eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    1258. 1628 mei 13. Aan N. van Reigersberch1.

    Mon frère,

    UE. laeste, dye ick ontfangen heb, is geweest van den XXIIe. Ick heb van weeck tot weeck geschreven ende noch laest door de wegh van Amsterdam, dye ick nu wederom neme.

    Men houdt hyer voor seecker, dat de Engelschen tweemael in zee zijn geweest ende nyet alleen terugge zijn gekeert, maer oock de schepen hebben ontladen, verstaende 's conincx preparaten. Misschyen oock inclineerende tot vrede, doordyen zij de toerustinge, dye in Spaignie geschyet ende op Yrlant wel soude moghen uytvallen, apprehenderen, veel oock door jalousie tegen Buckingham2 alle zijne actie traduceren ende traverseren.

    Den hertogh van Lorraine3 arbeyd zeer tot de paix ende alrede is het commercie der Basse Normandie tusschen Vrancrijck ende Engelant gerestabilieert. Daer was een goed getal schepen ontrent het leger gezyen, 't welck eenige meenden Engelschen te zijn, andere schepen uyt onse landen gesonden om Rochelle te victuailleren, maer 't is bevonden, dat het Fransche schepen zijn, comende om sout ende meteene wat toevoer brengende voor het leger. Dye van de religie, dye alle ding eer verlyesen als de hoope, meenen, dat de Engelschen gekeert zijn, omdat sij geadviseert waeren, dat Rochelle noch geen gebreck en hadde van vivres, ende oversulcx tijdt hebben willen nemen om stercker te equipperen ende de herfstvloeden waer te nemen. Maer voor dyen tijdt sal apparent den dijck, dye nu wonder wel voortgaet, gemaeckt zijn ende alle toeganck te water t'enemael

    302

    benemen. Onlancx een gevangen, dye gehangen soude worden, heeft versocht den coning te spreecken, heeft verclaert, datter geen vivres en waeren in de stadt noch te water in en quamen, maer wel te landen door oogluyckinge ende corruptiën van de wachten van het leger, waerover hij bevrijt ende de beschuldichde zijn gehangen. Oock is hyer gecomen een eedt, dye de burgerije van Rochelle hebben gedaen van ten uyterste te persisteren ende te doen hangen, dye eerst van accoord sal spreecken. Den coning is geresolveert een tweede heraut aen de stadt te senden, hij maeckt reekenynge, gelijck oock den cardinael4, binnen twee maenden meester te zijn.

    Den hertogh van Mantua5 heeft eenige Spaegnaerden in het Mantuan geslagen; doet groote lichtinge. Den paus favorizeert hem zeer ende heeft de Switsers, catholycken ende protestanten, tsamen doen vereenigen tot onderlinge bescherming ende sluyting van de passagie voor uytheemsche trouppen; toont in alle zijne actiën zeer wijs te zijn. De ambassadeurs van Denemarcken6 hoopen, dat dit oorlogh in Italië Duytschlant wat sal verschoonen, blijven hyer noch solliciterende om geldt, dat haer belooft is. Daer is oock een edelman hyer gecomen van den coning van Sweden, dyen ick nyet en heb gesyen, waeruyt uE. can oordeelen, dat op het seggen van Narsius7 geen groot fundament en is te maecken.

    Men spreeckt van 't restablissement van den graeff van Soissons8.

    Ick heb aen monsieur de la Villauclercq9 ter occasie van de geïntercipieerde brieven van den heer Valckenburgh10 geseyt, dat desselfs actiën niet en zijn nae de wille van Sijn Extie.11. Hij seyde, soo Sijn Extie. wilde, dat men hem wel van daer soude helpen; seyde oock te wenschen, dat Sijn Extie. bij Chasteaurenard noch eenige heerlijckheden soude willen coopen om te samen te mogen erigeren een duché. Hij en soude niet quaelijck gesint zijn om als extraordinaris te gaen in ons landt; heeft aen den cardinael volgens mijne instructie tot tweemael nu geadviseert, datter wel middel is om in onsen staet te stellen een beter intelligentie met dese croone ende dat veele luyden van qualiteyt daertoe zijn geaffectioneert, bescheydende onse twee ambassadeurs-extraordinaris12 nae haere humeuren ende hen doende gedencken, dat hij voor desen sulcx nyet vresende bij Arsens13 was bedrogen geweest, gelijck hij bekent hadde. Dit doet hij te lyever, omdat dye ambassadeurs hem alles verbergen ende Bulion14 bij wijlen alleen aenspreecken, maer meest heymelijck trachten te handelen met den cardinael door entremise van monsr. de Bouteillière15, secrétaire de la reine-mère16 ende confident van

    303

    den cardinael. De ambassade in den Hage staet noch onseecker tusschen monsieur de Baugy17 ende monsieur de Hayes18, dye mij groote vrundschap toont ende hem (schept) als solliciteur van mijne cleyne affaires tot mijne groote ontlasting, soodat hij mij wel te pas sal comen, soo hij hyer blijt; soo hij oock de ambassade becomt, sal Sijn Extie. daer een goed vrundt aen hebben, gelijck hij oock altijdt getoont heeft aen dye van Chasteaurenard, zijnde buyren van sijn gouvernement van Montargis.

