Mijnheer,
Ick schrijve desen om den bijgaenden voor mijn vertreck naer Zeelant, daer ick soo datelijck naertoe gaen,2 te accompangeren. Voor het begin van September meen ick vandaer niet weder te keeren; sal echter bijaldien occasie voorvalt niet laten uEd. te advyseren, consider[er]ende uyt de beginselen dat de expeditie daer trager vallen sal. De redenen van uEd. lanck verblijff tot Suderacker ende verrichten aldaer sullen wij verstaen uyt uEd. brieven, die ons tot noch vandaer niet sijn geworden, wesende die van den 8 uyt Colmarn de leste. Connen nochtans wel affnemen uyt schrijvens van den heer De Geer van den 27 Juny, hetwelcke accuseert twee vooraffgesonden pacquetten - daer apparent voor ons wat bij sal sijn -,3 dat het uEd. versuym niet en is.
Het tractaet op agreatie bij de ambassadeurs met den conynck van Denema[r]cken
692
gesloten4 verstaen ick niet dat tot noch toe is geapprobeert ende bijaldien de croon Sweden de steden aen de Oostzee gelijcke vrijheyt heeft bedongen die sij selffs geniet in de tollen van den Eresont,5 sullen de onse haer niet connen excuseren dat op het tractaet van 1544 niet en hebben geürgeert, ende in forma oordeelt men met voorsichtych te hebben geprocedeert finalijck sonder Sweden te hebben gesloten.6Naer het veroveren van Marsdyck hebben de Fransen Linken op de Colme belegert om de pas van die riviere te verseeckeren ende meteenen tusschen Marsdyck, Grevelynge, Watten7 ende dat fort Bourburg te benauwen.8 Soolange het Franse leger daer vast is, oordeele ick niet het onse yet sal entreprenneren, sijnde oock niet apparent dat het geoccupeerde ende versterckte fort bij den heer van Brederode over de Moervaert sal connen worden geconserveert,9 hoewel met maecken van hoornwercken ende andere fortificatiën toeleg daerop is gemaeckt.10 Uyt Engelant hebben wij met den lesten ordinaris geen tijdyngen gehadt.11 In Brabant ende Vlaenderen is groote schaersheyt van gelt. Seven Oostindische scepen hebben haer gisteren onder het lant vertoont.12
693
UEd. joucksten blijft noch gequest ende gevangen tot Margentheym in Francken ende heeft den generael Mercy, versocht sijnde hem tot Franckfort tot beter cure te mogen laten transporteren, het op verboth van den Beyervorst van geen gevangenen te ontslaen, geëxcuseert,13 hoewel onder presentatie van genesen sijnde wederom in gevanckenisse te keeren. Godt wil hem bewaren ende uEd. reyse geluckelijck ende voorspoedelijck tot salycheyt dirigeren.
Desen 26 July 1645.
Soo ick desen soude sluyten, ontfange ick uEd. schrijvens van den (1)4 Juny uyt Suderacker.
Adres: Monsieur/monsieur de Groot, cy-devant ambassadeur de la couronne de Suede en France.
Bovenaan de brief staat in een onbekende hand: 1645, den 26 Iulii.