eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    87

    207C. 1611 juni 11. Van de Staten van Zeeland.1

    Erntfeste, etc.,

    Wij hebben in onse Vergaderinge gelesen uw Ed. schrijvens van den 25 der voorleden maendt2 ende daeruyt verstaen de resolutie, bij de edele, mogende heeren Staaten van Hollant genomen, van hun t'opponeren tegen het willigh decreet, bij den heere ambassadeur Aerssens versoght, van de heerlijckheyt van Sommelsdijck ende te sustineren dat deselve heerlijckheyt van Hollant alleene behoort verheven te worden, etc.3 Waerop wesende bij ons gedelibereert, hebben wij in het goede aengenomen uw Ed. excuse van in dese saecke de provintie van Zeelant niet te konnen dienen; daeromme wij gelast hebben eenige gedeputeerde, die om andere affairen derwaerts komen, aldaer t'adviseren wat daerin zal dienen tot conservatie van 's lants van Zeelants gereghtigheyt gedaen. Ende wat belanght de middele jurisdictie, zullen wij ons tot uw Ed. goede sorge verlaeten; hebben ondertusschen die van de Reeckenkamer alhier gelast alle de stukken op te soecken die eenighsints in dese materie zullen mogen dienen, die wij uw Ed. met den eersten zullen laten toekomen. Ondertusschen zullen wij betrouwen dat het lant van Zeelant niet en zal werden geprecipiteert.

    Hiermede, erntfeste, etc.

    In 't Hoff van Zeelant, tot Middelburgh, den 11 Iunii 1611.

    Bovenaan de brief staat: Aen den heer de Groot, advocaet-fiscael over Hollant, Zeelant, etc.

    Notes



    1 - Gedrukt in Notulen van de Staten van Zeeland 1574-1798, 1611, p. 182-183.
    2 - Een brief van 25 mei ontbreekt. Vgl. Notulen, p. 172-173, 198, 201 en 203-204.
    3 - Res. SH (1610-1613), p. 381-382, dd. 19 mei 1611: de Staten van Holland wilden de verheffing van Sommelsdijk voor de Hollandse Leenkamer laten registreren. Zij namen geen genoegen met een ‘willig decreet’ (WNT XXVI, kol. 766-767), waarin slechts bepaald werd dat de heerlijkheid Sommelsdijk ‘van Holland ofte Zeeland soude moeten worden verheeven’.