eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    576

    6006. 1642 december 20. Aan W. de Groot.1

    Mi frater,

    Exspectabo Riveti librum2 et sententiam amicorum - inter eos et domini Vossii si velit - quid mihi faciendum sit. Tum vero de poematis, Lucano, Anthologia non opus est saepe scripta repetam.3 Iesuitam vapulentem non vidi. Si opus sit, videbo.4 Florum sparsio spero ad vos venerit.5 Velim ad me veniant Borboritica nova.6 Ego nunc ad Apocalypsim scribo et multum me lucis allaturum spero.7

    De rebus Anglicis8 rumores et hic veniunt. Post cardinalis mortem manent caetera ut hic erant. Sed principes sanguinis puto locum suum obtenturos supra cardinales. Omnes illi custodes corporis quos rex coactus sane, non volens, dimiserat, partim rediere, partim iussi sunt retinere munera sua nec ea in alios transcribere, quod ante eis imperatum fuerat. Lites ex testamento nascentur, et graves.

    Domino Hogerbetio9 velim significes me eius esse amantissimum et ei domuique totae optare prosperrima omnia. Saluta nostros, et nostra ut soles cura,

    tibi obligatissimus frater,
    H. Grotius.

    20 Decembris 1642.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 946 App. no. 631. Antw. op no. 5990.
    2 - Deze week werden de eerste exemplaren van Rivets Apologeticus pro suo de verae et sincerae pacis ecclesiae proposito, contra Hugonis Grotii Votum, Leiden 1643, door de drukker Elzevier in omloop gebracht.
    3 - Van de afspraken met de Amsterdamse uitgever Blaeu over het laten verschijnen van Grotius' werk kwam weinig meer terecht; vgl. BG nos. 1 en 534. Een deugdelijke toezegging bestond alleen nog maar voor de publicatie van de nieuwe aantekeningen bij Lucanus (BG nos. 430 en 431).
    4 - In 1635 was van de hand van André Rivet een werk, getiteld Jesuita vapulans, verschenen.
    5 - De vijf, op 8 november verstuurde presentexemplaren van de Florum sparsio ad Ius Iustinianeum (BG no. 791).
    6 - Al geruime tijd lag bij Willem de Groot de Concordia discors et Antichristus revelatus van de Bossche hoogleraar Samuel Desmarets (Maresius) op verzending naar Parijs te wachten; vgl. no. 5949.
    7 - Niet zonder aarzeling (vgl. no. 5961) was Grotius aan het opstellen van deze aantekeningen begonnen. Zij verschenen posthuum in het laatste deel van zijn Annotationes in Novum Testamentum (BG no. 1141).
    8 - Deze berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven van 20 december.
    9 - Adriaen Hogerbeets, aan wie Grotius op 29 november een brief had geschreven (no. 5972).