eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6865. 1644 mei 15. Van H. Appelboom.1

    Illustrissime et excellentissime domine legate, domine observandissime,

    Pro benevolis Excellentiae vestrae literis 7 Maii datis et missis belli Sueo-Danici causis Latine editis2 gratias ago humillimas. Rationes pro iustitia armorum nostrorum Belgice hic excusas Excellentiae vestrae mitto;3 quas non dubito plausum plurimorum merituras et desiderio multorum satisfacturas. Cum autem tot iniuriis ibi recensitis Foederati Status etiam suas iunxerint, dubium non est,4 quin cruentum et diuturnum futurum sit bellum aut ignominiosa Dano pax.

    Opponit Raccoczio caesar Ungaricas copias duce palatino5 et Germanicas sub Gotzii6 praefectura, tum etiam legationem mittere amat Constantinopolim,7 sed cum alium bassam Austriacis infensum mittat Turca in Ungariam8 et ianisarios Tartarosque

    413

    expediat, multi timent, ne in Germaniam penetret christiani nominis hostis. Si vera sunt quae de Voldemari nuptiis sub conditione relligionis Muscoviticae oblatis9 saepius nuntiant Gedanenses literae, amica nobis erit illa gens. Poloniae regem ab Austriacis multum abstrahet coniugis fatum.10

    Volebat Daniae rex Gotheburgum obsidere11 et a Landscronae obsidione nostros divertere, sed cum occupato Landscroonae castello12 Gotheburgo subsidio veniat Hornius, parum efficiet rex, quem nunc etiam globo nonnihil ictum nuntiant literae.13 Duglassius cum equitatu redit in Holsatiam.14 Wittenbergius ferro et flamma vindicat15 caedes rusticorum et eruptiones Gluckstadiensium.16 Koningsmarckius se Hassiacis iungit,17 ut resistat Hatsfeldio, in Halberstadiensem et Bremensem districtum trahenti nonnullas ex caesareanis et Bavaricis copias.

    Nondum de loco intermedio convenere legati nostri cum Gallis.18 Hic multum laborant Danici ministri, ut iniustitiam armorum nostrorum commonstrent et a nobis abstrahere Battavos possint.19 Sed persistunt Status in proposito et hactenus conclusere mittendam legationem, quae et pro commerciis conditiones optimas tentabit et componere rem omnem placide studebit. In Sueciam et Daniam20 legatos Bikerum, Scapium,

    414

    Beverum, Zonkium Hollandos, Stavenessium Zelandum et Andream Frisium comitabitur 40 navium classis in fine huius mensis21 cum omni onerariarum navium serie. Flandriae litora armatis navibus occupanda, ne inde Dano veniat subsidium.22 Si sponte nolit Daniae rex cupitis assentire, huc referant rem omnem legati, ut an se Suecis iungant, resciscant.23 Praeterea omnia ad hanc militiam necessaria conceduntur Suecis, Danis interdicuntur. Quae propterea fieri videntur, ut durante bello a vectigali immunes Cimbricum fretum permeent Battavi24 et ad rosenobilis quantitatem25 pro malo pridem solutam redigant expensas. Admiralitatis Collegia multum laborant, ut festinetur legatorum classisque emissio, ne diutius periclitentur commercia, graventur promptuaria et ad inopiam redigantur mercatores, opifices, nautae militesque ex septentrionali navigatione negotiationeque victitantes.

    Deus omnia ad bonam diuturnamque orbis arctoi pacificationem et christiani nominis firmam reconciliationem dirigere dignetur, cuius Maiestatis protectioni illustrissimam Excellentiam vestram devote commendo, tanquam, illustrissime domine,

    illustrissimae Excellentiae vestrae obsequentissimus servitor,
    H. Appelboom.

