eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    2341. 1635 november 7. Aan N. van Reigersberch1.

    Mon frère,

    UE. had over een tijd begeert raed om geld te beleggen2. Ick verstae, dat de republycque van Venegië geeft ses te hondert, dat men in Engelant crijght acht te hondert, d'obligatie bij twee goede coopluyden geteeckent; dye met seven ten hondert tevrede, can de beste coopman nemen, dye te London is, om aen hem 't geldt te geven.

    322

    Van Valence te becomen zye ick geen hoop. Sommige seggen, dat het belegh opgebroocken is.

    De hertogh van Savoye3 gaet dobbel.

    De coning4 is wel te pas. Belooft aen hertogh Bernhard van Weymar5 vyer millioenen 's jaers6. Ick denck, hij meent, dat het nyet lang en sal duyren. Men spreeckt zeer van paix, doch men syet daerin nyet claer, dan dat de nuntius van den paus7 zeer arbeydt. Eenige seggen, dat men te Genua de handeling wil instellen. Engelant tracht, dat de Pals tegen Lotharingen magh werden gerestitueert. Soude meer effectueren, soo zij met eenige macht in zee de Spaignaerd vrese ofte schade aendeden.

    Van mijnheer den rijcxcancellier8 heb ick advys, dat de cheurfurst van Brandenburgh9 ende de stadt van Brunswijck het exempel van den hertogh van Lunenburgh10 ende van Mecklenburgh11 volgende hebben aengenomen de Saxensche vrede12. Den coning ende cardinael13 clagen zeer over de ontrouw van de Duytschen. Seggen evenwel, dat zij met Holland ende met Swede, soo Swede wil, de wapenen willen in handen houden tot tijdt, dat men becomt eene vaste vrede.

    Mijn soon14 sende ick nae mijnheer den rijcxcancellier, om mijne ende de publycke saecken. Ick sal Dideric15 hyer verwachten. Oock bij goede gelegentheyt de boecken ende papieren.

    Vaert wel met alle de vrunden.

    Den VII Novembris nyeuwe stijl XVIcXXXV.

     

    't Schijnt mijn oudste soon geen quade zin soude hebben om ter zee te reysen, soo hij eenige eerlijcke qualiteyt conde becomen. UE. werdt gebeden daerop wat te letten.

    Dit geschreven hebbende, verstae ick, dat eenige lonten ende buscruyt angebracht zijnde in Valence de beleggers van het nemen despererende 't belegh hebben verlaeten. Oock verstae ick, dat in ons land gehandelt werdt van trefves, omdat de menees van den paus in 't stuck van de vrede aen d'onse suspect zijn.

    Aen Rohan16 was vanwegen Spaignie door Clausel17 gesonden bij de reinemère18, gepresenteert de souveraineteyt van de Valteline ende Grisons, midts aen de Spaenschen den pas laetende, beyde de religiën vrij. Hij selff - Rohan -

    323

    was versocht hem catholycq te maecken, maer aen Soubize19 soude men gelt geven om Vrancrijck door de huguenooten te troubleren.

    Den mareschal de Chastillon20 comt wederom, nyet uytgerecht hebbende bij gebreck van volck. Galas21 is een mijl van Dieuse met 12m te voet 16m paerden. Eenige van sijn volck loopen tot bij Langres.

    Ick en weet nyet, off ick uE. voor desen heb geadviseert, dat eenige voorslaen het hertoghdom van Limburgh te geven in récompense van de Pals.

    Adres: Mijn heer Mijn heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant in Den Hage.

    In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder De Groot, den VII Nov. 1635 wt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., H 19 e. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Antw. op no. 2305; wellicht tesamen met nos. 2329 en 2334 beantw. d. no. 2355.
    2 - Vgl. Nicolaes' schrijven aan Maria dd. 17 september 1635 (Rogge, Br. van en aan Maria v. Reig., p. 308/9).
    3 - Vittorio Amedeo.
    4 - Lodewijk XIII van Frankrijk.
    5 - Bernhard, hertog van Saksen-Weimar.
    6 - In margine voegt Grotius toe: pro forme, in der daet 400m croonen 's jaers.
    7 - Wellicht de extra-ordinarius nuntius van Urbanus VIII te Parijs, Giulio Raimondo Mazzarini (Jules Mazarin); vgl. no. 2343, p. 326.
    8 - De Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna.
    9 - Georg Wilhelm, keurvorst van Brandenburg.
    10 - Georg, hertog van Braunschweig-Lüneburg.
    11 - Adolf Friedrich, hertog van Mecklenburg-Schwerin.
    12 - Zie betreffende de tussen Ferdinand II en Johann Georg van Saksen te Praag gesloten vrede V, p. 292 n. 1.
    13 - De Richelieu.
    14 - Cornelis, Grotius' oudste zoon, die bij zijn ouders te Parijs verbleef.
    15 - De derde zoon Diederik vertoefde om studieredenen in het vaderland.
    16 - Henri, hertog van Rohan.
    17 - Louis Clausel; zie no. 2291, p. 245 n. 3.
    18 - Maria de Medici; zij verbleef in de Zuidelijke Nederlanden.
    19 - Benjamin de Rohan, seigneur van Soubise (1583-1642), broer van Henri; hij was de zaak der hugenoten hartstochtelijk toegedaan. Na de val van La Rochelle begaf hij zich naar Engeland en stierf te Londen.
    20 - Maarschalk Gaspard de Coligny, graaf van Châtillon.
    21 - Matthias, graaf Gallas, bevelhebber in het leger van Ferdinand II.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]