eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    7178. 1644 december 5. Van H. Appelboom.1

    Illustrissime et excellentissime legate, domine observandissime,

    Rex Daniae iam rediit Hafniam2 et ad defensionem insularum militem etiam ex Sconia et Holsatia accersivit; partem in Selandia retinet, partem transmittit in Fiuniam,3 ipse quoque Odenseam adventare dicitur. Miles quidam e legione Wrangeliana captivus, detentus in Dania,4 nuper reversus, retulit res optime sese habuisse in castris Suedicis in Sconia;5 et Haffniae nuntiata victoria Suedorum navali proceres regni turbato valde animo fecisse naves praesentes in portum duci simulque ipsi obiici pontones, ut horum beneficio atque tormentorum bellicorum ad portum dispositorum ab incursione subitanea munirentur.6 Metus erat, ne victoria animum adderet Suedis Danos in proprio nido invisendi.

    203

    Unus procerum Daniae nuper occubuit,7 quem variae literae affirmant esse principem hereditarium Christianum Quintum.8

    Praefectus Helmius Wrangelius Haderslebiam occupavit et Coldingam tendit,9 ut congregatos ibidem Danos dissipet, priusquam augeretur eorum numerus auxiliario illo milite Gluckstadio et ex Ditmarsia.10 Nonnullae naves Suedicae cursum Wismaria Holmiam direxere, et simul cum iis quatuor Danicae - Patientia, Oldenburgum, Tres Leones et Stormern - in pugna novissima captae;11 tulerunt quoque secum duas ingentes cistas refertas navalibus signis ex capta illa classe reportatis.

    15/25 Decembris tractatui dicta est, ut indicant literae Lubecenses.12 E patria iam diu nullas habui.13 Marescalli Torstensonii literae affirmant hostem ita conclusum esse, ut in dies inedia consumatur et pessum eat.14 Koningsmarchio iniunxerat, ut trans Salam ductis copiis metaretur castra inter hostem et Magdeburgum, ne inde hosti quicquam commeatus suppeditetur.15 Koningsmarchius 90 plaustra vino alioque commeatu onusta, inde versus castra caesareorum tendentia, interceperat. Hatsfeldius a Bavaris sese segregavit movitque in dioecesim Fuldensem et Franconiam animo subveniendi Gallasio cum 3000 militum.16 Spes est Hassiacos sese ipsi obiecturos et forsitan cum Suedis copias suas iuncturos.17

    Communicatio inter Gallicos et Suedicos legatos18 loco aliquo intermedio inter Mo-

    204

    nasterium et Osnabruggam fieri tuto non potest19 ob excursiones militis episcopi Bremensis ac propter alia incommoda intuitu hospitiorum et penuriae victualium. Proinde ad tempus per vices alter Suedorum Monasterium, alter Gallorum sese Osnabruggam rursus forte contulerit, in commune ut invicem consulant. Monasterii tandem super tenore plenipotentiarum conventum est20 et a caesareis insertum de potestate tractandi cum Gallis eorumque foederatis et adhaerentibus.21 Galli excluserunt 1) prolixum exordium, 2) foederatorum nomina, reposueruntque se tractaturos cum adversa parte eiusque foederatis et adhaerentibus.22 Utraque pars concluserat ratificationes praecise tradendas fore iuxta legatorum promissa. Alias invicem fidem dederunt de curandis plenipotentiis subscriptis ad ultimam diem Ianuarii.23 Interea temporis ratae habebuntur priores plenipotentiae et tractatus quantum fieri potest promovebitur. Exemplaria novarum plenipotentiarum mediatoribus insinuabuntur, ut deinceps cum subscriptis collata animadverti possit, num secundum fidem datam uniformia sint. Praeterea caesarei solum commissarii nuncupantur,24 quod forte aliquando controvertendi occasionem praebebit in congressibus; qua de re moderanda sine dubio rationes quaerentur, sive procurando caesareis commissariis titulum legatorum, sive utendo eodem cum ipsis titulo, aut etiam coronae respectum debitum reservando. Haec Osnabruga mihi confidenter communicata sunt.

