eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5684. 1642 april [19]. Aan W. de Groot.1

    Frater optime,

    Legi praefationes Riveti et epigramma.2 Omnibus his ut et libro ipsius - nam anonymi librum3 legere mihi non vacat - respondi, sed breviter. Ostendam amicis et, si ii suadent, edam. Epigramma tuum4 et sensu et verbis melius est illo aulici. In epistola mea5 nihil est, quod me aut alium multum possit laedere, neque me paenitet postea didicisse quaedam. Sed Utenbogardus quae de Arminio praedixerat in se expertus est.6 Rogo eum officiose salutes. Filium meum maximum natu valde tu ignoras.7 Nunquam aut librum quenquam inspicit aut quicquam agit serii.

    Exemplaria de Iure belli ac pacis iam huc venere, sed ad me nulla. Vosbergio opto bonam valetudinem ex animo.8 Iam e Suedia literas habui privatas super Annotatis, sed valde aequas. Respondi placide et dixi meo opere iam hic cognosci Confessionem Augustanam ac valde benigne de ea iudicari; quod et verum est.9 Sed et si mihi ob studium sarciendae ecclesiae incommodi aliquid immineret, non propterea mutarem factum:

    Fortem facit vicina libertas senem.10

    Petrus quae pridem agit non probo. Si tamen agat peiora, et illa scire debeo. Quanquam id non meretur, tentavi tamen amicos, an Amstelodami posset aliquo esse in opere honesto.11

    192

    Privata mea12 quod attinet, non puto testimonium mihi datum ea lege ne uterer. Velim, si aliud non audes, chartas omnes aut tu aut dominus Reigersbergius detis Veldio, ut edi curet.

    29 [sic] Aprilis 1642.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 935 App. no. 596; de passage ‘Petrus ... honesto’ alleen gedrukt in Clavis Epist. De datering van de brief op 29 april kan niet juist zijn: de brief vormt het antwoord op no. 5669 en wordt beantwoord door no. 5699. Gelet op de reeks van wekelijkse correspondentie, lijkt het beter de brief op 19 april te dateren.
    2 - Grotius had sinds kort de beschikking over alle katernen van Hugonis Grotii in Consultationem Cassandri annotata. Cum necessariis animadversionibus Andreae Riveti... (BG no. 1172).
    3 - De Tractatus de Christianae pacificationis et ecclesiae reformandae vera ratione.
    4 - Willem had spontaan een repliek geschreven op het anonieme epigram in het werk van Rivet. Hij wist echter toen nog niet dat hofsecretaris Constantijn Huygens de geestelijke vader van het gedicht was.
    5 - Grotius' brief aan Nicolaes van Reigersberch van [juni] 1608 (vgl. no. 137 (dl. I)) was in handen gekomen van Rivet.
    6 - De door Rivet openbaar gemaakte brief bevat een passage waarin een voorspelling van de remonstrant Johannes Wtenbogaert wordt aangehaald.
    7 - Cornelis de Groot leefde nu zonder emplooi bij zijn ouders in Parijs.
    8 - BG no. 571; Caspar van Vosbergen jr. zou oorspronkelijk zorg dragen voor het transport van de auteursexemplaren.
    9 - Gedoeld wordt op de brief van Gustaf Rosenhane. Hierin berichtte de Zweedse edelman dat naar aanleiding van de Annotata ad Consultationem Cassandri (BG no. 1165) vragen waren gerezen over de godsdienstige overtuigingen van de auteur (no. 5547). Grotius beantwoordde de brief op 22 maart (no. 5646).
    10 - Seneca, Hippolytus 139.
    11 - In de zaak van zijn zoon Pieter had Grotius een week eerder de voorspraak van zijn zwager Reigersberch gevraagd; vgl. no. 5676.
    12 - De uitgave van de Autentycque stucken, raeckende de saecke van den heer Hugo de Groot... (BG no. 889). Er werd overwogen het toezicht op de publicatie van de documenten - waaronder het ‘Delfts testimonium’ van 1637 - over te laten aan Willem Cornelisz. van Velden. Zie voor de aarzelingen van Willem de Groot, no. 5598.