Mijnheer,
Hier is alles in den voorgaenden stant, mijnheer den cardinael gelogeert in het Palais Roial tot zijn gezondtheit ende verzeeckerheit.2 Den graef van Harcourt schijnt niet te zullen vertrecken voor de voorzomer.3 De coninginne van Engellant is wat beter te passe, maer vordert weinigh in haere sollicitatie, hoewel zij den heer cardinael heeft bezocht.4
La Motte in Lotteringe is zoo los omcingelt5 dat die van het guarnisoen coursen doen tot voor Dijon ende Chastillon in Bourgogne.6 Hertogh Carel was bij Coblentz,7 de generael Geis Cassel gepasseert, zonder dat men noch wist werwaert hij zijn cours nam.8
191
Hazfeld was Frankellant gepasseert.9 Den marescal de Turenne becomen uit zijn ziecte10 was met eenige regimenten bij Mentz om te letten wat de Beyerschen, die de rechterzijde van de Mein opgingen, zouden voornemen.11 De Fransoisen hadden gebreck van vivres, 'tgunt zij voordesen bijeengeraept hadden zijnde verdaen; bezetten met sentinelle den cant van de Rijn. De keizersche die tot Francfort zijn, zeggen dat den keizer heeft gezonden aen Galas tachtichduizent zacken coren, vijftichduizent ducaten.12 Den hertogh van Beieren heeft gezonden de zijne nae Lintz tot den keizer;13 geeft uit dat hij tevrede is af te staen 'tgunt hij in den Pals bezit14 mids dat den keizer hem wedergeve de landen aen de Entz15 ende dat hij 't churfurstendom behoude16 als eertijds geweest zijnde in zijne familie.17 De raiden zoo te Spier als te Wenen clagen over gebreck van onderhout. Men geeft uit dat den keizer van Lintz sal gaen nae Ausburg.18Te Francfort wierd gezegt dat de keiserschen in de t'zamenspraeck met de gedeputeer-
192
den van den prins Rakoczy19 begeerde[n] dat denzelve prins zoude zijn volck weghtrecken ende in corten tijd afdancken, de plaetzen wedergeven, zich met de zaecke van Hongeren niet moien ende de alliantiën tegen den keizer gemaect afgaen. Zoo de keizerschen daerbij blijven is de zaecke verre buiten apparentie van accord. Wat den prins Rakoczy uit Constantinople heeft te verwachten twijffele ick, alzoo ick verstae dat daer groote onlusten zijn ontstaen bij de Janizzaires en de Spahis,20 omdat zij geen present en hadden gehadt op de eerste reize van den Grooten Heer, pretenderende zulcx niet schuldigh te zijn dan op de eerste crijgstocht. Om welcke oorzaecke en de mescontentementen, gerezen tegen den cogea, dat is den precepteur van den Grooten Heer, die nu is cadilesque van Romelie,21 denzelve Grooten Heer was weder in haest wedergecomen nae Constantinople van Adrianople, alwaer hij was gegaen in intentie van te straffen den vaiude van Moldavie, die zich aen een Poolsch huwelijck hadde verknocht, alsoock den vaiude van Walachie,22 beide welcke desseings den gezeide Grooten Heer onverricht heeft moeten laeten.Den grave van Harcourt schijnt te wachten nae grooter preparaten ende nae Catelagne niet te zullen gaen voor het voorjaer.23 Mijnheer den prins ondertuschen gaet nae zijn gouvernement van Bourgogne24 om daer gelt te vinden, waervan hier groot gebreck is. Evenwel moet het gevonden zijn om tegen het toecomende jaer wacker oorlogh te voeren in Vlaenderen ende Duitschlant, ende defensyf in Italië ende Catelagne. Den paus heeft cardinalen gemaect zijne neef Camillo ende den broeder van den hertogh van Toscane,25
193
ende schijnt te zullen cardinalen maecken den prins Casimir van Polen26 ende den broeder van den hertogh van Parme.27Den coning van Engellant heeft Donnington ontzet,28 belegert Taunton in Sommersetshire.29 Is in persoon te Oxfort, zijn volck meest bij Monsbourou ende Wantage.30 De parlamentarissen hebben becomen Knaresbouru in Jorckshire ende Selmeslei;31 vermeerderen de wachten aen de zee32 ende verswaeren de conditiën van de vrede,33 zoodat niemant die redelijck is oordeelt dat den coninck die can aennemen.34 Hier werdt vremd gediscoureert van een declaratie die den churfurst Palsgraef heeft uitgegeven te Londen.35 Ick heb die noch niet gezien.
3 Decembris 1644.
Hier zijn goede ordonnantië[n] gemaect tegen het misbruick van gout ende zilver aen cantten ende clederen ende andere overdaet.36 Wij verstaen mede dat de staten van Brabant, Vlaendere, Henegouwe ende Artois zijn vergadert geweest te Bruissel zonder iet van
194
importantie uit te rechten.37 Dat de Beyerschen schijnen haere winterquartieren te zullen nemen aen de Necker ende in de Ringauw,38 de Fransoisen aen de cant van de Rijn aen deze zijde, ende dat deze op het casteel van Creutznach niet meer effect en doen,39 omdat den hertogh van Zimmeren, aen wie de plaetze toecomt,40 arbeidt om dezelve te stellen in neutraliteit. Dat de vloot van Provence zich laet zien bij Calabre, Sicille, Sardaigne ende Corse,41 dat de Spaensche trouppes in Italië haer houdende in 't Novarees, Lomellin, Vigevano ende bij Alexandrië,42 de Fransche lopende tot bij Nizza ende de Langues,43 malcander aenzien elck met intentie om de laetste te zijn in 't vertrecken nae de winterquartieren. Dat den paus in faveur van de Republique van Venetië heeft herstelt de schilderie,44 die den paus Urbanus had wechgenomen, van de victorie bij die republique eertijds becomen ter zee in faveur van den paus tegen den keizer Frideric Barbarossa. Dat de Castillanen een desseing gehadt hebben op Tercera door hulp van de Engelschen, maer dat het-195
zelve niet en is geluckt.45 Dat Hazfeld is in Thuringue.46 Men voegt hierbij, daer ick aen twijffel, dat zevenduizent Turcken zijn ingevallen in Stiermarck.47In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot uyt Paris, den 3 Decemb. 1644.