eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    421

    6332. 1643 juli 25. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    De vrundschap van mijnheer den prins van Condé, gelijck oock van de personen die ontrent de coninginne ende den hertogh van Orleans zijn, zal ick zorgvuldelijck onderhouden. UE. mach bedencken wie die van Rotterdam2 best tot reden zoude connen disponeren om niet te comen tot het uiterste.

    Alles gaet hier wel. De ontslaging van de Engelsche schepen3 schijnt oorboir te zijn, maer staet te letten off daerdoor niet vermindert en werdt het soustenu van de commercie op Duinkercken te mogen beletten. 'tGunt monsieur Boswel proponeert is redelijck.4 Ende op 't stuck van de alliantiën van Vrancrijck dienen alle de articulen wel geëxamineert.5 Waertoe de humeuren daer strecken in 't stuck van oorlogh, vrede ofte bestant, zal ick garen verstaen.

    Ick en weet niet bij wie toecomt dat onser dochters proces6 niet en is in staet van wijzen. Rivet heeft mijne ende zijne stucken op de religions-vrede gezonden om herdruct te werden nae Genève. Aen de cant van den brief van den prins van Orangie7 aen mij heeft hij gestelt: ‘Nihil ad propositum facit, itaque omittenda est’.8

    25 Iulii 1643.

    Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant, nu ten huise van mijnheer den reeckenmeester van Reigersberg, tot Middelburg.9 Port 2 st. 4.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 24 [sic] Iuly 1643 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 32l. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 6333.
    2 - De discussie over de wijze waarop de Rotterdamse stadsbestuurderen herinnerd moesten worden aan hun verplichtingen jegens hun vroegere pensionaris (no. 6269), wordt in deze brief voortgezet.
    3 - Begin juli waren enkele Engelse koopvaarders bij het verlaten van de haven van Duinkerken door schepen van de Staatse blokkadevloot aangehouden en ter visitatie opgebracht naar Zeeuwse en Hollandse havens. Na een zorgvuldige inspectie, op grond van een resolutie dd. 30 mei 1643, gaven de Staten-Generaal op 21 en 22 juli aan de betrokken admiraliteiten opdracht tot opheffing van het beslag (S. Groenveld, Verlopend getij, p. 159-160).
    4 - De Engelse koninklijke resident sir William Boswell had op 3 juli de Staten-Generaal een schrijven van koning Karel I van 1/11 mei aangeboden waarin de koning scherp protest aantekende tegen de erkenning van Walter Strickland als onderhandelaar namens het Parlement (Res. SH, dd. 10 en 15 juli 1643, en Archives d'Orange-Nassau, 2me série IV, p. 83-84).
    5 - Het op 30 maart 1643 verlengde Frans-Staatse subsidieverdrag was door de dood van koning Lodewijk XIII ontbonden. Op 15 juni sprak het nieuwe bewind in Frankrijk de wens uit om het tractaat onveranderd over te nemen. Na ampel beraad stemden de Staten-Generaal met dit voorstel in (Res. SH, dd. 9, 10, 14 en 15 juli 1643).
    6 - Deze onderwerpen behandelde Grotius ook in zijn brief aan Willem de Groot (no. 6331).
    7 - Nicolaes van Reigersberch zal André Rivet dankbaar zijn geweest voor het weglaten van de brief van Frederik Hendrik in de herdruk van Grotius' Votum pro pace ecclesiastica in de Catholicus orthodoxus; zie nos. 5915 en 5919 (dl. XIII).
    8 - Deze informatie kan komen van de reislustige Isaac Vossius; vgl. no. 6331. Voor een bevestiging van dit nieuws had Grotius ook te rade kunnen gaan bij Rivets correspondentievriend Claude Sarrau; vgl. Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau I, p. 397.
    9 - David van Reigersberch, broer van Nicolaes, rekenmeester van Zeeland (van der Aa, Biographisch woordenboek(fo) VI, p. 58).