eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    2118. 1635 mei 23. Aan N. van Reigersberch1.

    Mon frère,

    De ordre op 't bestellen van de brieven over Brabant weten wij noch niet wel, off herstelt sal werden, alsoo niet alleen de commerciën hyer verboden, maer oock d' goederen ende effecten toecomende de ondersaeten van Spaignie bij brieven van den coning2 ende arresten van het parlement, zijn gesaiseert. Oock een soldaet bij maniere van heraut - alsoo den Roy d'armes hem excuseerde seggende, dat hij niet en most gesonden werden dan aen coningen - belast den cardinael-infant3 aen te seggen, dat den coning door wapenen wil rechten het ongelijck gedaen aen den cheurfurst van Trier4 zijnde onder zijne protectie, sonder andersins oorlogh te denontieren. De brieven van den coning aen 't parlement seggen, dat de saecken zijn aux termes d'une rupture. Daertegen andere considereren, dat Masarini5, 's paus nuntius, is vertrocken nae Bruyssel, dat de eenige oorsaeck, dye bij de Franchoysen werdt voorgestelt, nopende de vrijheyt van den voorsz. churfurst, licht is te helpen door interventie van den paus, dat het leger onder Chastillon6, bij den coning genoemt l'armée d'Union, licht can veranderen in een simple assistentie etc.

    Te Bourdeaux is een groote seditie tegens een nieuwe seditie7: thyen, twaelff personen, waeronder eenige van qualiteyt, bij oproer omgebracht, poorten ende stadthuys ingenomen, een teycken van quade humeuren, dye oock op andere plaetsen nyet en ontbreecken.

    Ick hoop uE. de toecomende vacantie hyer sal willen besteden, opdat wij soo van 't publijck als van 't particulier tesamen mogen sprecken.

    Ick verwacht uE. ende der vrunden advys nopende onse soon Pieter8, om daerop rijpelijck te letten ende te resolveren. Sijn humeur ende gesondtheyt moeten mede comen in consideratie. Den oudste9 heeft beter zin in de taelen ende polityc

    503

    ende historiën als in de rechten. Mijnheer den rijcxcancellier10 sal hem wel employ doen hebben, als hij hem in 't schrijven van brieven onder mij wat sal hebben geoeffent. Den neeff11 van deselve heer rijcxcancellier, dye hyer syeck was gebleven, is in mijn huys gestorven, waeraen ick een goed vrund heb verloren.

    't Leger van Vrancrijck, dat nu bij de Maes is, werdt geëstimeert twintich duysent man: dan de infanterie is zeer gebreckelijck. 't Advys van de heer Joachimi12 is niet te verachten. Mijnheer den rijcxcancelier hoop ick dat nu daer is ende dat uE. hem sal hebben gesproocken van 't publyck ende particulier.

    Ick hadde d'heer Paeuw13 bij hem wel connen spreecken, maer alsoo d'heer Paeuw daervan soo schouw is, heb ick gemeent sulcx oock wel te buyten te connen staen. D'heer Justel14, secretaire van den hertogh van Bouillon15, is bij mij geweest. Las mij een bryeff, dye hij hadde van de heer van Somerdijck16, twijffelde niet van openbaer oorlogh.

    UE. gelieve Valerius17 ende anderen te doen verstaen, dat ick meer lust heb hyer te zijn dan ergens anders, waertoe uE. geen redenen en sullen gebrecken.

    Wat Stella18 aengaet, 't can sijn, dat Gracchus19 gemeent heeft, dat hij van dat volck hem wat vremd most toonen om Apuleius20 ende anderen voor die tijdt nae sijne intentie te beter te gebruicken ende dat sulcx cesserende nu een andere cours neemt. Het can oock sijn, dat de recommendatie van Latouw21 iet heeft geopereert. De vrees, die men hier heeft van Alcaeus22, is ongelooffelijck. Soo Vindex23 volck niet zondt en gaet, soude Thucydides24 mede wel op een andere cours mogen dencken, daertoe Aelianus25 licht soude raden.

    Conflans in Lorraine is bij de keiserschen ingenomen, soo ick verstae, hoewel men hier anders seit, gelijck dicmael gebeurt. Ick bidde uE. andermael, soo het sijne gelegentheit eenigsins toelaet over te comen om te helpen raedtgeven tot de directie van de twee neven Reigersberg26 ende van juffrouw Maris27.

    UE. sal gesien hebben de historie van Zelant geschreven bij d'heer van Haemstede28, waerin oock eerlijcke mentie werdt gemaect van uE. groote-

    504

    vader29. Daer sijn goede dingen: danda est venia gentibus originem suam ampliorem faventibus30. Ick sal garen verstaen, wat oordeel daervan in die quartieren werdt gemaect.

    Tot Parijs, den 23 May n. st. 1635.

    UE. dienstwillige broeder
    H. de Groot.

    Ick blijve uE. ten hoochsten recommanderende mijne saecke met Rotterdam. Veele redenen poneren mij daertoe.

     

    Terentius31 ende Bloemcool32 sijn lang wel geweest. Dat van Aelianus doende om die van de Rose33 met Caius34 niet wel sijnde, te abuseren35. Xenocrates36 sal Coluthus37 onder Vindex schut.

