eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    7216. 1644 december 27. Aan L. Torstensson.1

    Illustrissime domine,

    Tribunus in exercitu Suedico cui feliciter ac gloriose imperat Excellentia vestra, dominus Saracenus, natus ex familia nobili Genevae,2 rebus suis privatis ita cogentibus per aliquod tempus apud suos fuit, neque inde potuit nisi rebus ordinatis discedere. Morae suae causas mihi explicavit sane iustas. Et nunc video eum quantum potest properare, ut partem aliquam habeat in illis victoriis quas post tot alias Excellentiae vestrae fortitudo et prudentia et Deo favente felicitas nobis spondent. Rogo Excellentiam vestram, ut vir egregius et quem suae virtutes commendant, etiam hanc meam sive excusationem sive commendationem sentiat profuisse.3 Ego plurimum gaudeo me saepissime materiam habere loquendi in publico de rebus actis per Excellentiam vestram, quae cum sint magnae,

    280

    Deum precor, ut in dies fiant maiores, utque Excellentia vestra, illustrissime domine, diu bono patriae suae vivat, valeat, triumphet,

    Excellentiae vestrae semper serviturus,
    H. Grotius.

    Lutetiae, 17/27 Decembris 1644.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): Marescallo Torstensonio.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 739 no. 1713. Veldmaarschalk Lennart Torstensson (1603-1651) bekwaamde zich in de krijgskunde onder de Zweedse bevelhebbers Gustav Karlsson Horn en Johan Gustavsson Banér. In het najaar van 1641 ontving hij het opperbevel over de Zweedse legers in Duitsland. Twee jaar later riep de regering in Stockholm hem terug van het front in Silezië en Bohemen-Moravië. Op 12/22 december 1643 viel hij met een aanzienlijke troepenmacht het hertogdom Holstein binnen. Het leger van koning Christiaan IV van Denemarken was nauwelijks in staat om tegenweer te bieden. Toen in de zomer van 1644 het keizerlijke expeditieleger van Matthias, graaf Gallas, de Denen trachtte te verlossen van de Zweedse ‘inkwartiering’, nam de veldmaarschalk het initiatief tot een tactische terugtocht naar de Duitse landen (18 augustus 1644). Hoe juist deze beslissing was, kwam in oktober-november aan het licht in de uitputtingsoorlog met graaf Gallas bij Bernburg aan de Saale (nos. 7032, 7035, 7042 en 7044 (dl. XV)). Torstensson voerde de druk op de keizerlijken zo hoog op dat zij met achterlating van hun bagage de wijk moesten nemen naar Maagdenburg (19/20 november 1644) (BLS XVII, p. 262-264).
    2 - De ‘Weimarse’ kapitein Sarrazin, mogelijk een zoon van de Geneefse raadsheer Jean Sarrazin (Sarrasin), was in 1642 de vaste begeleider van de Zweedse veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn op diens reis door Frankrijk (no. 5780 (dl. XIII), en Haag, La France protestante IX (1859), p. 142).
    3 - Grotius schreef zijn aanbeveling op het moment dat de koeriersdiensten hem het nieuws brachten van de overwinning die de Zweedse opperbevelhebber op 3 december in de omgeving van Wittenberg en Jüterbog op de keizerlijke ruiterij had behaald.