eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6360. 1643 augustus 10. Van W. de Groot.1

    Frater optime,

    Nudiustertius ruri in agro Vornano tuas et uxoris ad me et filium tuum accepi litteras,2 et has quidem filio tradere non potui, quia is octavo abhinc die Amstelodamum est profectus,3 nequedum ad nos rediit, quare uxori tuae hac quoque vice non respondebo, scriptionem in proximum differens. Ad tua ut veniam, laetor amicos recte ad vos pervenisse4 et ea attulisse quae tibi non fuere iniucunda. De opera pro publicatione edictorum posita tibi gratias debet Gallia, imprimis vero protestantes.5 Cartesius hic multos habet amicos, etiam in academia Lugdunensi,6 non parvi nominis, et eo est ingenio et genio ut Voetio larvam suam egregie detrahere valeat, dignum ea patella operculum. De editione tuorum serio cogito, et iam aliquoties scripsi.7

    Prioribus tuis litteris per absentiam respondere non potui. Nunc hoc habe: adventum

    463

    Vossii et quae praeterea de manuscripto ab ipso viso scribis, laeto a me animo accipi8 et pro iis quae de retractatione sententiae Elbovianae memoras, gratias agere;9 de antagonista vero Riveti me hoc quidem tempore desperare atque ita tua, si iubes, remissurum.10

    Ex Anglia incerta multa nuntiantur. Illud constat reginam iam ad regem pervenisse11 et regios nova potitos victoria,12 dissidere in parlamento nobilitatem et plebem, adeo ut a secessione parum absit, Kentiam quoque provinciam novum recusare iusiurandum.13

    Hic in Conventu Ordinum nihil fere actum est, nisi quod deputati Ordinum, ut et ipse Catsius, iureiurando adacti de servandis iis mandatis quae Conventui Foederatorum praescribuntur.14 Matenesius, vir sane probus, gravamina sua proponit et moras nectit, in quo si perstet, eum quem iam tenet locum proculdubio deseret cum magno Hollandiae malo, quae talem successorem non facile repertura est.15

    Deus Optimus Maximus te, uxorem, liberos diu sospitet,

    tibi obsequentissimus frater,
    Guilielmus Grotius.

    Hagae, X Augusti 1643.

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur de la reine et couronne de Suede, à Paris. Port 14 s.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 17 Aug.

    En in dorso: 10 Aug. 1643 W. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 368. Eigenh. oorspr. Antw. op nos. 6331 en 6342, beantw. d. no. 6376.
    2 - De brief van Maria van Reigersberch ontbreekt.
    3 - In zijn schrijven van 9 augustus (no. 6358) berichtte de Amsterdamse hoogleraar Gerardus Joannes Vossius aan Grotius dat Pieter de Groot hem die dag met een bezoek had vereerd.
    4 - De aankomst in Parijs van de rechtenstudenten Adriaen van der Goes en Gerard Tuning.
    5 - Grotius' bijdrage aan de totstandkoming van de ‘Déclaration portant que les religionnaires jouiront de l'exercice libre et entier de leur religion, conformément aux édits, déclarations et réglemens’.
    6 - Aan de Leidse universiteit was Adriaen Heereboort (1614-1661), onderregent van het Staten College, het best in staat om een oordeel te vormen over de betekenis van de strijd van René Descartes tegen de gevestigde vaderlandse theologen Gijsbert Voet en Martin Schoock; vgl. Briefw. C. Huygens III, p. 432, en IV, p. 11.
    7 - Willem de Groot wachtte op een gesprek met Justus Rijckewaert over de mogelijkheid om Grotius' Anthologia Graeca (BG no. 534) en poemata bij de Rotterdamse boekhandelaar-uitgever Johannes Naeranus uit te geven.
    8 - Isaac Vossius had bij terugkeer in Parijs verslag uitgebracht van zijn uitgebreide speurtocht in Italiaanse bibliotheken.
    9 - Het Parlement van Parijs was de afgelopen maand tot de uitspraak gekomen dat Charles II de Lorraine, hertog van Elbeuf, in 1633 ten onrechte voor het Parlement van Dijon was gedaagd.
    10 - In de Republiek kon Willem de Groot niemand vinden die Rivets Apologeticus pro suo de verae et sincerae pacis ecclesiae proposito, contra Hugonis Grotii Votum (BG no. 298 en BsG no. 319) wilde beantwoorden. Het onder hem berustende ‘dossier Rivet’ lag onbenut in Den Haag.
    11 - Op de 25ste juli sloot koningin Henriëtte Maria van Engeland haar in februari aangevangen reis af met een gelukkig weerzien van de koning in Oxford.
    12 - De koninklijke successen in Yorkshire en Wiltshire (de slag bij Roundway Down van 13/23 juli).
    13 - De verlangde eed was het antwoord van het Parlement op ‘The King's Proclamation forbidding obedience to the Parliament, and for calling the members to him at Oxford’ van 26 juni/6 juli 1643 (CSP Ven. 1642-1643, p. 294 en p. 305-306).
    14 - De Hollandse gedeputeerden ter generaliteit, met inbegrip van raadpensionaris Jacob Cats, legden op 5 augustus de eed af op de nieuwe instructie (Res. SH, dd. 5 augustus 1643, en Aitzema (fo) II, p. 909-911).
    15 - Johan van Mathenes (1596-1653), lid van de Hollandse ridderschap, weigerde het voorbeeld van zijn collega's na te volgen op grond van het feit dat zijn stand geen steun had gegeven aan het voorstel (S. Groenveld, Verlopend getij, p. 86).