    Deus, illustrissime et excellentissime legate, illustrissimam Excellentiam vestram conservet et felicem omnium rerum successum largiatur. Sum eroque semper,

    illustrissimae Excellentiae vestrae ...

    Amstelodami, 5 Decembris 1644.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 14 Dec. 1644.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 15 (1644, 42). Eigenh. oorspr. Handtekening afgescheurd. Beantw. d. no. 7203.
    2 - Koning Christiaan IV staakte op 30 oktober/9 november de strijd in Skåne (Schonen) en spoedde zich naar Kopenhagen (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 104-110 en p. 128-129, en Gazette 1644, no. 146, dd. 10 december 1644).
    3 - De wacht op de eilanden Seeland en Funen werd verdubbeld (Kancelliets Brevbøger 1644-1645, p. 165-166).
    4 - Een ruiter uit het regiment van de Zweedse kolonel Helmut Wrangel. Misschien was hij in het noorden van Jutland (het gebied van Vendsyssel, ten noorden van Ålborg) op een Deense patrouille gestoten; zie nos. 6729 en 6739 (dl. XV).
    5 - De Zweedse veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn had de stormaanval van het Deense koninklijke leger op zijn kwartieren in de omgeving van Lund, Lomma, Kävlinge en Landskrona goed doorstaan. Na het vertrek van koning Christiaan (supra, n. 2) kreeg hij in Skåne (Schonen) het vrije veld. Alleen de Deense garnizoenen van Malmö en Kristianstad hielden nog stand (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 109, en Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 320-321).
    6 - Twee Deense fregatten die de strijd in de Fehmarnbelt (13/23 oktober) hadden doorstaan, brachten het slechte nieuws. ‘Hier in Kopenhagen heerscht groote alteratie over deze nederlaag’, schreef de Staatse resident Carel Carelsz. van Cracauw op 29 oktober aan de Staten-Generaal: ‘Gisteren zijn de pramen en de oorlogschepen (daaronder 5 à 6 capitale schepen, de rest heeft weinig te beduiden) uit den Droogen voor Kopenhagen gebracht, zoodat de passage door den Droogen [Sont] nu vrij is’ (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 107 en p. 312-314).
    7 - Waarschijnlijk had het bericht betrekking op de zwaargewonde schout-bij-nacht Corfits Ulfeldt († november 1644 in Zweedse krijgsgevangenschap), zoon van rijksadmiraal Mogens Ulfeldt (1569-1616) en Anne Munk (DBL XV, p. 135 en p. 137).
    8 - Het gerucht dat de Deense kroonprins Christiaan (1603-1647) op sterven lag (no. 7156).
    9 - Kolonel Helmut Wrangel had met doelgerichte acties het vertrouwen gewonnen van de Zweedse ruiterij in het hertogdom Holstein. Op 14 november begaf hij zich met een legermacht van 3000 man op weg naar de winterkwartieren in Jutland (de route van Gottorf (Schleswig) over Haderslev naar Kolding en de schans van Middelvaart (Middelfart)) (Gazette 1644, no. 147, dd. 10 december 1644, en Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 594).
    10 - 's Konings tweede zoon Frederik, administrator van het aartsbisdom Bremen was bevelhebber over de Deense garnizoenssteden Glückstadt en Krempe. Volgens de Gazette 1644, no. 146, dd. 10 december 1644, kreeg hij op de 18de november slechts 800 ruiters aan zijn zijde.
    11 - Generaal-majoor Karl Gustav Wrangel hield de in de Fehmarnbelt buitgemaakte Deense oorlogsschepen Drie Leeuwen (Tre Løver) en Stormarn nog in de haven. Alleen de Patientia (48 kanonnen) en de Oldenburg (44 kanonnen) maakten de tocht naar Stockholm (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 593-595, p. 599 en p. 601).
