Mijn Heer,
D'absentie van Valerius2, die Xenocrates3 heeft geaccompangeert, is oorsaecke, dat ick uEd. schrijven van den 23 Mey4 eerst den 5 Juny5 hebbe ontfangen.
Tuchydides6 verreysde wt het Texel den 8, hadde dien dach ende den dach daeraen seer goeden wint, soodat men gist hij saterdach's avonts tot Hamburch sal connen wesen gearriveert.
Sijn Ex.tie aencomst sal wel te passe commen, want men hout den vrede tusschen Saxen ende den keyser7 voor vast gesloten, ende hoopt men sijne Ex.tie
21
presentie op de bijeencomste tot Brunswijck den hartoch van Lunenburch8 ende andere, die haar daeronder soude willen begeven, ten gemeenen beste sal connen disponeren, daer des te meer hope toe is, omdat de troupes van Lunenburch, een groot deel bij den conynck van Sweden9 gelicht, haer tot den stilstant bij Lunenburch geaccepteert niet hebben willen vougen.Voordat Bloemcool10 van Numerianus11 is gescheyden, sijn seer goede officiën volgens Irenaeus12 ordre voor Iustinus13 gedaen, waervan ick desen morgen advisen hebbe becomen, ende kan niet oordeelen, dat sijne comste Felix14 prejudiciabel kan wesen.
Wat15 rencontre tusschen den heer Saumaise16 ende professor Heinsius17 op de maelteijt tot Leyden is gevallen, sal daer al wesen geadviseert. Naer den heer Rivet18 mij seyt, soo schijnt den heer Saumaise de onlusten moede te wesen ende op een retraite te dencken. Mij is van een anderen cant voren gecommen, dat den persoon van de heer Saumaise in Vranckerijck al seer aen den heer rijxcancelier was gerecommandeert, ende wert hetselve geseyt van uEd. te wesen geschiet, daervan den heer Heinsius hem niet wel tevreden sal houden.
Wt ons leger hebben wij geen tijdyngen als van den vijffden19; doentertijt was sijne Ex.tie20 twee uyren van den viant. Brieven van Antwerpen, Eyndoven ende Den Bosch, van den achsten ende negenden respective, seggen den prince-cardinael21 den 7 met sijn leger naer Leuven is geweecken verlatende sijne retranchementen, ende sijne Ex.tie den sevenden daerin voor Thienen was gaen logeren. Ingevalle die tijdynge waer is, soo schijnt het aengeleyt te sijn om ons leger, sterck van meer als tseventych duysent sielen, van vivres te incommoderen ende daerdoor het dessein te stuyten. De twintych scepen van Baionne gecommen met 1500 Spangaerts, 300.000 guldens aen gelt, sijn de voorleden weecke sonder resistentie ofte rencontre van onse scepen binnen Duynckercken gearriveert, waerover hier groot misneygen is, want het aen geen advertentie heeft gebroocken, maer aen ordre. Sevenentwintych van de Engelsche scepen sijn seylreet ofte in zee, ende hebben alreede beginnen te tonen, dat sij des conynckx22 natuerlijcke onderdanen wt der geallieerden scepen willen lichten ende bij alle, die haer bejegenen, willen hebben gestreecken, waerin, bijaldien de Fransen difficulteyt maecken, gelijck sij apparent sullen, groten onluste soude connen ontstaen. Boven de 27 scepen werden van nieuws noch vijftiene geëquipeert. Den jalousiën tegens Vrankrijk sijn in
22
Engelant seer groot ende sullen qualijck meerder progressen connen lijden, bijsonder op hare frontieren, soodat, soo eenyge zeehaven werde in Vlaenderen aengetast, de Engelsen het souden soucken te beletten.Wt Westindiën sijn gearriveert acht scepen, vier wt Parnambuck, drie wt Guinea, een wt Quuracao. Wt Guinea brengen de scepen eenentwintych hondert marken ende ettelijcke greinen gout ende die van Parnambuc een goet getal kisten suyckeren, soo voor de Compangie als voor eenyge Portugeese coopluyden, die deselve hier commen verhandelen, ende waren noch vier duysent kisten gereet in Parnambuck om te volgen. Het fort Reael ende fort Nazareth, gelegen bij Capo St. Augustyn, waren nauw belegert.
Dat eenych volck wt Duytslant nederwaerts soude commen, horen wij noch niet. De boeren in het lant van Luyck hebbende eenyge, die vourage haelden, qualijck getracteert, is aen een burgemeester van die stat bij sijn Ex.tie sulcken comminatie gedaen, dat sij vivres ende alles om gelt hebben laten volgen, blijvende nochtans wel thien duysenden in wapenen bij den anderen.
Men verwacht dagelijckx een manifest, daerbij Vranckerijck sal verclaren den Spaengaert voor viant, ende sal buyten twijfel wel volgen, soo de successen goet sijn. Maer veele wijse sijn verwondert, waerom, soo het ernst is, dewijle Artois, Hanau ende Cambresis van volck is ontbloot, geen inval van die quartieren, daerdoor sooveel vruchten is te doen, tot noch en geschiet. Den heer Pauw23 hadde geschreven, ordre daertoe was gegeven, maer den heer Glarges24, die op de frontieren is, seyt geen gewach daervan te vernemen.
Wat uEd. te hove sal hebben vernomen, sal ick met verlangen verwachten, ondertusschen uEd. met groote bedanckynge excuseren, dat ick desen somer, mits de swackheyt van ons collegie, niet sal connen absenteren om op uEd. vriendelijcke nodynge te doen, daer ick anders seer toe ben genegen, uEd. versouckende het ooge op de neven25 gelieve te houden, opdat sij haer tijt soo mogen besteeden, dat sij niet de deliciën, maer de nuttycheden van dat lant meugen plucken.
Wat ick tot Rotterdam hebbe gedaen, sal mijn suster uEd. seggen.
UEd. dienstwillygen broeder
N.v. Reigersberg.
Desen XI Iunij26 1635, 's avonts ten seven uyren.
In dorso schreef Grotius: 11 Iuny 1635. N. Reigersberg.