Mijn Heer,
Over drie dagen2 heb ick met den soon van den advocaet Van Sorgen3 geschreven. Desen laet ick gaen door de ordinaris handen; hij sal uEd. seggen, dat
268
ick over twee dagen over Zeelant twee brieven tergelijck, den eenen van den XV4, den anderen van den XX Septemb., de eerste in lange, hebbe ontfangen.Wt mijne vooryge brieven sal uEd. sien, hoe weynych, nietiegenstaende soo meenychvuldygen devoiren, met Caesar5 is gevoordert. Sij seggen noyt te gelijck thuys sijn geweest, ende weet het waer is. De genegentheyt van eenyge ende die vrij wat vermogen schijnt goet te wesen, dan sonder effecten kan men hem daer weynych op verlaten. Ten ware de difficulteyt om naer vremde plaetsen te reysen off om de grote sterfte in veel steden ende dorpen van Hollant, dagelijck noch toenemende, beswaerlijck hem wt sijn huys te begeven, soude voor desen selffs wederom derrewaerts sijn geweest; moet het nu wat insien. Ondertusschen sal het, occasie vindende, niet versuymen te recommanderen.
Dat geen apparentie tot Manlius'6 vertreck is, heb ick uEd. voor desen geschreven7. Calaber8, daerop geconsulteert sijnde, seyt den dienst van Cimon9 het gans niet en kan lijden; daerop is gevolcht resolutie bij Aristoteles10 conform Gracchi11 advys van hem bij Verus12 te laten.
Philotas13, genomineert om bij Alexander14 te gaen, excuseert hem; somyge meenen het ernst is, anderen, omdat hem vestigia deterreren, ten minsten om beter conditiën te maecken. Menander15 quam in concurrentie, maer de pluraliteyt gaff Philotas de preferentie.
Den viant hout ontrent off in de Duffel noch vijff, ses duysent man tot ververssynge van het fort16, de meeste macht is naer Gennep, alwaer een brugge geslagen hebben over de Mase. Tot veroveren van het fort siet men noch weynych apparentie.
Men hout, dat den lantgrave17 mede met den keyser18 is geaccordeert. De tijdyngen van Ceulen ende Brabant seggen hartoch Bernart19 met den cardinael de la Valette20 sijn geslagen bij Gallas21, sij met de ruiterye ontrent Mets het ontcommen.
De vrienden varen wel. De verleden weeck sijn hier 93 overleden van de contage, tot Leiden 1263.
De Dunckerckers equiperen van nieuws. Soo doet men hier oock.
Desen 9 Octob. 1635.
269
Adres: Mevrouw (Me)vrouw De Groot. Tot Paris.
Op de adreszijde schreef Grotius: 9 Oct. 1635. N. Reig. rec. 1 Nov. n. st.
En in dorso: 9 oct. N. Reigersb. 1635.
Boven aan de brief: rec. 1 Nov. n. st.