Mijnheer,
Sedert den uwen van den achsten Juny uyt Colmarn hebben wij tot onse groote verwonderynge geen van uEd. gehadt, ende sonder een letterken, den 24 van deselve maent bij ons neeff tot Suderacker gescreven,2 souden wesen in een grote becommerynge; hopen teffens al wat wij verwachten uyt Stockholm te verstaen.
Schrijvens van de ambassadeurs van den 27 Juny brengt over het tractaet, soo het is op welbehagen van deze staet ende mits de croon Sweden contentement werde gegeven, gesloten.3 De articulen worden bij commissaresen, uyt de vergaderynge van Hollant daertoe gecommitteert, geëxamineert; ende verstaet Jovinianus wel dat hoe schoon het werck bij de ambassadeurs wort opgepronckt, sij nochtans bij verscheyden worden geoordeelt haren last niet te hebben gevolcht,4 medebrengende dat bijaldien de croon Sweden bij
689
hare pretensiën bleeff insisteren, sij het tractaet van 1544 souden inhereren. Andere meenen Denemarcken door noot belooft hetgene bij veranderynge van tijt niet sal observeren ende dat de crone Sweden bij bedyng van plaetsen beter op haer verseeckerheyt leth.5 Verus' man6 heeft dien staet hooch geroemt dat met de pretensiën van Sophi niet dieper in en laet als voor sooveel concerneert de leste alliantie, versouckende Aristoteles' volck7 dat bij hetgene hebben gedaen souden persisteren, meenende met Sophi de accommodatie dan wel sal wesen te vinden.Het senden van de plenipotentiaires naer Munster is nu vastgestelt, die oock tegens den eersten Augustus in Den Hage sijn beschreven om voorts den thienden te vertrecken, dat mogelijck soo precys niet sal volgen.8 Sijn Hoocheyt blijft tot Oosteekelo9 ende den heeren van Brederode ende Hauterive in haer oude post.10 Men weet noch niet dat Vranckerijck van Maersdyck is geweecken.11 De victorie, van den grave van Harcourt becom-
690
men met de passagie over de Segra tegens de Spaense,12 hout men seer groot, alsoo een groot getal op de plaetse doot, seer veel, daeronder notable officieren, sijn gevangen. La Motte is in de Franse handen13 ende den hertoch van Anguien met den mareschal Conynxmarck ende Hessen getrocken in Franckelant,14 die ick hope dat de verlossynge van uwen joncksten, die gevangen ende gequest is geweest tot Martenheym,15 sullen procureren. Sedert de groote nederlage horen wij niet van den conynck van Engelant.16Van Constans, die tot Spa is,17 sullen de bijgaende uEd. tijdyngen seggen ende desen dient principalijck om die uEd. te addresseren ende aff te vorderen ordre waer voortaen Jovinianus sijne brieven sal dirigeren, die met impatiëntie verwacht yet van uEd. te verstaen.
Desen 21 July 1645.
Adres: A monsieur/monsieur Grotius, cy-devant ambassadeur de la roine de Sueden en France.
Bovenaan de brief staat in een onbekende hand: 1645, den 21 Iulii.