eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    7256. 1645 januari 14. Aan H. Appelboom.1

    Clarissime domine,

    Sicut annus hic ex omnibus partibus bonos nobis adfert de rebus Suedicis nuntios, ita felix etiam Suedis singulis et inter eos Claritudini vestrae procedat.

    Pulchrae sunt domini Wrangelii copiae pro hoc tempore,2 quo in tot partes distractae sunt regni Suedici vires. Plena Jutiae possessio magno esse usui poterit ad res transmarinas,3 ubi veris aura mare fecerit pervium. Si et proceres et plebs Danica, partim sensu praesentis, partim metu maioris mali pacem desiderat, rex Daniae contra nitendo periclitabitur,4 ne aliquando caetera de illo vaticinia rata fiant.5 Magnum sane est damnum receptum a Danis clade ultima, si vel illorum aestimationi creditur.6

    Pacis colloquia, tum in Scania,7 tum in Westfalia,8 ut exitum habeant bonum generi humano, speciatim vero rei Suediae, Deum veneror.

    Galli Cruceanaco capto9 loca Transrhenana gravibus tributis exsugent, ut iam facere coeperunt, impedientque itinera Hispanis et caesarianis per ea loca. Harcurtius nondum quidem hinc abiit, sed familiam et sarcinas praemisit Catalaniam versus. Volunt Galli in Germania militis nonnihil scribere.

    Claritudini vestrae studiosissimus,
    H. Grotius.

    355

    Lutetiae, XIV Ianuarii anni 1645, quem Deus, clarissime domine, Claritudini vestrae det felicem.

    Adres: A monsieur/monsieur Appelboom, Suedois, à Amsterdam. Port.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): D. Appelboom.

    Notes



    1 - Hs. Dresden, Sächs. Landesbibl., C 61 A, 69. Eigenh. oorspr. Gedrukt Epist., p. 740 no. 1719. Antw. op no. 7228, beantw. d. no. 7273.
    2 - De ruiterij van de Zweedse kolonel Helmut Wrangel had weer bezit genomen van de winterkwartieren in het noorden van Jutland (het gebied van Vendsyssel) (Gazette 1645, no. 4, dd. 7 januari 1645).
    3 - Grotius hoopte op het herstel van de postverbindingen met de Zweedse havenstad Göteborg; vgl. nos. 6729 en 6739 (dl. XV).
    4 - Koning Christiaan IV van Denemarken had zich neergelegd bij het advies van zijn rijksraden om meer aandacht te schenken aan een diplomatieke oplossing van het Zweeds-Deense conflict.
    5 - Zie no. 7235. De voorspelling dat ‘den coninck van Denemarck zijn conincrijck zoude verliezen’.
    6 - De ondergang van de Deense oorlogsvloot in de Fehmarnbelt (13/23 oktober 1644). De schepen die de Denen aan het vijandelijke vuur hadden moeten prijsgeven, vertegenwoordigden een waarde van 1200000 rijksdaalders.
    7 - Het Zweeds-Deense vredesoverleg te Brömsebro, op de grens van Kalmar (Zweden) en Kristianopel (Denemarken), had op 15/25 december 1644 moeten beginnen, maar op verzoek van beide partijen werd de aanvangsdatum eerst verschoven naar 15/25 januari en vervolgens naar 8/18 februari 1645.
    8 - De Duitse vorsten en standen durfden eindelijk te reageren op de Franse en Zweedse uitnodigingen ter vredesconferentie.
    9 - Onderstaande berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven, dd. 14 januari 1645.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]