eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    422

    6333. 1643 juli 25. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Ick heb brieven gebracht van de coninginne van Swede aen de coninginne-regente alhier2 ende vinde de affectie seer goed aen beide zijden.

    Den hertogh van Anguien is aen de gracht gecomen voor Thionville,3 heeft gelt4 ontfangen van mijnheer den prins zijn vader ende eenige verstercking van infanterie. Van 't goed succes van die belegering werdt te minder getwijffelt, omdat den prins van Orangie een groot deel ophoudt van de Spaensche trouppes ende den hertogh van Angoulesme een vliegend leger heeft om te beletten alle 'tgunt de Spaenschen tegen Vrancrijck zouden mogen voornemen.5

    Wij hooren dat den marescal de La Motte-Odincourt op de Spaegnaerden Toleta heeft becomen,6 dat den prince Thomas renfort uit Vrancrijck verwacht om Alexandrië ofte eenige andere plaetze van importantie te belegeren.7 Dat den marescal de Guebrian is bij Hohentwiel, de Beyerschen over den Donau nae Ulm toe.8 Dat de geconfedereerde9 tegen den paus gaen nae Ferrare ende eenige plaetsen becomen hebben daertoe nut sijnde, oock nae Urbin, ende dat die van Venetië hebben genomen Porto Cesenatico, de Toscanen Martinelle, een plaetse op de zee, een daghreis van Rome.10 Dat, hiertegen 't volck van den paus gaen in 't Modenois ende dat die uit Ferrare waeren gegaen, genomen hebben Porto de Vallone.11 Oock dat eenige rencontres zijn uitgevallen geluckigh voor des paus' volck. Den coning van Spaignie [is] vermaent om den paus te assisteren volgens de wetten van de leenen die hij bezit.

    423

    Wij hebben hier gezien de declaratie van den coning van Engelant,12 waerbij sijne Majesteit verbiet de vergadering te Londen te houden voor een parlement. Hooren oock dat sijne Majesteit arbeidt om het oorlogh van Ierlant te doen cesseren13 om hulp vandaer te crijgen ende dat de hooge camer van het gepretendeerde parlement14 zich stelt tegen het voornemen van de lage om de Schotten in Engelant te doen comen, meenende dat zij 't haere wel op zullen crijgen zonder zooveel hulps. Men schijnt hier gezint iemant te zenden om de differenten in Engelant tusschen den coning ende zijn volck wech te nemen.15

    Den paus doet belofte aen de coninginne van den bisschop van Bauvais16 bij de eerste occasie cardinael te maecken, zeggende niemant in Vrancrijck te kennen daertoe [meer] capable. 't Parlement van Parijs heeft niet alleen te niet gedaen de sententie gewesen tegen den hertogh van Elboeuf17 ende hem onschuldigh verclaert, maer oock hem gereserveert sijne actie van schade ende interesten daer hij te raiden zal vinden, dat is te zeggen tegen d'erfgenaemen van den geweesde cardinael. De declaratie voor die van de religie is noch niet geverifieert in het parlement.18 Ick en weet niet wel waer het hapert, maer vinde zulcke uitstel periculeux.

    Vanhier werdt nae Swede geschreven om den ambassadeur van Portugal mede te doen admitteren tot de conferentie van de paix.19 Den paus heeft door zijn heel gebiet 't zilverwerck zijne onderzaeten afgeleent om gelt te slaen.20 't Fort Galwai in Ierlant21 is

    424

    in poincte om zich over te geven aen de roomschgezinde Ieren.