    12 - Zie no. 7145. De Gazette 1644, no. 144, dd. 3 december 1644, publiceerde een brief uit Lübeck, dd. 14 november 1644: ‘Les Députez Suédois et Danois se doivent assambler le 25 du mois prochain; les premiers à Calmar, et les autres, à Christianopolis, pour traiter de paix entre ces deux Couronnes’. Nieuwsagenten in Kopenhagen bevestigden het bericht: ‘Ce Roy ayant depuis peu signé la publication de l'assamblée qui se doit faire pour ce sujet à Bronsbroo [Brömsebro]’ (Gazette 1644, no. 146, dd. 10 december 1644).
    13 - Harald Appelboom wachtte op nieuws over het verloop van de rijksdag in Stockholm.
    14 - De Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson voerde aan de Saale een uitputtingsoorlog met het keizerlijke expeditieleger van Matthias, graaf Gallas.
    15 - De keizerlijken kampten met het probleem dat hun konvooien op de weg van Halberstadt naar Bernburg regelmatig werden overvallen door soldaten van het leger van de Zweedse generaal-majoor Hans Christoph, graaf van Königsmarck. Op 19/20 november weken zij naar Maagdenburg uit.
    16 - De regimenten van de keizerlijke veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen hadden het front aan de Rijn verlaten. De keizer had hen bevolen om assistentie te verlenen aan het expeditieleger van Matthias, graaf Gallas.
    17 - De Hessische generaal-majoor Johann Geyso zocht over Kassel en Göttingen verbinding met het leger van de Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson aan de Saale.
    18 - De Zweedse gevolmachtigde Johan Adler Salvius had van 2/12-10/20 november een bezoek gebracht aan zijn Franse collega's in Munster.
    19 - Oorspronkelijk was de afspraak van kracht dat de Zweedse en Franse gevolmachtigden elkaar te Harkotten (ten noorden van Warendorf) zouden ontmoeten, maar de aartsbisschop-administrator van Bremen (supra, n. 10) weigerde de veiligheid van de wegen te garanderen (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 370 en p. 385-389, en Die Französischen Korrespondenzen I, p. 610-612).
    20 - Het Munsterse beraad over de ‘emendatio’ van de volmachten. Op 20 november hechtten de keizerlijke, Spaanse en Franse gevolmachtigden hun goedkeuring aan de veranderingen en verbeteringen in de formulieren; zie no. 7158.
    21 - De Franse gevolmachtigden Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Abel Servien hadden aangedrongen op de volgende aanvulling in de keizerlijke en Spaanse volmachten: ‘Praeterea tribuimus dictis Plenipotentiariis nostris plenam ac sufficientem facultatem, ibidem conferendi, tractandi et concludendi dictam Pacem cum Confoederatis et Adhaerentibus praedicti Christianissimi Regis, etc.’ (Meiern, Westphälische Friedens-Handlungen I, p. 277-280, en Acta pacis Westphalicae; Diarium Volmar I, p. 200-209).
    22 - De kritiek van de keizerlijke gevolmachtigden op de Franse volmacht van 20 september 1643 (nos. 7077 en 7160). Na lang wikken en wegen schrapten de Fransen de passage: ‘coniunctim cum Corona Sueciae, cum Nostra charissima et dilectissima amita Ducissa Regente Sabaudiae, cum Domo Hassiaca-Casselensi, cumque omnibus aliis Coronae huius Colligatis in Imperio et in Italia, sicut etiam cum Statibus Generalibus Provinciarum Unitarum Belgii’ (Meiern, Westphälische Friedens-Handlungen I, p. 202-204).
    23 - De goedgekeurde formulieren moesten in Wenen, Madrid en Parijs omgezet worden in originele akten. De Munsterse bemiddelaars Fabio Chigi en Alvise Contarini gaven de koeriers twee maanden de tijd (20/30 januari 1645) (Meiern, o.c. I, p. 280-284 en p. 350-357).
    24 - De keizer duidde zijn gevolmachtigden (plenipotentiarii) aan met ‘commissarii nostri’ (Meiern, o.c. I, p. 20-22 en p. 353).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]