eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6882. 1644 mei 28. Aan H. Appelboom.1

    Clarissime domine,

    Video eo in loco esse res nostras, ut cum iam utranque continentis oram teneamus,2 de insulis et maris possessione navali proelio decertandum sit.3 Batavos hanc occasionem non emissuros e manibus, ut res suas provehant, pro certo haberi debet. Caeterum cum potestas legatis non detur plena,4 sed etiam rege Daniae aequa negante pendens a novis deliberationibus sintque istic etiam qui Suedicam magnitudinem non aequis aspecturi sint oculis, ut sua arma nobiscum iungant minus iam sperare audeo. Interim Hazfeldius cum caesarianis,5 partim etiam Bavaricis copiis6 cum archiepiscopo Bremensi7 se coniuncturus videtur et Rakoczii consilia multum respiciunt aulam Turcicam, ad quam sibi placandam imperator mittit legationem conspicuam.

    Uberiorem illam expositionem causae nostrae contra Daniae regem Belgice editam accepi.8 Audio in Suedia etiam Latine edi, quam si accepero, efficiam ut hic denuo edatur. Id enim tutius iudico quam ex Belgico nonnullis in locis obscuro Latinam facere versionem. Solent multum saporis perdere vina saepius transfusa.

    443

    Dicitur Moscovita laborare quidem, ut Voldemarum ad Graecos ritus traducat,9 de baptismo autem remittere. Puto eam gentem quieturam. Polonia vero quin sit quietura, non dubito;10 non enim committent senatores et caetera nobilitas, ut aliorum causa agatur ipsorum periculo, satis metus habentium a Turcis et Tartaris.

    Pacis universalis negotium videtur ab Hispanis implicari et Galli ipsi quoque ad pacem non properant.11 Dux Aurelianensis cum egregio exercitu Somonam transiit et ad marescallum vicecomitem Turenae mittuntur quinque millia dilectus novi.

    Deus cuncta haec ad bonum christiani orbis ac Suedici praesertim regni regat. Idem, clarissime domine, det Claritudini vestrae valetudinem et res prosperas,

    Claritati vestrae studiosissimus,
    H. Grotius.

    Lutetiae, XXVIII Maii 1644.

    Adres: A monsieur/monsieur Appelboom, Suedois, à Amsterdam. Port.

    Bovenaan de copie te München: Ex domini Grotii litteris.

    Notes



    1 - Hs. Dresden, Sächs. Landesbibl., C 61 A, 45. Eigenh. oorspr. Copie München, Bayerische Staatsbibl., coll. Camer., Clm 10380, f. 140r. Antw. op no. 6865, beantw. d. no. 6897.
    2 - De opmars van het leger van de Zweedse veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn in de Deense gewesten Skåne (Schonen), Halland en Blekinge. Alleen de Deense garnizoenen van Malmö en Kristianstad waren nog in staat om weerstand te bieden.
    3 - De Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson hield voor de oostkust van Jutland nog steeds een vloot van schuiten en boten bijeen voor een landing op de eilanden Funen en Seeland. Het sein tot de aanval zou gegeven worden bij aankomst van de hulpvloot van Louis de Geer in de Deense wateren.
    4 - De instructies die de Staten-Generaal voor hun vredesmissies naar de hoven van koning Christiaan IV en koningin Christina opstelden. Op 25 juni konden de ‘vulgaire’ en de ‘secreete instructie’ worden gearresteerd (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 70-72).
    5 - Onderstaande berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven dd. 28 mei 1644.
    6 - Er liepen zelfs geruchten dat het leger van de Westfaalse Kreits (no. 6872 n. 14) rugdekking zou bieden aan het keizerlijke expeditieleger van Matthias, graaf Gallas, en veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen.
    7 - De Deense prins Frederik, aartsbisschop van Bremen, had zich door zijn vader laten benoemen tot generaal. In zijn hoofdkwartier te Glückstadt werkte hij aan de vorming van een legermacht van 18000 man (Gazette 1644, no. 50, dd. 14 mei 1644).
    8 - Het Zweeds Manifest van 16/26 januari 1644 in de Nederlandse versie; vgl. nos. 6843 en 6865. In Stockholm werd de laatste hand gelegd aan de Latijnse versie; zie no. 6883.
    9 - Valdemar Christian, graaf van Sleeswijk-Holstein, natuurlijke zoon van koning Christiaan IV van Denemarken, weigerde het geloof aan te nemen van de door hem begeerde tsarendochter Irina.
    10 - Tsaar Michael Fedorovitsj en koning Wladislas IV van Polen hielden zich verre van de strijd van koning Christiaan IV van Denemarken tegen de Zweden.
    11 - Grotius had inzage gekregen in de volmachten zoals die in Munster uitgewisseld waren. In zijn brieven van 21 mei (nos. 6870-6871 en 6873-6875) onderschreef hij de Franse kritiek op de Spaanse volmachten.