    25 Iulii 1643.

    In dorso staat in een onbekende hand: Den 20 [sic] July 1643.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 32k. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 6332. Copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 4 augustus 1643).
    2 - Op vrijdag of zaterdag 24/25 juli overhandigde Grotius de regentesse de Zweedse koninklijke condoléancebrieven van 10/20 juni 1643; zie nos. 6274 en 6330.
    3 - De Gazette 1643 kwam op 23 juli (no. 91) uit met een ‘extraordinaire’ waarin verslag werd gedaan van ‘les progrez de l'armée du roy devant Thionville’.
    4 - In een brief aan zijn vader raamde Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, de kosten van de door hem ingezette belegering van Thionville op 400000 francs (Aumale, Histoire des princes de Condé IV, p. 529-533).
    5 - De troepenmacht van de Zuidnederlandse gouverneur don Francisco de Melo lag ingeklemd tussen het Staatse leger bij Assenede en de ‘vliegende’ brigades van Charles de Valois, hertog van Angoulême, in Picardië en Champagne.
    6 - Nadat hij het garnizoen van Monzón had bevoorraad drong de Franse onderkoning Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, het gebied van de Ribagorza - met plaatsen als Benabarre, Estadilla, Peralta de la Sal en Calasanz - binnen; vgl. de Gazette 1643, nos. 93 en 96, dd. 25 juli en 1 augustus 1643, met berichten over de belegering van Estadilla (bij Grotius: ‘Toleta’?).
    7 - In werkelijkheid werkte prins Tommaso Francesco van Savoye na de verovering van Villanova d'Asti (12 juli) een plan uit om met vereende Savoyaardse en Franse krachten de stad Trino te overmeesteren (Lettres Mazarin I, p. 261-262 en p. 293-294; Lettres de Turenne, p. 377).
    8 - Maarschalk Guébriant, die de plaats Engen als uitgangspunt had gekozen voor een opmars in de richting van de rivier de Iller, kwam tot de ontdekking dat het Zwabisch-Beierse leger van François de Mercy en Johan van Werth alle toegangswegen had geblokkeerd (Episodes Guébriant, p.340-343).
    9 - De troepen, die Venetië, groothertog Ferdinando II van Toscane en Francesco I d'Este, hertog van Modena, tegen paus Urbanus VIII in het veld hadden gebracht, voerden acties uit op drie fronten: de hertogen van Modena en Parma probeerden de pauselijken uit het gebied tussen Modena en Ferrara te verjagen, de Venetianen bestookten de Adriatische kust en de groothertog leidde zijn leger langs de westoever van het Trasimeense Meer om op die manier de route van en naar Rome beter te kunnen controleren.
    10 - Vermoedelijk de plaats S. Marinella; vgl. de Courante 1643, no. 30, dd. 25 juli 1643, en de Gazette 1643, no. 100, dd. 8 augustus 1643.
    11 - Volano, plaats aan de Po ten oosten van Ferrara.
    12 - In de ‘extraordinaire du XXIII juillet’ van de Gazette 1643, no. 91, verscheen de Franse vertaling van ‘The King's Proclamation forbidding obedience to the Parliament, and for calling the members to him at Oxford’ van 26 juni/6 juli 1643; zie no. 6323. Ook in de Republiek bestond belangstelling voor het ‘Placcaet des Konings van Engelant; daer bij waerschouwende alle sijne Majesteyts goede ondersaten, haer niet langher te laten misleyden door de stemmen ... des Parlements’ (Knuttel, Cat. v. pamfl. no. 4935).
    13 - Koning Karel I had zijn vertegenwoordiger in Ierland, James Butler, graaf van Ormond, gemachtigd tot het voeren van besprekingen met vertegenwoordigers van de katholieke ‘confederation of Kilkenny’ over het aangaan van een wapenstilstand voor de duur van één jaar (A new History of Ireland III, p. 306-308).
    14 - De leden van het Lagerhuis overtuigden de aarzelende ‘Lords’ al spoedig van hun politieke ongelijk (CSP Ven. 1642-1643, p. 294).
    15 - De heer van Cressi (Gressy) had de Franse regering gewezen op de noodzaak van herstel van de diplomatieke betrekkingen tussen de twee landen. Op 5 september 1643 maakte kardinaal Jules Mazarin aan de koning van Engeland bekend dat zijn regering aan Henri de Lorraine, graaf van Harcourt, opdracht had gegeven om een vredesmissie uit te voeren (Lettres Mazarin I, p. 343-344).
    16 - Auguste Potier, bisschop van Beauvais, verkeerde in de waan dat de regentesse hem nog eens kardinaal-eerste minister zou maken. Eind mei (no. 6237) mocht hij het genoegen smaken dat voor het bevorderen van zijn promotie in de kerkelijke hiërarchie de abt Marescot(ti) naar Rome werd gezonden (Mémoires de Montglat I, p. 411).
    17 - In zijn Journal tekende Olivier Lefèvre d'Ormesson onder de datum 23 juli (I, p. 85) aan: ‘L'apresdisnée, M. de Breteuil me vint voir, qui me dit comme au parlement ils avoient absous M. d'Elbeuf [ = Charles II de Lorraine, hertog van Elbeuf], et, après avoir lu les informations, avoient prononcé par nullement et incompétemment jugé au parlement de Dijon’.
    18 - De ‘Déclaration portant que les religionnaires jouiront de l'exercice libre et entier de leur religion, conformément aux édits, déclarations et réglemens’ was op de 8ste juli aan de openbaarheid prijsgegeven. Een kleine maand later, op 3 augustus, werd de verklaring door het Parlement van Parijs geverifieerd (Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 49 en 69-70).
    19 - De Portugese ambassadeur in Parijs, Vasco Luís da Gama, graaf van Vidigueira, had dit onderwerp aangekaart bij de Franse regering (Prestage, The diplomatic relations, p. 9 en p. 15-29). Vooruitlopend op een definitieve beslissing nam zijn collega dr. Rodrigo Botelho de Moraes de taak op zich om in Stockholm de zaak van de Portugese vertegenwoordiging op de vredesconferentie toe te lichten (Svenska Riksrådets Protokoll X (1643-1644), p. 226 en p. 241).
    20 - Krachtens bevel van 16 juni moesten de Romeinen al hun zilverwerk overdragen aan de pauselijke kas (Pastor, Gesch. Päpste XIII 2, p. 874).
    21 - Het laatste nieuws over de capitulatie van het protestantse garnizoen van Galway werd bekendgemaakt in de Gazette 1643, no. 93, dd. 25 juli 1643.