     

    Soo dit alles geschreven was, ontfang ick uE. brief van den 14 Mey, ende sie daeruit, dat het sluiten van de commerciën soo precys niet en gaet. Men seit hier, dat de Fransoisen Marche-en-Famine hebben ingenomen ende hardt gehandelt. Dat de oorlogschepen van Vrancrijck in staet soude sijn om veel quaedt te doen, gelove ick niet, nochte oock dat het leger soo groot soude sijn. De cavaillerie is buiten twijfel schoon. Mijnheer de rijcxcancellier heeft sedert gisteren goede wint ende sal haest over zijn. UE. ende alle de vrunden werde gebeden hem te toonen de affectie, die hij mij toont. Van de vloot van Engelant sal ick garen sien het desseing.

    Vaert wel.

    Adres: Mijn heer Mijnheer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant.

    In dorso schreef Reigersberch: broeder de Groot den 23 Mey 1635 tot Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK. H. 18e. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 2100; beantw. dd. 5 juni 1635 (dl. VI).
    2 - Lodewijk XIII van Frankrijk.
    3 - Don Fernando; zie over hem IV no. 1652, p. 412 n. 11.
    4 - Philipp Christoph von Sötern; zie no. 2097, p. 473 n. 1.
    5 - Jules Mazarin - Giulio Raimondo Mazzarini - extra-ordinarius nuntius van Urbanus VIII in Parijs.
    6 - Gaspard de Coligny, graaf van Châtillon; zie no. 2100, p. 476 n. 4.
    7 - Kennelijk een verschrijving, mogelijk voor ‘petitie’.
    8 - Vgl. betreffende Grotius' tweede zoon Pieter no. 2108, p. 489 en de nn. 5 en 6 aldaar.
    9 - Cornelis, die bij zijn ouders in Parijs was.
    10 - De Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna.
    11 - Erik Brorsson Rålamb; zie no. 2110, p. 492 n. 19.
    12 - Albert Joachimi, gezant van de Republiek in Londen.
    13 - Adriaen Reyniersz. Pauw; zie no. 2078, p. 449 n. 1.
    14 - Christophe Justel; zie over hem III, p. 212 n. 8.
    15 - Frédéric Maurice de La Tour d'Auvergne, hertog van Bouillon.
    16 - François van Aerssen, heer van Sommelsdijk (1572-1641). Na de gebeurtenissen van 1618 wordt hij een der belangrijke figuren in de Republiek.
    17 - Schuilnaam voor Ludwig Camerarius, Zweeds gezant in Den Haag.
    18 - Adriaen Reyniersz. Pauw.
    19 - Frederik Hendrik.
    20 - Misschien Hercule de Charnacé, die voor onderhandelingen in Den Haag was.
    21 - Frankrijk.
    22 - Bestand. Van Reigersberch heeft er ‘Tresves’ boven geschreven.
    23 - Frankrijk.
    24 - Axel Oxenstierna.
    25 - Petter Spiring Silvercrona; Van Reigersberch heeft er ‘Spierynck’ boven geschreven.
    26 - Johan en Pieter; vgl. no. 1977, p. 313 en n. 7 aldaar.
    27 - Niet geïdentificeerd.
    28 - Jacobus Eyndius - van den Eynde - (1575-1614); gedurende zijn verblijf op Haamstede, dat zijn vrouw Clara van Raaphorst hem bij hun huwelijk in 1609 inbracht, schreef hij de eerste twee boeken van een kroniek van Zeeland, die, hoewel onvoltooid, door de zorg van de Staten van Zeeland en vermoedelijk met de hulp van de Zeeuwse jurist en letter- kundige Johan de Brune (1589-1658) in 1634 het licht zag onder de titel: Chronici Zelandiae Libri duo auctore Jacobo Eyndio, Domino Haemstedae etc. Middelburgi, Ex officina moulertiana M.DC.XXXIV.
    29 - Jan Janse van Reigersberch (geb. ± 1510), in 1532 poorter van Veere; hij schreef Dye Chronycke van Zeelandt, Antwerpen 1551.
    30 - Een citaat? De woorden zijn mij niet van elders bekend.
    31 - Codenaam voor Frankrijk; Van Reigersberch heeft er ‘Vranck’ boven geschreven.
    32 - Axel Oxenstierna; Van Reigersberch heeft er ‘cancelier’ boven geschreven.
    33 - Duitsland; Van Reigersberch heeft er ‘Duytslant’ boven geschreven.
    34 - Zweden; Van Reigersberch heeft er ‘Sweden’ boven geschreven.
    35 - In de tekst in cijfer: 26.33.27.11.93.76.33.66.33.31., met de ontcijfering door Van Reigersberch erboven geschreven.
    36 - Axel Oxenstierna; Van Reigersberch heeft er ‘cancelier’ boven geschreven.
    37 - De keurvorst van Mainz, Anselm Casimir Wambold von Umstadt (1629-1647; geb. 1583); Van Reigersberch heeft er ‘Keurvorst van Ments’ boven geschreven.