Mijnheer,
Wij verstaen uit Francfort dat Benshem met gewelt bij de Beyerschen is ingenomen ende dat zij 'tzelve hoopen te doen te Wenshem.2 't Meeste deel van de Beierschen zijn noch in de Bergstras ende bij Hailbrun ende crijgen den hertogh van Lorraine ende Gleen
247
naebij haer,3 dewelcke schenen haeren tocht te nemen nae Mentz. Wat hiervan comen [zal], staet te bedencken, want den ‹hertogh› marescal van ‹Anguien› Turenne can geen tweeduizent man te voet bij den andere brengen.4 De Croaten uit Frankenthal doen groote coursen.5 Magalotti ende Vaubecourt zijn bijeengeweest bij Neufchasteau in Lotheringe.6 Mercy werdt gezegt te zijn bij Erpach ofte daerontrent.7 Haezfeld werdt gezegt de Elve bij Dresde te zijn gepasseert om zich bij Gallas te vougen.8Tusschen den hertogh van Elboeuf, die hier is geweest, ende d'heer Gassion, die hier werdt verwacht, zijn groote geschillen.9 Men heeft hier verclaert voor edelluiden alle de descendenten van de raide van 't parlement, grand conseil ende reeckencamer.10 Men zoect gelt ende werden tot dien einde de staten vergadert in de provinciën, daer de staten noch eenige schijn hebben [van] gezagh, waertoe den prins gaet nae 't hertogdom van Bourgogne,11 Longueville in Normandië,12 Millerai nae Bretagne,13 die daernae meent
248
te gaen nae Rome als ambassadeur extraordinaire om de obediëntie bekent te maecken;14 alwaer Plessis-Praslin15 daernae zal blijven ambassadeur ordinaris in plaetze van Saint-Chaumont,16 die thuis werdt geroepen.17In 't Milanees werd gedaen een reformatie van menage, de regimenten vergroot, de officiers vermindert.18 Daer werdt oock gelt verwacht uit Naples ende in Spaegnie ruiterie uit Italië, geretardeert door de tempeesten. Den marescal de La Motte-Odincourt comt mede thuis19 ende den grave van Harcourt maect zich gereed om te gaen nae Catelagne, alwaer de Fransoisen voor deze tijd weinigh vrunden hebben. Men twijffelt niet off Targres20 is bij de Spaignaerden [becomen], maer men zegt daertegen dat vijffhondert bij de Fransoisen in die quartieren zijn geslagen. Den coninck van Spaignie was te Madrit, den marquys van Tarragossa21 was ingevallen in Portugal. Den paus wil noch negen cardinalen maecken.22 Den prefect van de stadt, die had willen contesteren met de ambassadeurs van de coningen, is in het ongelijck gestelt.23 Men zegt hier dat de Barbaryns een
249
millioen goudt presenteren aen den hertogh van Longueville24 voor Neufcastel bij Swidserlant.25Een geschil, 'twelck scheen te willen rijzen tusschen [den hertogh van Anguien ende] den hertogh van Orleans, wiens dochter zonder zijn advys in de kerck op de obseques van de coninginne van Spaignie haer hadde de staert bij twee edelluiden doen ophouden,26 gelijck de dochtren doen van Vrancrijck,27 heeft met beleefdheit den hertogh van Orleans28 gecontenteert. Den overleden coning eer hij kinderen had, [had] deze jonge princesse29 genoech voor de zijne geadopteert ende gewilt dat zij gerespecteert zoude werden als een dochter van Vrancrijck, zonder nochtans dat daervan eenige publycque acte was gepasseert. De zaecken verandert zijnde, vind de coninginne zulcx niet goed, te minder alzoo de andere princesse van 't bloed 'tzelve wilden naespeelen. Den hertogh van Orleans laet die pretensie loopen. De questie van Zurich met de roomschgezinde cantons duirt ende zoude wel connen comen tot datelijckheit.30 Piccolomini, zoo men hier gelooft, heeft het Gulde Vlies becomen.31
250
Wij hooren dat den coning van Engelant een merckelijck voordeel heeft gehadt op Waller,32 welcke Waller zoowel als Essex ende Manchester vrij wat ombrage hebben gegeven aen het parlement33 als niet ijverigh genoech zijnde voor de zaecke van het parlement tegen den coninck.34 De gedeputeerde van het parlement die bij den coning van Engelant zijn geweest, hebben niet willen comen in conferentie, maer simpelijck antwoord [gevraecht] op conditiën die zij brachten, die men hier zeer onredelijck vindt.35 In 't parlement vallen disputen off men nae de wetten den eertsbisschop ter doot can condemneren36 ende off het oorboir [is] de Schotten dieper te laeten intrecken in Engelant.37 Basin hooren wij bij den coning ontzet te zijn, maer Scambury ende Pontefraict bij Farfax belegert.38
17 Decembris 1644.
Wij werden hier onderrecht dat den hertogh van Beieren meent tegen de voorzomer te hebben 25000 man.39 Dat Haezfeld ofte immers zijn volck bij Zwickau zijn geweest den
251
24 Novembris.40 Dat Gotz Ledenich becomen hebbende in de bergen van Walachie, de communicatie belet tuschen Rakoczy ende Olmitz.41 Dat den prins Ludovisio ten huwelijck verzoect des paus' broeders dochter.42 Dat de Françoisen in Italië haer winterquartieren hebben in de Langues ende in 't lant van Montferrat,43 de Spaegnaerden in het hertogdom d'Erme.44In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 12 Decemb. 1644 uyt Paris.