667
Mijnheer,
De coninginne2 gaet weder in den raedt als voordesen ende hoopt met tweeëndetwintich millioenen 's jaers te onderhouden de geraemde zestighduizent man te voet ende boven de twintich te paerd. Heeft een compagnie van gewapende reuters gegeven aen den cardinael Mazarini, waervan het beleid zal zijn bij den baron de Noailles.3 Monsieur de Noyers heeft de afstant van zijn officie gegeven aen monsieur de Tillières.4 Den hertogh van Anguien is in proces met madame d'Esguillon5 ende de bisschoppen die hier vergadert zijn in questie met de jesuïten over een boeck, onlancx uitgegeven bij een doctor van de Sorbonne, waertegen eenige jesuïten hebben gepredickt.6 De jesuïten allegueren eenige exemtiën haer gegeven van Romen waernae de bisschoppen niet en vraegen, alzoo die exemtie in het parlement niet en is geverificeert. Vanhier is verbot gedaen om te Rome niet meer te spreecken aengaende het cardinaelschap voor de bisschop van Bauvais7 ende last om aldaer op te houden de bullen van den bisschop van Pamie[r]s.8
Wij en weten noch niet wel off den marescal de Guebrian, wiens leger men wil zeggen te zijn van zeventhienduizent, maer anderen zeggen veel minder, den Rijn is gepasseert, gelijck men zeide dat hij doen zoude den dertichste Octobris.9 Maer wel hooren wij dat den hertogh van Beieren groote lichtingen doet, wiens volck over den Rijn haer houden tusschen Durlach ende Heidelberg, de Lorrainsche noch zijnde aen deze zijde van den Rijn tusschen Worms ende Creutznach,10 ende dat Trucmuller terugge ontboden is nae
668
de Necker, niet hebbende zich connen vougen bij Haezveld door het belet van de Hessische.11 Dat Melos, een meuterie van het crijgsvolck hebbende bevredight bij Fontaine l'Evesque, vandaer is gegaen nae Bruissel,12 Cantelmo zijnde te Mechelen, Saviedra te Antwerpen,13 Beck in Lutsenburg.Uit Italië hebben wij dat de prince Mathias14 zich gevoecht hebbende bij monsieur de Valencé gaet Pistoia aentasten, dat den hertogh van Modena gesterekt door die van Venetië was ingetrocken in 't Boulonnois, dat den hertogh van Parme, om wiens wil dit oorlogh was begonnen, zich stil hield ende liever hadde gehadt Bondeno ende Stellata te verlaeten dan over te geven aen de Venetianen.15 Dat de Fransoisen die in Italië zijn een fort maecken tusschen Vercelle ende Casal, de Spaignaerden die daer zijn haer houdende tusschen Mortara ende Bremo.16 Uit Spaignie werden wij onderricht dat vijftienhondert Sicilianen daer zijnde aengecomen, gingen nae Arragon. Dat don Philippo de Silva, die in Catelagne commandeert,17 wilde gaen nae Mo[n]son, hebbende een leger van achtduizent te voet, tweeduizenttweehondert te paerd. Dat de Portugezen nae het demoliëren van Valverda, waeruit zijn gegaen zevenhondert man te voet, driehondert te paerd, hadden gemeent Badajos te belegeren, maer belet waeren door het aencomen van veel crijgsvolck uit Castilië ende Andalousië.18 Dat in Galisse bij de Spaignaerden een nieuwe mine was gevonden ontrent Sint Sebastiaen.19 Dat Seville alleen vijftichduizent ducaten hadde gesonden aen den comte de Sint Stephano,20 die voor den coning van Spaignie het oorlogh voert in Galisse, ende dat de twee Castillen vrijwilligh haerzelve hadden geschyct tot driehondertduizent ducaten. Dat de coninginne van Spaignie gepresenteert hadde in persone te gaen nae de frontieren om het volck te courageren, maer dat men haer daervan hadde geëxcuseert.21 Dat den coning van Portugal, zeer clagende over 't geweldigh aenhouden van zijn broeder,22 alle de volckeren van Spaignie vermaende tot afval. Dat de
