentariorum naves eum quasi obsidere mari, et quidem longe maiore numero quam sunt nostrae.4

    Rerum tuarum curam semper me habiturum noris. Interea valde me iuvat quod a regina tua et regno iussus es consilium magnis regni de rebus habere5 cum rege christianissimo, cui Deus christianas cogitationes inspiret.6 Optime iudicas Hoofdium multum dare nomini Arausionensi, quo consilio nescio, nisi quod gratiam principis mereri magnificum ducit.7

    Vale, frater optime, et nos ama,

    tibi obsequentissimus frater,
    Guilielmus Grotius.

    Raptim. Hagae, 2 Martii 1643.

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur de la reine et couronne de Suede, à Paris. Port 14 s.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 11 Martii 1643.

    En in dorso: 2 Martii 1643 W. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII, no. 24, 347. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 6096, beantw. d. no. 6130.
    2 - Koningin Henriëtte Maria was misnoegd over het feit dat de Staten van Holland één van haar vrachtschepen bij de monding van de Maas hadden laten aanhouden. Zij weigerde te vertrekken zolang deze kwestie niet geregeld was. Door tussenkomst van Frederik Hendrik en de Staten-Generaal werd de zaak bijgelegd. Vervuld van toorn nam de Engelse koningin op de 26ste februari afscheid van de Republiek (S. Groenveld, Verlopend getij, p. 108; CSP Ven. 1642-1643, p. 244-248, en Aitzema (fo) II, p. 877-879).
    3 - De bezwaren kwamen van de kant van de steden Haarlem, Leiden, Brielle, Hoorn, Edam, Medemblik en Purmerend (Res. SH, dd. 24-25 februari 1643).
    4 - Schepen van het Parlement lagen op de loer, maar de Staatse vlootvoogd Maarten Harpertsz. Tromp slaagde er desondanks in om de koningin en haar gevolg op 4 maart veilig te Bridlington aan land te brengen (M.G. de Boer, in TvG 59 (1946), p. 58-60).
    5 - Vergilius, Aeneis 9, 227.
    6 - Deze opdracht ontving Grotius bij een koninklijk schrijven van 7/17 januari 1643 (no. 6044).
    7 - De Neederlandsche Histooriën van Pieter Cornelisz. Hooft; vgl. brief no. 6051, dd. 24 januari 1643. Mogelijk nam Willem de Groot - in navolging van zijn broer? - aanstoot aan de passages waarin Hooft te veel eer gaf aan Willem van Oranje en diens zonen Maurits en Frederik Hendrik; zie Briefw. P.C. Hooft III, p. 475-476, nos. 1142 en 1143, en p. 489 no. 1150.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]