Mijn Heer,
Ick hebbe uEds. scrijven van den elfden deser wel ontfangen ende bevinde, dat de wech over Deltoton2 de seeckerste is.
Mijn dunck Hyades3 wijsselijck gedaen heeft sich te excuseeren om in die
142
quartieren4 ofte daerontrent te blijven. Lyra5 in geval van Arctophylax6 kan hem bij Leo7 ofte elders employeren. Ick vinde tot Ursa minor8 seer weynich apparentie, soodat mijn opinie is, dat Hyades behoorde te resolveren ende op wat voet aen Pleiades9 te laeten weten.Indien Sweden die voet ingaet om alles wat sij hebben eygen te maecken, soo sal haer rijck niet lang dueren.
Van den trefves in Nederlant is weynich te hoopen, want hoe soude men konnen een middelwech vinden tussche beyde de staeten? De eene willen, dat men de Oost- ende Westindissche compagniën contentement geeft, de anderen hebben daer geen last toe; oock is het buyten haer jurisdictie; de eene begeren graef Heyndrick ende Warfusé10 herstelt in haere goederen, de andere seggen, dat dat punt den koninck11 alleen raeckt ende geen ordre hebben in haere saecken te spreecken. De Hollantsche hebben te veel kromme sprongen: eerst wilde men int handelen van den koninck niet hooren spreecken, nu soude men wel nieuwe procuratie van den koninck begeren ofte tenminsten ratificatie van de substitutie. Somma: men stelt alles int warren, daer den Pau12 seer toe arbeyt. Daerbij seggen de gedeputeerde, die van Hollant kommen, dat Vranckrijck twee milioenen getelt heeft ende het derde belooft, twelck genoech is om de Hollanders te engageren tenminsten desen somer oorloch te voeren.
Van Rijnberck hebbe ick uEd. van den 7 deser13 gescreven; men hout den gouverneur14 sich niet wel gedefendeert heeft. Hij wijt het op gebreck van amunitie van oorloch, evenwel heeft het sich al te slecht. Indien Aquila15 bijtijts toesiet, soo mochte Aries16 wel belet werden van sijne desseinen. Ick kan niet gelooven, dat hij yet van Cancer17 treckt, hoewel men mij seyt, dat hij gierich is.
Men spreeckt nu niet meer van het accord van de koninginne nochte monsieur18; dat volck is wonder veranderlijck. Het hof is nu groot tot Brussel, de koninginne, monsieur, hertoch van Nieuburch ende sijn soon19 sijn alles daer; tsijn kostelijcke gasten, daer evenwel den danck weijnich van sal wesen.
Van de kompste van den cardinael van Spaengnen20 is het gansch stil. In Silesien mochte wel slaegen omgaen.
143
Dit is alles, ende daermede blijve ick,
Mijn Heer,
UEds. ootmoedichste dienaer,
G. d'Oldenb.
Den 28 Junij 1633.
Adres (met andere hand): Aen Men Heer Men Heer de Groot etc. tot Hamburcht. Port.
In dorso schreef Grotius: 27 Iunii 1633. Stoutenb.