    Amstelodami, 15 Maii 1644.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 25 Maii.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 15 (1644, 18). Eigenh. oorspr. Antw. op no. 6853, beantw. d. no. 6882.
    2 - Het Edictum serenissimae potentissimaeque reginae Suedorum ... missum ad populos imperii eius super suscepta regni et populorum defensione contra vim et iniuriam illatam a Daniae rege (BG no. 679A).
    3 - Het Zweeds Manifest van 16/26 januari 1644 in de Nederlandse versie: ‘Manifest, waer in die oorsaecken verclaert worden, welcke die Conincklijcke Majesteyt tot Sweeden, etc. Bewoghen ende ghedronghen hebben tot een oorlogh te resolveren ... teghen ... des Conincks Christiani des Vierden tot Denemarck, etc. Vijandtlijcke ende gewelt-dadighe attentaten’, Amsterdam 1644, bij Rieuwert Dircksz. van Baardt, 78 blz. (Knuttel, Cat. v. pamfl. no. 5075).
    4 - De Zweedse diplomaten in de Republiek koesterden te hoge verwachtingen. Ook na lezing van het Zweeds Manifest voerden de Staten-Generaal bedenkingen aan tegen een wapenvereniging zoals vastgelegd in het Zweeds-Staats verdrag van 1/11 september 1640.
    5 - Nicolaus (Miklós), graaf Esterházy (1583-1645), sinds 1625 ‘Palatinus’ van Hongarije, nam de wapens op tegen de Zevenburgse vorst György I Rákóczi (Doc. Boh. VII, p. 88 no. 216 en p. 112 no. 309).
    6 - Johann, graaf van Götz(en), had zich op 13 april bij het keizerlijke leger aan de Hongaarse grens gevoegd.
    7 - Sultan Ibrahim achtte de keizerlijke krijgsraadsecretaris Sattler van te nederige stand. In juni ving Hermann, graaf van Czernin, zijn reis naar Constantinopel aan.
    8 - Mousa, pasja van Boeda (Ofen), koos partij voor de Zevenburgers. Hij werd in de loop van het jaar vervangen door Osman (Hammer, Histoire de l'empire ottoman X, p. 64-65).
    9 - Eind januari had Valdemar Christian, graaf van Sleeswijk-Holstein, natuurlijke zoon van koning Christiaan IV van Denemarken, zijn entree aan het hof van tsaar Michael Fedorovitsj gemaakt. De tsarendochter Irina mocht hij echter niet aanschouwen. Dit voorrecht zou hem pas verleend worden na bekering tot de grieks-orthodoxe kerk.
    10 - Koning Wladislas IV van Polen treurde om het plotselinge overlijden van koningin Cecilia Renata van Oostenrijk († 24 maart 1644).
    11 - Koning Christiaan IV lag tot begin mei met zijn vloot voor de schans van Älvsborg. De blokkade van Göteborg mislukte. Aan de landzijde belegerde Hannibal Sehested, gouverneur van Noorwegen, de stad. Ook hij moest de onderneming spoedig opgeven (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 88-89).
    12 - De Zweedse veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn nam op 7/17 april de capitulatie van het Deense garnizoen van Landskrona in ontvangst.
    13 - Tijdens de blokkade van Göteborg voer een schip van de hulpvloot van Louis de Geer dwars door de Deense linies heen. Een kanonskogel raakte de mast van een admiraalsschip. De Denen beantwoordden het vuur (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 89).
    14 - De Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson riep het expeditieleger van generaal-majoor Robert Douglas uit Silezië terug.
    15 - De verdediging van het hertogdom Holstein tegen een aanval van een keizerlijk expeditieleger dat onder bevel van Matthias, graaf Gallas, en veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen langs de Elbe naar het noorden zou oprukken. Het voorbereidend werk liet de Zweedse opperbevelhebber over aan zijn generaal-majoor Arved Wittenberg von Debern.
    16 - Tegen de Deense garnizoenen van Glückstadt en Krempe pasten de Zweden de tactiek van de verschroeide aarde toe; vgl. Doc. Boh. VII, p. 90 no. 224.
    17 - In de omgeving van Halberstadt zou het expeditieleger van de Zweedse generaal-majoor Hans Christoph, graaf van Königsmarck, aansluiting krijgen met Hessische eenheden onder bevel van Johann Geyso (Doc. Boh. VII, p. 104-105 nos. 280, 281 en 284).
    18 - Zie no. 6863 n. 14. Nog steeds was er geen overeenstemming bereikt over de plaats waar de Zweedse gevolmachtigden hun Franse collega's Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Abel Servien konden ontmoeten. Verschillende plaatsen waren al genoemd: Ladbergen, Harkotten, Glandorf, het klooster Vinnenberg en Iburg.
    19 - De Deense kamersecretaris Frederik Günther en de ordinaris resident Martin Tancke dienden bij de Staten-Generaal en de Staten van Holland klachten in tegen het bevoorraden en uitvaren van de hulpvloot van de Zweedse commissaris Louis de Geer (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 61-65 en p. 70-71).
    20 - De samenstelling van de twee Staatse gezantschappen naar Zweden en Denemarken. Een week later excuseerde de Dordtse burgemeester mr. Cornelis van Beveren zich (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 66-67). Naar Stockholm togen uiteindelijk de Dordtenaar Jacob de Witt (1589-1674), gecommitteerde in de Rekenkamer van de Staten van Holland (NNBW III, kol. 1455-1458), de Amsterdamse oud-burgemeester dr. Andries Bicker (1586-1652) (Elias, De Vroedschap van Amsterdam I, p. 346-348) en de Zeeuwse raadpensionaris Cornelis van Stavenisse (1596-1649) (Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen II, p. 692-693); naar Kopenhagen, de Amsterdamse burgemeester dr. Gerard Schaep (1598-1666) (Elias, De Vroedschap van Amsterdam I, p. 355-356), Albert Sonck (1571-1658), oud-burgemeester en hoofdschout in Hoorn (Schutte, Repertorium I, p. 14-15), en de Friese raadsheer Joachim Andreae (1586-1655) (NNBW I, kol. 130-131).
    21 - De Staatse convooivloot naar de Sont verzamelde zich in het Vlie. Tot groot ongenoegen van de Admiraliteiten werd pas op 7 juli het sein tot vertrek gegeven.
    22 - Admiraal Maarten Harpertsz. Tromp voerde het bevel over de vloot die voor de Vlaamse kust moest patrouilleren (S. Groenveld, Verlopend getij, p. 163-166).
    23 - De gezanten naar Denemarken werden geïnstrueerd om een neutrale plaats op te zoeken, zodra zou blijken dat koning Christiaan IV geen bemiddeling van de Staten-Generaal wilde aannemen (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 70-72).
    24 - De vraag of Staatse koopvaardijschepen bij het passeren van Helsingør de gebruikelijke tol aan koning Christiaan IV moesten betalen.
    25 - De Staten-Generaal streefden naar terugkeer van het tarief zoals dat ten tijde van het erftractaat van Spiers van 1544 gold: één rosenobel (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 14-15, p. 30 en p. 221).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]