eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6750. 1644 maart 6. Van P. Spiring Silvercrona.1

    Mijnheere,

    Wt de gesondene avisen van voor acht dagen2 sal u. Exc.tie verstaen hebben, hoe dat den oversten Helm Wrangel3 5 à 6000 boeren, die sich in Wensusel gerotteert en wederstant wilden doen - sijnde Wensusel het wtterste van Jutlant -, in route gebracht, 700 nedergehouwen, veele gevangen hadde becomen. Vrouwe Christina, des conings gewesene concubine,4 soo als sij met een deel goederen nae Fuenen wilde vluchten, soude beneffens een general-commissaris Arntfeld5 mede gevangen sijn genomen. Wij hebben tsedert met de leste brieven van Hamburg tijdinge becomen dat de Sweedsche bij Rippen twee conincklijcke Dennemarckse schepen ende drie galliotten, die desen winter aldaer bevrosen hadden gelegen, hebben verovert ende daerbij het eilant Rym genoemt ingenomen,6 daerop men de gestucken van de gemelde schepen hadde gebracht, die alle met veel anderen buit in haere handen sijn gecomen. Men wil mede seggen van 28 sloepen die sij souden becomen hebben, waervan met den naesten de seeckerhijt.

    Sijn Exc.tie Torstenson bevind sich noch tot Hadersleven, sijnde wat onpasselijck.7 Van het desseing op Fuenen word niets gemelt. Den oversten Duglas is met 10 regimenten van de hooftarmee nae Silesiën gemarcheert,8 om de geblocqueerde Sweedsche guarnisoenen van de keysersche te verlossen. General-major Coningsmarck is van Harenburg opgetrocken, hout sijn rende[z]-vous bij het clooster Seven.9 Den persoon die den voorschreven general-major in 't Oude Land hadde gestelt om de ingewilligde contributie daer rondom in te vorderen, heeft den aertsbisschop van Bremen10 onversiens

    206

    vandaer met het gelt doen wegnemen ende nae Stade voeren. Van gelijcken heeft des aertsbisschops volck des general-majors secretaris, met eenige goederen te water van Hamburg afvaerende, ontrent Harburg11 ertapt ende nae Staden gebracht, soodat sich den voorschreven aertsbisschop in alles vijantlijck toont. Die van Geluckstad doen soo nu soo dan wtvallen12 sonder groote effecten, ende heeft men 4 à 500 te Hamburg geworvene soldaten soo daerinne, als in Crempen en Staden verdeelt. Den Deenschen rijckscantselaer is noch tot Hamburgh.13 Hij heeft den heere veltmarschalck versocht paspoort om nae Dennemarcken te gaen, maer is hem afgeslagen, ende geeft men voor dat sijn Exc.tie soude ter antwoort gegeven hebben, hij en kende geenen Deenschen rijckscanselaer als eenen die te Osnabrugge op de vredenstractaten was, dien hij noch geloofde daer te sijn.14 Wollau in Slesiën hebben de keysersche nae drie verloorene stormen wederom gequiteert, doch Groot-Glogaw noch geblocqueert gelaeten.15 De aenwesende gedeputeerden der Hansesteden te Lubeck houden alles seer still.16

    Van Dansick word gemelt dat den coning in Polen seer geheime saacken met sijne bij sich hebbende senatoren is tracterende,17 ende soude een groot deel vremt crijgsvolck tot defentie van 't rijck aengenomen werden. Daer was mede een extraordinaris ambassadeur wt der Moscau aengecomen.18 Des conings van Dennemarcken principael secretaris Gunther is wt Dennemarcken deser dagen t'Amsterdam aengelangt; hout sich seer bedeckt ende is sijn voornemen noch onbekent.19

    De tractaten der Franschen plenipotentiarissen met desen staat sijn geslooten ende bederseits onderschreven.20 Verleden Donderdagh hebben deselve haer afschijt van de

    207

    heeren Staten publice genomen ende doende monsieur d'Avaux21 de oratie, heeft veel en wijtloopich in faveur der papisten geperoreert ende begeert dat se souden mogen hebben hier te lande de vrije exercitie van religie, 'twelck de heeren Staten seer quaelijck en hoog hebben opgenomen. Also Servien onpasselijck is, sal d'heere d'Avaux eerstdaegs voorwt vanhier vertrecken22 ende den heere Servien bij sijne reconvalescentie naevolgen.

    Ick blijve, mijnheere,

    u. Exc.tie dienstwilligste.