    De pensioenen van alle de drye soonen van Savoyen19 worden hyer opgehouden in Vrancrijck, omdat de hertogh van Savoye soo opentlijck de parthye aenneemt van Spaegnie. Evenwel laet men vanhyer niet te rockenen Spaegnien tot een inval in Yrlant, maer de Spaegnaerden, meen ick, sullen seggen: gaet voor off laet ons te samen gaen. Dat dit geruchte [gaet], can almede dyenen tot de paix, dye voorwaer zeer nodigh [en is] voor beyde de rijcken ende voor den gemeenen stant.

    Monsieur de Hayes heeft mij ernstelijck gesondeert, soo mijn restablissement in Holland niet en soude willen vallen, off ick mij niet en soude willen t'eenemael Fransch maecken ende alle interessen van mijn landt aen een zijde stellen om te meer vertrouwt te werden. Een Nederlander, genaemt Coomans20, dye bij eenighe grooten dickmael comt, is mij op hetselve wesen sonderen. Ick heb geseyt, dat ick bij alle gelegentheyt socht den coning dyenst te doen ende dat ick hoopte, dat sulcx niet en soude strijden met de conservatie van onsen staet als werdende oock bij den coning beharticht. Dit schrijff ick daerom, omdat uE. soudt considereren, dat de onseeckerheyt ende irresolutie veele dingen verachtert. Ick meen, soo ick Vrancrijck in alles wel dyene, insonderheyt in het stuck van de navigatie ende commercie, dat ick wel een staet van maistre de requestes soude connen becomen, dye mijn patrimonie vrij wat beter soude stellen. Op de discoursen vanweegen le duc de Boillon21 - dyen ick voortaen Martianus sal noemen ende zijn dyenaer22 Leo - voorgenomen, dyent rijpelijck gelet. 't Can zijn, dat Aurelianus23 meent mij daerdoor te amuseren, om off hyer nyet te doen tegen hem off mij niet te geven in dyenst van Vitellius24, 't welck ick meen is 't niet bij hem immers bij andere geaprehendeert te worden. Misschyen dat hij oock vreest, dat het in sijn absentie ende in andere maniere als hij begeert soude mogen geschieden. 't Zij in wat intentie dat sulcx geschyet, men moet zyen, off men sich van Martianus can dyenen.

    't Is mij leed, dat ick noch niet en verstae tot voordeel van Diocletianus25, maer wel van de suyvering van Brunings26 ende .....pendering van Mus,27

    304

    daer uE. can zyen, off met den lesten yet goeds te doen is, gelijck mijn huysvrouw wel meent, dat hij ons niet tegen en is. UE. gelieve mij van alles pertinentelijck te adviseren.

    UE. dyenstwillige broeder
    H. de Groot.

    Den XIII Mey XVIcXXVIII.

    Eenige meenen, dat Spinola28 wel mochte naer Yrlant gesonden worden, Ick nyet. Mijn bouck de Veritate Religionis Christiane29 wordt in het hoogduytsch overgeset tot Straesburgh30. Veele presenteren haer dyenst om 't in 't Fransch te doen oversetten, catholycken ende van de religie. Ick laet haer doen sonder het mij aen te trecken.

    Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant.

    In 's Gravenhage.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, coll. RK. Hllc. Eigenh. oorspr.
    2 - George Villiers, hertog van Buckingham.
    3 - Charles de Lorraine; zie over hem no. 1200, p. 206 n. 6.
    4 - De Richelieu.
    5 - Carlo Gonzaga.
    6 - Zie no. 1249 en no. 1215, p. 227 n. 7.
    7 - Dit slaat op herhaaldelijk gedane mededelingen uit het vaderland omtrent aanbiedingen uit Zweden, die Grotius echter niet hebben bereikt; zie no. 1063, p. 34 en n. 1 t.p.
    8 - Louis de Bourbon, graaf van Soissons.
    9 - Zie no. 1232, p. 254 n. 3.
    10 - Zie over hem no. 1218, 231 n. 9. Ter zake zie no. 1256, p. 299.
    11 - Frederik Hendrik.
    12 - Zie no. 1213, p. 222 n. 6.
    13 - Fr. van Aerssen.
    14 - Zie no. 1216, p. 228 n. 10.
    15 - Claude le Bouthillier de Chavigny (1581-1652), seigneur de Pont et de Fossigny, secrétaire des commandements de la Reine-mère en van 1628-1632 secrétaire d'État. Zie M. Prevost et Roman d'Amat, Dictionnaire de Biographie Française, t. VII. Paris 1956, s.v.
    16 - Maria de Medici.
    17 - Zie no. 1242, p. 271 n. 5.
    18 - Zie no. 1200, p. 203 n. 4.
    19 - Vittorio Amadeo (1587-1637), Maurizio (1593-1657) en Tommaso Francesco (1593-1656).
    20 - Misschien de Comans, vermeld bij Avenel, Lettres de Richelieu t. 2, p. 780.
    21 - In de tekst in code; bedoeld wordt Frédéric Maurice de la Tour d'Auvergne, duc de Bouillon.
    22 - Christophe Justel; zie no. 1204, p. 212 n. 8.
    23 - Fr. van Aerssen.
    24 - Keizer Ferdinand II.
    25 - Corn. van der Myle.
    26 - Zie no. 1244, p. 273 n. 8.
    27 - Hugo Muys van Holy, destijds een der 24 rechters.
    28 - Ambrosio Spinola, veldheer in Spaanse dienst.
    29 - Zie no. 1237, p. 262 n. 4.
    30 - Zie no. 1257, p. 300 n. 2.