eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5378. 1641 september 21. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Bapaume is den achtiende overgegaen aen den coning, waerover den gouverneur2 misschien moeite zal hebben om zich bij de Spaensche te zuiveren. Te Aire zijn vivres gevonden in eenige cloosters; de religieusen die daer waeren, daerover uitgezet. Men zegt zij geen hongersnoodt en hebben voor het einde van dit jaer. Beck3 schijnt zulcx te geloven, alsoo hij, die zichzelve tevoren stil heeft gehouden den honger verwachtende, nu gebruickt approches ende bateriën. Men zegt ons dat de Spaensche armee onder Lamboy4 bij Rijssel is gemonstert tot sesduizent te paerd, twaelffduizent te voet ende verwacht noch sesduizent man. Een deel van dit leger is gegaen om Bassee, een deel om Lens weder te belegeren.

    Men hoopt hier haest tijding te hebben van het overgaen van Conis, alwaer de Fransoisen galeren hadden in de gracht ende mijnen onder de wallen. Ondertuschen sijn aen den prince Thomas gemist twee desseings, een bij Rusignan, een bij Chierasque ende,5 zoo men schrijft, gebleven ofte gequetst dertienhondert Spaignaerden.

    Den coning heeft in druck uitgegeven het tractaet met de secrete articulen gemaect tusschen sijne Majesteit ende den hertogh van Lotteringen,6 met den eed tweemael daerop zeer solemnelijck bij den hertogh gedaen, om alle de werelt daervan te doen oordeelen. Wij verstaen den hertogh nu zoect als particulier te mogen leven.

    In Catelagne gaen de zaecken quaelijck voor Vrancrijck, in Portugael niet heel wel. Perpignan blijft van verre geblocqueert. Den cardinal-infant blijft zieck. De wapenen van den hertogh van Guize zijn weghgenomen van zijne huizen.

    Hier is een appèl d'abus geïnterjecteert tegen eene bulle van den paus,7 waerdoor aen de geestelijcken van Vrancrijck verboden wierd te contribueren tot het oorlogh.

    Men spreect van den marescal de Bressé8 te laeten gaen in Catalagne, doch werdt daeraen getwijffelt. Veele sommen gelds werden gezonden nae Provence, Catelagne, Roussillon.

    Hier is gerucht dat een legaet9 van den paus comt om vrede te maecken. Die van Brissac hebben gemist in een aenslagh, die zij hadden op het volck van Gil de Haes.10

    523

    Wij weten niet, off de coninginne-moeder van Vrancrijck11 nu zal gepasseert zijn van Douvres, maer hebben verstaen dat den cardinael-infant haer het paspoort niet en heeft willen geven zonder uitsluiting van eenige haere domestycken, bij dewelcken Spaegnië zich houdt geoffenseert.

    De Switser zijnde lang bezigh geweest met een inlandsch geschil over Rintal,12 zijn in 't einde bewogen gewerden hetzelve ter zijde te stellen ende te comen tot de zaecken raeckende den keizer ende coningen, waertoe komende hebben niet connen toestaen de begeerten van de vergadering tot Regenspurg. Op het stuck van de neutraliteit van Bourgogne13 is gevonden dat de volmacht aen den ambassadeur van Spaignië, Schavadra,14 niet en is gegeven bij den coning van Spaegnië, maer bij den cardinael-infant ende dat den brief, geschreven bij den coninck van Spaignië, was geschreven niet aen alle de dertien, maer alleen aen zes cantons, waerover veele haspeling valt. Maer de Grisons verbinden haer meer ende meer aen het huis van Oostenrijck hebbende onlancx geapprobeert het tractaet gemaect te Feldkirch,15 uit crachte van hetwelck de tien Gerechten hommage moeten doen aen het huis van Oostenrijck, die van de Engadine de capucijns ende de misse herstellen ende alle de Grisons helpen de protestanten uit de Valtoline. Men zegt hier dat de madame de Cantecroi16 in Lutsenburch zoude zijn gecomen ende aldaer vastgehouden.

    21 Sept. 1641.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 21 Sept. 1641 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 22k. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 5377 antw. op no. 5357 en beantw. d. no. 5397.
    2 - De sieur de Laurette; vgl. infra no. 5392.
    3 - Johann von Beck (no. 5140 n. 19). Het volgende ‘stil’ is in het hs. herhaald.
    4 - Wilhelm, baron van Lamboy (no. 5005 n. 12).
    5 - In het hs. volgt nog eens: bij Chierasque.
    6 - Zie no. 5374 n. 7.
    7 - Zie no. 5374 n. 13.
    8 - Urbain de Maillé, markies van Brezé, maarschalk van Frankrijk (no. 5142 n. 16), was van oktober 1641 tot mei 1642 Frans onderkoning van Catalonië.
    9 - Girolamo Grimaldi (no. 5374 n. 12).
    10 - Gilles de Haes, Vlaming in keizerlijke dienst (no. 5041 n. 20).
    11 - Maria de' Medici.
    12 - Grotius ontleende dit Zwitserse nieuws vermoedelijk aan de brief van C. Marin dd. 5 september 1641, no. 5349; zie aldaar.
    13 - Bedoeld is de Franche Comté.
    14 - Diego de Saavedra y Fajardo (no. 5239 n. 6).
    15 - Vergelijk van Feldkirch, op 9 augustus 1641 gesloten tussen aartshertogin Claudia en Graubünden.
    16 - Béatrice de Cusance, prinses van Cantecroix (no. 5041 n. 7).