Wt degene, die ick over acht dagen schreeff, sal uE. hebben verstaen het verloop van de conynck van Denemarckens saecken. Tsedert hebben wij tijdingen, dat sijne Majesteyt was te Luckstat ende wt Vranckerijck een secours van twee dusent man hadde gecregen. Doch wert geoordeelt dat, ten sij hij promtelijck ende vigoureuselijck werde geassisteert, dat hij de Sont selffs qualijck sal connen behouden. Om dat pack op ons te nemen sijn wij te swack. Daer vallen discourssen, off men niet behoort te sien den Sont in bewarynge te crijgen. Men seyt, dat die van Hamburg, soo Tilly voorbij haer stat trok, in alarm waren ende drie musquetten sijn gelost, sonder dat yemant daervan is beschadycht, hetwelcke sij met twee hondert duisent rijckxdaelders sullen moeten redimeren.
Dat het fort St. Martin2 bij Hollanders met vivres is gesecoureert wert hier gelooft, ende dat het nu wel eenyge maenden tegen kan houden. Soo het waer is, sullen de Engelschen, die men seyt dat alreede seer beginnen te sterven,
171
haer selven daer consumeren. Den ambassadeur Carleton3 houdt seer aen, dat de schepen, die voor Vranckerijck hier sijn gemaeckt, opgehouden mochten werden, doch te vergeeffs. Hij wil de onse persuaderen, dat Vranckerijck met Spaenge een alliantie offensive ende defensive heeft besloten tegen de rebelles, ende wie Spaenge daermede meent seyt hij dat wij wel behooren te verstaen. De alliantie ende het gelt toegeseyt sal met woorden werden voldaen. Somma: souckt de beste impressiën van Vranckrijck hier niet te geven, twelck niet vremt is ende darom oock suspect moet sijn. L'abbé d'Escalles4 is noch hier ende correspondeert veel met Aureliano5 ende Maximino6; sie hem oock dickwels bij Heliogabalo7.Den viant continueert sijn wercken noch tot Santvliet ende het schorre daer over. Te Santvliet leyt hij een fort met dobbel retranchement ende wert geseyt het buytenste vijff voet, het binnenste seven hooch te sijn. De Engelsche hebben vier Egbooters van de Dunkerckers genomen ende in den gront geschooten. Tis apparent, dat twee capiteynen, die haer qualijck hebben gecomporteert ontrent het lant hare metgesellen verlatende, niet ongestraft sullen gaen.
Hoe de saecken van onsen staet staen, sal uE. wt mijn suster, die nu onder wege is, verstaen. Men spreeckt van een ambassade naer Vranckerijck ende Engelant tot accomodatie van haer different te senden, daertoe oock onder anderen den Graeff van Culemburch8 wert gedesigneert. Neffens de boucken, die ick hebbe ontboden, wilde ick wel Gradus ascensionis Bellarmini van den besten druck in cleyn formaet, wel gebonden, mij werde gesonden ende oock soo daer noch wat is morael, dat fray is, als De gemitu Columbae9. Sal uE. schrijvens verwachten.
Hier is men vast besych geweest met het point van beschrijving tegens mij gestelt10. Soo dat gisteren vooren quamen, waren de advisen different. Somyge seyden, dat men die saecke soude laten berusten, eenyge wilden, dat men advis van het Hoff soude versoucken, Haerlem dat men den fiscael soude ordonneren tegens mij te procederen. Leyden gynck verder, begeerde men mij bij provisie soude suspenderen. Wert niet geconcludeert, maer wtgestelt tot vandage ende is niet wederom voortgebracht. Off men siende, dat men er niet mede deur kan, het daer wil laten off beter occasie waernemen, moeten wij sien. Van uE. is niet gesproocken. Met grooten haest, desen 25 Sept. 1627.
UE. dienstwillygen broeder
N.v. Reigersberch.
Adres: A monsieur monsieur Grotius à Paris.
In dorso schreef Grotius: 25 Sept. 1627. N. Reigersberg.