669
Fransche vloot hebbende zich wat ververscht in de eilanden weder was gegaen bij Carthagene ende dat de Spaensche vloot onder don Martino Carlos23 was vertrocken nae Calis Malis om de schepen daer te doen herstellen. Dat den coning van Spaignie nae Genua hadde gezonden tweehondert kisten reaelen. Dat over het hoogste gezagh te hove twee disputeerden: den graef van Ognate ende den grave van Monterei. Dat eene Louys d'Arou, naeneve van den grave ende hertogh van Olivares, begonst bij den coninck van Spaignie te comen in faveur, maer zonder emploi in publycke zaecken tot noch toe.24De ambassadeurs zoo van Polen als van Denemarck houden haer hier noch verborgen.25 Men persisteert hier noch Montaigu te willen hebben uit de handen van het parlement van Engelant, oock met dreigementen.26 't Parlement heeft onderzoeck gedaen op alle de coopluiden die te Londen zijn wat ordre zij hadden om gelt te geven aen den grave van Harcourt ende hoeveel. De gemeente van Londen heeft groote genegentheit tot vrede, omdat de beursen ledigh zijn door het ophouden van de trafficq. De heer Waller,27 eenigh mescontentement hebbende tegen den grave van Essex, heeft den dienst gequitteert, ende zijn volck, dat bij Windsoor was, verloopt. Den coning blijft te Reading, meester zijnde van 't velt, maer den grave van Essex zegt daernaetoe [te] trecken, zijnde gesterckt met vijf nieuwe regimenten uit Londen. Echter staet te beduchten dat Vrancrijck eenighe onlust zal nemen, omdat in de hooge officiën van het hoff eenige zijn gestelt die gehouden werden meer voor Spaignie als voor Vrancrijck.28 Waerbij comt dat den keizer een ambassadeur wil zenden in Engelant om gelijck voordezen alle resolutiën die in de
670
zaecke van den Pals genomen zoude[n] connen werden te traverseren.29 Door welcke redenen Vrancrijck zoude connen bewogen werden om de zaecken van Engelant, Schotlant, Ierlant te laeten op haer beloop, hoewel het verbond tusschen de Engelsche parlamentarissen ende de Schotten gemaect hier zeer mishaeght.30 Weinigh justitie werdt geexerceert in Engelant. Men is alleen bezig met de ordre van militie ende contributiën te executeren. Alle het incomen van den coning, coninginne, prins is bij 't parlement aengeslagen, oock de bosschen afgehouwen ende tot geld gemaect. Men meent dat Hul31 ende Pleimuth,32 zoo die zeer geperst werden, lichtelijck haer zoude[n] connen begeven aen 's conincx zijde.7 Novembris 1643.
De Portugesen hebben in Gallicië Salvaterra wederbecomen op de Castillanen.33 De Castillanen die in Galisse zijn werden gezegt te zijn achtduizent te voet, duizent paerden. Die in Catalagne zijn hebben haer gelogeert bij Lerida ende wederbecomen Algovera ende Almeras.34 Den coning van Engelant heeft in zijn macht de bruggen boven Oxfort tot Meidenhad toe,35 ende heeft door prins Mauritz becomen het eiland van Sint Laurens, liggende voor Plimuth,36 ende door den grave van Cleveland37 de steden Bedfort ende Huntington; heeft oock veele wapenen ende buspoeder becomen, aengecomen te Falmuth. D'heer Waller heeft zich geretireert te Porthmuth, alwaer hij gouverneur is vanwegen het parlement. Die van het parlement hebben aen den grave van Harcourt wedergegeven de brieven die de coninginne-regente aen den coninck ende coninginne van Engelant had geschreven.
Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant, in Den Hage. Port.
In dorso staat in een onbekende hand: Den 7 Nov. 1643.