eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6708. 1644 februari 13. Aan J. Oxenstierna.1

    Postscriptum in de hand van Grotius: Accepi literas Excellentiae vestrae datas XVIII Decembris2 cum chartis compluribus, valde mihi hoc tempore utilibus ad loquendi normam. Rogo saepe ea accipiam per quae regar.3 Ego nulla in parte deero honori atque utilitatibus regni.

    In dorso staat in een onbekende hand: Praesent. Mindae, 18 Febr. 1644.

    Notes



    1 - Hs. Stockholm, RA, E 951, coll. J.A. Oxenstierna ser. B II. Eigenh. ondertek. Adres in Grotius' hand. Met uitzondering van het postscriptum bevat deze brief aan Johan Oxenstierna dezelfde tekst als de nieuwsbrief van Grotius aan kanselier Axel Oxenstierna (no. 6707). De tekst is ook bekend van copieën aanwezig te Hamburg, Staatsund Universitätsbibl., Sup. ep. Uffenbachii et Wolfiorum, 42, 80 en 4o 38, 36; te Hannover, Niedersächs. Landesbibl., ms. XII, 746, f. 68; te Kopenhagen, KB, coll. Thott, 504, 2o, p. 203; en te Linköping, Stifts- och Landsbibl., Br. 23, 49.
    2 - In het minutenregister van Johan Oxenstierna's brieven (Stockholm, RA, E 915, coll. J.A. Oxenstierna ser. A II, Koncept G) ontbreekt een schrijven van 18 of 28 december 1643. Misschien vergiste Grotius zich hier in de datum, zodat zijn ontvangstbevestiging betrekking kan hebben op een eveneens onbekende brief van 8/18 januari 1644. In dit geval zal de berichtgeving niet veel afwijken van het nieuws dat Georg Keller op die dag vanuit Osnabrück aan Grotius te melden had; vgl. no. 6656.
    3 - Zie het schrijven van koningin Christina van Zweden dd. 27 januari/6 februari 1644 (no. 6696). Dit document werd Grotius in de loop van juni ter hand gesteld door de koninklijke afgezant Marc Duncan de Cerisantes.