eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6178. 1643 april 18. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Voor des conincx gezontheit is alle de werelt becommert, hoewel zijne Majesteit om zijne onderzaeten te troosten zich uit een venster heeft laeten zien, ende aen mij ende anderen hoop gegeven van audiëntie, waerop wij geen groot fundament en maecken. Monsieur de Noyers blijft behoudende de zorge over des conincx fabriquen, munte, druckerie ende over Fontainebleau.2 Zijn secretarisschap zal hebben Tillier, voordezen inten-

    215

    dent in 's conincx leger in Italië ende groot vrund van den cardinael Mazarini3, die nu meest vermach; ende monsieur de Chavigny zal apparentelijck middel vinden om zich te ontslaen van de ambassade4 die monsieur des Noyers hem hadde geprocureert. Monsieur de La Meslerai staet wat los bij den coning.5

    Ossenville zal herrewaert comen;6 Erlach is zieck,7 eenige zeggen door vergift. Aen de Wimaerschen wil men geen geldt geven off zij moeten nieuwen eedt doen aen den coning alleen, zonder mentie van Duitschlant. Hertogh Carel is wedergecomen te Worms.8 't Voornemen van den hertogh van Beyeren van zich directeur te maecken over de Beyersche, Swabische ende Frankensche crijgh wilt niet wel voort.9 Den hertogh van Anguien, Halier ende de Jesvres10 zijn vertrocken nae de frontieren van Picardië. Alle uitvoer van coren is verboden ende de jesuïten blijven bij de gemeente verdacht over dat stuck, zoodat eenige op strate onder dat pretext quaelijck zijn getracteert.11

    In 't casteel van Tortona zijn eenige vivres ingebracht, den vijant heeft nu de plaets rondom besloten. Den prince Thomas is met tienduizent man in 't velt om 't ontzet te doen,12 maer den vijant is sterck op de passage. Uberlingen blijft benaut ende de Beyerschen hebben wederbecomen Lauffen ende Stettenfeld.13 Te Rouaen ende te Bourdeaux is wat moeite geweest, doch niet duirende. Den vijant werdt niet meer gezien bij Landresis ende de handeling over de gevangenen slaept.14

    216

    Den coninck, geadverteert zijnde van 't peryckel daerin sijne Majesteit is, heeft de coninginne verclaert regente, zijn broeder generael van de legers, den prins van Condé, den cardinal Mazarin, den cancellier, Boutilier, Chavigny onveranderlijcke raden. Deze wille van den coning zal geverificeert werden in het parlement.15 Wij hooren dat den eertshertogh Leopold zal zijn coadjuteur van Trier.16 Dat den keiser aen den Grooten Heer heeft verzocht eenigh volck om tegen de Sweden te gebruicken, maer dat hetzelve zooverre is buiten apparentie dat ter contrarie de Turcken een inval hebben gedaen in Hongrie.17

