eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6455. 1643 oktober 3. Aan W. de Groot.1

    Mi frater,

    Spero Galliae hanc febrim nec gravem fore nec diuturnam.2 Omnia sane ad tranquillitatem intus et ad bellum in Germania parantur.

    Schediasmata, si nemo est qui uti velit, remitte.3 Breve datum Latio responsum

    585

    habebis intra non multos dies.4 In iuramento illud de religione explicationis indiget.5 Quaestio de Rougemontio6 in eo verti videtur an, cum aliis inservivit principibus, animum habuerit civitatem Leodiensem ita retinendi, ut cives et subditi solent. Ego certe Hollandus esse desii, idque satis significavi Ordinibus Hollandiae, cum Suedico regno meam operam addixissem.7 Neque enim scripsi ut subditus. Ita solitos facere Hispanos8 Mariana multis locis Hispanicae historiae nos docet. Vide et nostra de Iure belli II, V, 24 et III, XX, 41;9 Gailium II, 36 Observationum.10 De chartis repetendis11 et de diplomate equitum Sancti Michaelis memineris rogo.12

    Discedit iam in Britanniam Harcurtius,13 regi Britanniae et episcopis bonam navaturus operam. Paulo post ibunt Davausius et Servianus in Germaniam, ubi iam nostri sunt Mindae, Sancti Chaumontius in Italiam. Bene Ordinibus vestris procedat pecuniae conquisitio. Miror de Hogerbetiorum re nihil me intelligere.14

    Saluta tuam ac tuos,

    tibi obligatissimus frater,
    H. Grotius.

    3 Octobris 1643.

     

    Dux Anguianus supplementa adfert Guebriano.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 958 App. no. 672. Antw. op no. 6438, beantw. d. no. 6477.
    2 - Begin september was kardinaal Jules Mazarin achter het bestaan van een complot tegen zijn leven gekomen.
    3 - Grotius vroeg het ‘dossier Rivet’ op; vgl. no. 6417.
    4 - Het antwoord van Grotius op de Notae van de geograaf Johan de Laet kreeg de titel Hugonis Grotii de origine gentium Americanarum dissertatio altera, adversus obtrectatorem (BG nos. 731 en 732).
    5 - De eed die de Hollandse gedeputeerden ter generaliteit op 5 augustus 1643 hadden afgelegd. In het formulier kwam een passage voor over het ‘helpen maintineren ende voorstaen’ van de ware gereformeerde religie.
    6 - De Maastrichtenaar Paul de Rougemont, diplomatiek agent van Wolfgang Wilhelm van Palts-Neuburg, hertog van Gulik en Berg, was in 1636 op doortocht van Brussel naar het hof van de hertog door een wacht van het Staatse garnizoen van Maastricht aangehouden en als ‘vijand’ opgebracht; zie no. 6396.
    7 - In brieven die hij op 13 juli 1634 liet uitgaan naar Frederik Hendrik, de Staten van Holland en het stadsbestuur van Rotterdam stelde Grotius zijn vroegere opdrachtgevers op de hoogte van zijn overgang in Zweedse dienst (Brandt-Cattenb., Leven II, p. 7-8).
    8 - Vgl. Lettres Mazarin I, p. 422, en Juan de Mariana, Historiae de rebus Hispaniae, boek XXVIII, caput 13.
    9 - De iure belli ac pacis, boek 2, caput V, § 24, en boek 3, caput XX, § 41.
    10 - Andreas Gaill, Practicarum observationum ... libri duo, Keulen 1626, II, p. 350-352, observatio XXXVI: ‘Mutatio domicilii an eximat civem a iurisdictione civitatis originariae’.
    11 - Het onderzoek naar de verblijfplaats van de papieren die bij resolutie van de Gecommitteerde Raden dd. 31 oktober 1619 uit Grotius' Rotterdamse huis waren gelicht.
    12 - Willem de Groot moest zijn broer de tekst toesturen van de oorkonde behorende bij de verheffing van een Nederlander tot ridder van de Franse orde van Saint-Michel.
    13 - Deze berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven van 3 oktober.
    14 - Niemand sprak meer over het proces dat de zoon van zijn vroegere collega Rombout Hogerbeets in het najaar van 1642 had aangespannen tegen de Leidse stadsbestuurders.