    Den 6 Martii 1644.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 16 Martii.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 13, 138. Niet ondertek. De brief is van de hand van Spirings secretaris Pieter Pels.
    2 - Een brief van 28 of 29 februari ontbreekt; vgl. de nieuwsbrief van de Zweedse agent Harald Appelboom dd. 1 maart 1644 (no. 6739).
    3 - De Zweedse kolonel Helmut Wrangel was door opperbevelhebber Lennart Torstensson naar het noorden van Jutland (het gebied van Vendsyssel) gezonden (Doc. Boh. VII, p. 81 no. 195).
    4 - Kirsten Munk (1598-1658), de verstoten huisvrouw van koning Christiaan IV van Denemarken (DBL X, p. 120-123), werd gevangen genomen, maar verkreeg spoedig een vrijgeleide van de Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson; zie no. 6739.
    5 - Vermoedelijk de Deense krijgscommissaris Axel Arenfeldt (1590-1647) (DBL I, p. 276).
    6 - De bezetting van de haven van Ribe en de verovering van het eiland Rømø (Rym) ten noorden van Sylt; vgl. no. 6751, en Lucas Jansz. Waghenaer: Thresoor der Zeevaert, II, p. 157-159.
    7 - In zijn hoofdkwartier te Haderslev herstelde de Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson van een zware jichtaanval (Gazette 1644, no. 27, dd. 19 maart 1644, en Doc. Boh. VII, p. 82 no. 196).
    8 - De Schot Robert Douglas, generaal-majoor in Zweedse dienst, keerde terug naar de bedreigde garnizoenen in Silezië; infra, n. 15.
    9 - Het expeditieleger van de Zweedse generaal-majoor Hans Christoph, graaf van Königsmarck, had overwinterd in de omgeving van Horneburg (ten zuiden van Stade ‘im Alten Land’). Begin maart verzamelden de manschappen zich bij het klooster Zeven (ten zuidoosten van Bremervörde). Tijdens het rendez-vous kregen zij de order om koers te zetten naar Meissen (Doc. Boh. VII, p. 82 no. 196).
    10 - De Deense prins Frederik, aartsbisschop van Bremen, weigerde met de Zweden in onderhandeling te treden over de betaling van een contributie. Met zijn afwijzende houding bracht hij de in 1636 overeengekomen neutraliteit van het aartsbisdom in gevaar (Lorenz, Das Erzstift Bremen, p. 44-48).
    11 - Harburg, voorstad van Hamburg, maar van oorsprong een versterkte plaats in het aartsbisdom Bremen. Het bericht over de arrestatie van een intendant van de Zweedse generaal-majoor Hans Christoph, graaf van Königsmarck, verscheen in de Gazette 1644, no. 28, dd. 19 maart 1644.
    12 - In de eerste dagen van de Zweedse inval had de Deense gouverneur Christian von Pentz het land rondom Krempe en Glückstadt onder het water van de Elbe gezet. De laatste tijd waagden de ingesloten garnizoenssoldaten zich weer buiten de muren; zie no. 6714.
    13 - Het Zweedse opperbevel in Haderslev weigerde de Deense kanselier Just Høg vrije doortocht naar zijn vaderland te verlenen (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 168-173, en Die kaiserlichen Korrespondenzen I, p. 290 en p. 293-294).
    14 - Ook de Deense delegatieleden Gregers Krabbe en Christopher von der Lippe hadden Osnabrück verlaten. Alleen de Hamburgse domdeken Lorenz Langermann hield zijn verblijf ter vredesconferentie nog tot de tweede helft van augustus 1644 aan.
    15 - De keizerlijken van Johann, graaf van Götz(en), bedreigden de Zweedse garnizoenen van Wołów (Wohlau) en Głogów aan de Oder (Gazette 1644, nos. 22 en 25, dd. 5 en 12 maart 1644).
    16 - Het streven van de Hanzesteden om hun neutraliteit veilig te stellen (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 175-176, en Doc. Boh. VII, p. 76 no. 184).
    17 - De Zweedse agent Harald Appelboom lichtte het nieuws uit Polen iets uitvoeriger toe; zie no. 6751.
    18 - Op 1 februari verscheen Grigorii Siemionow aan het hof van koning Wladislas IV te Vilnius. Hij kon de vorst mededelen dat tsaar Michael Fedorovitsj binnenkort een belangrijk gezantschap naar Polen zou afvaardigen (A.S. Radziwiłł, Memoriale III, p. 161-162).
    19 - Koning Christiaan IV had zijn kamersecretaris Frederik Günther (1581-1655) op 5/15 januari 1644 opdracht gegeven tot deze buitengewone missie naar de Republiek. In de vergadering van de Staten-Generaal van 16 maart zette de ervaren diplomaat het doel van zijn missie uiteen (DBL V, p. 432-433, en Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 46-47).
    20 - De Haagse conferentie over een nieuwe Frans-Staatse ‘alliantie offensive ende defensive’ had drie maanden geduurd. Op 1 maart plaatsten de Staatse onderhandelaars en de Franse gevolmachtigden Claude de Mesmes, graaf van Avaux, Abel Servien en am- bassadeur Gaspard Coignet, sieur de La Thuillery, hun handtekening onder het verdrag (Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen I, p. LIII-LV, en Aitzema (fo) II, p. 960-966).
    21 - Claude de Mesmes, graaf van Avaux, hield op zijn laatste audiëntie in de Staten-Generaal (3 maart) een gloedvol pleidooi ten gunste van de geloofsvrijheid van de katholieken in de Republiek; vgl. Knuttel, Cat. v. pamfl. nos. 5105-5107: ‘Extrait de l'Harangue du comte d'Avaux, ambassadeur extraordinaire du Roy tres-chrestien Louys XIV, faite en l'Assemblée des ... Estats Generaux des Provinces Unies, en la Haye le 3 du mois de Mars’; weldra gevolgd door het uitvoeriger pamflet: ‘Auctentijc extract wt de propositie van den grave van Avaux, extra-ordinaris ambassadeur ... van Vranckryck; aengaende de paus-gesinde hier te Lande, gedaen in de Vergaderinge van de ... Staten Generael in 's-Graven-hage, den 3 Martii 1644; midtsgaders de resolutie van hare Ho. Mogende, den selven dito, daer over genomen, ende aen de voorsz. Heere Ambassadeur gecommuniceert’, Dordrecht 1644.
    22 - De graaf van Avaux verliet Den Haag op 8 maart. De tweede Franse gevolmachtigde Abel Servien wendde een ziekte voor. Hij vertrok pas op 23 maart naar Munster (Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen I, p. LV-LVI).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]