    18 April 1643.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 18 April 1643 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 31k. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 6177. Copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 18/28 april 1643).
    2 - De weggezonden staatssecretaris had sinds 1638 het toezicht op de paleizen en de konink- lijke werkplaatsen (O.A. Ranum, Richelieu and the councillors of Louis XIII, p. 115-117).
    3 - Michel Le Tellier (1603-1685), heer van Chaville, intendant van het Franse leger in Italië. Daags nadat François Sublet de Noyers zijn secretariaat op het departement van oorlog moest opgeven, bracht kardinaal Jules Mazarin hem het heugelijke nieuws van zijn benoeming over (Lettres Mazarin I, p. 152-153, en Cardinal de Retz, Oeuvres, p. 1315).
    4 - Eind maart circuleerde het bericht dat staatssecretaris Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny, deel zou uitmaken van de Franse delegatie ter vredesconferentie.
    5 - Charles de La Porte, markies van La Meilleraye, was en bleef in de ogen van de koning toch te veel de neef van Richelieu. Aan het hof werd al gesproken over een mogelijke herroeping van zijn benoeming tot gouverneur van Bretagne (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 35-36, en Mémoires de La Rochefoucauld I, p. 373 en p. 375).
    6 - Paul Le Prévost, baron van Oysonville, Frans gouverneur van Breisach, organiseerde thans de verdediging van de plaats Ueberlingen. In verband met de hachelijke positie van het Frans-Weimarse leger in het Zwarte Woud kreeg hij bevel om verantwoording van zijn actie af te leggen; vgl. Gazette 1643, no. 46, dd. 18 april 1643.
    7 - Johann Ludwig von Erlach, de ‘Weimarse’ gouverneur van Breisach, was deze dagen de animator van de feesten die in zijn garnizoen gegeven werden ter ere van het bezoek van de echtgenote van maarschalk Guébriant aan het front (Episodes Guébriant, p. 327-329).
    8 - In maart had hertog Karel IV van Lotharingen een bezoek gebracht aan München.
    9 - Militaire vraagstukken waren aan de orde gekomen op de door hertog Maximiliaan I van Beieren in januari/februari te Dinkelsbühl en Donauwörth bijeengeroepen Zuidduitse ‘Kreistag’; vgl. no. 6121. In maart zouden de betrokken Kreitsen te Bamberg nog eens gesproken hebben over een eigen strategisch beleid.
    10 - Opperbevelhebber Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, en zijn ondercommandanten maarschalk François de l'Hospital, graaf van Rosnay, sieur du Hallier, en Louis Potier, markies van Gesvres.
    11 - De jezuïeten werden verdacht van verduistering van graan. Om de gemoederen wat tot rust te brengen liet de ‘Conseil’ een exportverbod afkondigen (Gazette 1643, no. 47, dd. 18 april 1643); zie voor de aanleiding van deze verdachtmaking, Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 23-24.
    12 - Het bedreigde Frans-Savoyaardse garnizoen van Tortona zocht in de tweede week van april contact met enkele voorhoeden van het leger dat prins Tommaso Francesco van Savoye naar de Tanaro had geleid (Claretta, Storia della Reggenza II, p. 28).
    13 - In snel tempo heroverde het Zwabisch-Beierse leger eind maart de stad Lauffen en het kasteel Stettenfels bij Heilbronn (Gazette 1643, no. 46, dd. 18 april 1643).
    14 - De Fransen waren met don Francisco de Melo, gouverneur van de Zuidelijke Nederlanden, in onderhandeling over de vrijlating van luitenant-generaal Josias Rantzau, heer te Bothkamp (Lettres Mazarin I, p. 35-36).
    15 - Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny, had de tekst geredigeerd (Mémoires de madame de Motteville I, p. 422). In Parijs vernam men het nieuws over de op handen zijnde ‘Déclaration’ op de 18de april (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 26-29). Twee dagen later maakte de koning zijn beslissing ten aanzien van de samenstelling van de toekomstige regentschapsraad tijdens een plechtige bijeenkomst in het paleis te Saint-Germain-en-Laye bekend.
    16 - Aartshertog Leopold Wilhelm van Oostenrijk vroeg in maart zijn ontslag uit keizerlijke legerdienst aan (Doc. Boh. VI, p. 461 no. 1410). In de Gazette 1643, no. 46, dd. 18 april 1643, verscheen een bericht uit Wenen van 25 maart met daarin de mededeling: l'archiduc Léopold est parti d'ici le vingtiesme de ce mois pour Passau, où ‘l'on confirme qu'il va vivre en ecclésiastique, mais sous espérance d'estre fait coadjuteur de l'electeur de Treves ...’.
    17 - Dezelfde Gazette meldde: ‘Les Turcs ont derechef fait une invasion dans la Hongrie, où ils ont pillé force villages, et fait prisonnier grand nombre de chrestiens qu'ils ont mis à la chaisne’.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]