eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    525

    6409. 1643 september 7. Van H. Appelboom.1

    Illustrissime et excellentissime domine legate, domine et patrone observandissime,

    Excellentiae vestrae literas, 29 Augusti datas, 5 Septembris qua par fuit reverentia accepi et legi.

    In Suedia res ex voto eunt. Holmiae futuro mense Octobri comitiae regni celebrabuntur.2 Reliqua ut solent et esse debent. Aegre fert Battavica gens, quod cogatur in Cimbrico freto solito vectigali addere 80 imperiales pro qualibet navi 12 millium tonnarum capaci.3 Praeterea Danus ab omnibus proventibus suis grandem colligit pecuniae summam; qua si militem sit collecturus aut rem aliam moliturus, tempus edocebit. Legatos suos iam Osnabrugam misit,4 quo etiam nostri festinant.5

    Hic pacata ne dicam omnia an turbata, dubius haereo, cum certum sit omnia non minus in partes scissa esse quam in Anglia, nec deesse quicquam praeter ducem ac flammam. Quod si antea ignorassent advenae, hisce diebus palam id factum est a literis regis Magnae Brittanniae ad Status Generales, quae hic typis sunt mandatae, et non dubito quin ab amicis Excellentiae vestrae antea transmissae sint.6 In nonnullis urbibus publica in ecclesiis vota faciunt pro parlamento contra regem,7 sed non minor illa plebis pars est quae pro rege et Auriaco, novo nunc victore,8 supplices ad Deum manus tendit; quae eousque iam venta sunt ut haec partium studia, fere sola, itineris moras laxent in navigiis curribusque.

    Deus omnium mentes pacare velit et ad pacis dirigere consilia. Cuius protectioni etiam Excellentiam vestram illustremque familiam devotus commendo, futurus, quoad vixero, illustrissime et excellentissime domine,

    illustrissimae Excellentiae vestrae addictissimus servitor,
    H. Appelboom.

    Amstelodami, 7 Septembris 1643.

    526

    Quia literas Chemnitii non ingratas fuisse Excellentiae vestrae comperi, etiam has eiusdem pari devotione mitto.9

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 16 Sept.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 15 (1643, 6). Eigenh. oorspr. Antw. op no. 6394, beantw. d. no. 6433.
    2 - De Zweedse rijksdag kwam op 10/20 oktober 1643 in de Stockholmse troonzaal (rixsal) plechtig bijeen (Svenska Riksrådets Protokoll X (1643-1644), p. 290-296).
    3 - Tegen de regels van het accoord dat de Republiek en Denemarken op 23 september 1641 te Glückstadt hadden gesloten, eigende koning Christiaan IV zich deze zomer het recht toe om Hollandse schepen bij het passeren van de Sont een heffing op te leggen van vier stuivers ‘Brugge- ofte Haven geldt’ per vervoerde last (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 35-39).
    4 - De Deense koning liet zich op de vredesconferenties vertegenwoordigen door kanselier Just Høg, Gregers Krabbe, Christopher von der Lippe en de Hamburgse domdeken Lorenz Langermann.
    5 - De Zweedse gevolmachtigden Johan Oxenstierna en Johan Adler Salvius zouden Osnabrück pas betreden zodra bericht kwam dat de Franse delegatie in Munster was gearriveerd. In afwachting van dit nieuws hielden zij de stad Minden als voorlopige standplaats aan.
    6 - De Engelse koninklijke resident in de Republiek, sir William Boswell, had op 3 juli de Staten-Generaal een schrijven van koning Karel I, dd. 1/11 mei 1643, aangeboden waarin de koning scherp protest aantekende tegen de erkenning van Walter Strickland als onderhandelaar namens het Parlement. Op zich zou de koninklijke verklaring niet zoveel commotie in de Republiek hebben veroorzaakt, ware het niet dat er korte tijd later onder het volk een Nederlandse vertaling in de vorm van een pamflet werd verspreid: ‘Sijne Koninckl. Majest. van Engelants Verklaringe aen de ... Staten Generael der Vereenighde Provintien’ (Knuttel, Cat. v. pamfl. nos. 4989 en 4989a).
    7 - Het voorstel van de ‘classes’ van Zeeland om een nationale bid- en vastendag tot ‘onderstand’ van de geloofsgenoten in Engeland af te kondigen werd op 20 augustus door de Staten-Generaal afgewezen (S. Groenveld, Verlopend getij, p. 110 en p. 294).
    8 - Over ‘prince Wilhelmus' eerste victorie’ zie no. 6410.
    9 - Harald Appelboom liet Grotius meegenieten van de brieven die hij van zijn in Hamburg verblijf houdende correspondent Joannes Chemnitius mocht ontvangen.