Mijnheere,
Wat den heere generael Torstenson onder eigen hand aen mij geschreven, gelieve u. Exc.tie wt neffensgaende getranslateerde copye te sien.2 Gallas is wel van plaetse verandert,3 maer niet verbetert ende meent men dat die gansche armee tot eenen man toe in sich moet consumeren, daervan alrede seer goede beginselen sijn.4
Generael-lieutenant Baudis is wt Dennemarcken wederom te Dansick aengecomen,5 gaet vandaer nae Polen. Den heere veltmarschalck Horn heeft in Schoonen noch sijn hooftquartier tot Lundun.6 Den coning van Dennemarcken heeft daer buiten de guarnisoenen7 niet één compagnie in 't velt, te geswijgen een armee, dewelcke hij nae Zeelant en Funen tot defentie overgeset heeft. Generael Baur is wt Schoonen8 mede te Gluckstad9 aengecomen; men meent dat den coning derrewaerts gaet. Het continueert dat te Coppenhagen een groot hooft soude gestorven sijn10 en weet men niet eigentlijck of het den oudsten prince is.11 Den coning van Dennemarcken soeckt mede eenige trouppes in Holstijn te brengen om den oversten Helm Wrangel met gewelt daerwt te drijven, dewelcke nae de veroveringe van Hadersleven een deel sijnder regimenten nae Jutlant in de quartiren heeft laeten gaen.12 Met de andere is hij Rippen gaen besetten, sijnde de gerotteerde Judlandsche boeren, daervan jongst mentie gemaackt,13 op het gerucht van sijne comste verdweenen ende met wegwerpinge van hun geweer yder sijns weegs geloopen. In Holstijn
236
sijn wel eenige troupen van Dennemarcken, maer willen gelt hebben of niet voor den vijant gaen.14Den general-major Wrangel creust de Oostzee met eenige schepen,15 heeft drie van de grootste Deensche schepen nae Stockholm doen brengen,16 also sij te swaer en groot waaren om de Wismarsche haven in te brengen, onder dewelcke is het schip Patientia, waermede de coniginne-moeder van Sweden voordesen wt het rijck vervoert is geworden.17 Den admirael Marten Thyssen Anckerhelm is geluckigh door de Belt gepasseert, heeft in 't doorpasseren bij Nieborg18 een Deensch schip met 28 stucken verovert. Graef Woldamars houwelijck gaet in Moscau terugge19 ende segt men dat hem gepermitteert is te vertrecken op groote intercessie van den coning van Polen, die gelijcksaem heeft moeten caveren de non offendendo.20
Te Osnabrugge hebben den 21 Novembris de conincklijcke Sweedsche en keyserlijcke afgesanten de werckelijcke commutatie der volmachten van sich gegeven, gelijck dan deselve door den syndicum van die stad beederseits respective sijn ontfangen en over-
237
levert geworden.21 Sondag daeraenvolgende souden te Munster de Fransche afgesanten eenen aenvang maacken ende de propositie doen.22 God bevordere de handelinge.Ick blijve, mijnheere,
u. Exc.tie dienstwilligste.
12 Decembris 1644.
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 21 Dec.