eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    7272. 1645 januari 21. Van S. Rosenhane.1

    Excellentissime domine,

    Non dubito, quin ex adiunctis illustrissimi domini Oxensternii litteris2 de statu rerum et tractatus nostri prolixius edoceatur Excellentia vestra, ut et ex epistola fratris mei de rebus Suedicis. Quare superfluum iudico ut de eiusmodi hac vice aliquid addam. Saltem Excellentiae vestrae prosperum et felicem annum apprecor et ex animo voveo. Cum memoratu aliquid dignum inciderit, non intermittam Excellentiam vestram eius facere participem. Deo Excellentiam vestram officiosissime commendo,

    Excellentiae vestrae ad officia paratissimus servitor,
    Schering Rosenhane.

    Monasterii, 11/21 Ianuarii 1645.

     

    Recrudescere iterum videtur inter legatos Gallicos aliquamdiu sopita simultas, et ex eo quod inscio collega Francofurtensem conventum solus compellaverit dominus de Servient,3 non parum offenditur alter; et verendum est, ne ex talibus patiatur aliquando publica res.4 Quicquid fuerit, de pace hoc anno Galli non obscure dubitant. Plenipotentiis commutandis determinata hesterna dies fuerat, sed suas Hispani nondum obtinuerunt.5

    384

    Et iam pene fatale videtur et quasi in morem abivisse legatos omnes; cum collegis suis male convenire hic caesariani, (ist)hic Hispani et fere reliqui omnes.6

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 2 Febr. 1645.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 17, 20. Eigenh. oorspr.
    2 - In bijlage de brief van de Zweedse gevolmachtigde Johan Oxenstierna, dd. 19 januari 1645 (no. 7262), en een brief van Gustav, jongere broer van de Zweedse resident Schering Rosenhane, dd. 2/12 november 1644 (no. 7144).
    3 - De Franse gevolmachtigde Abel Servien was met zijn collega Claude de Mesmes, graaf van Avaux, niet tot overeenstemming gekomen over de titulatuur van de koning van Frankrijk (Sacra Maiestas Christianissima) in hun uitnodigingsbrieven aan de rijksstanden. De ruzie liep zo hoog op dat hij de samenwerking met de graaf verbrak. Zonder diens advies af te wachten nam hij het initiatief tot het schrijven van een persoonlijke uitnodiging aan de Frankforter ‘Deputationstag’ (18 december 1644) (Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen I, p. 737-738, p. 745-746, p. 806-807 en p. 828, en Meiern, Westphälische Friedens-Handlungen I, p. 341-343).
    4 - Staatssecretaris Henri-Auguste de Loménie, graaf van Brienne, herinnerde de gevolmachtigden aan hun vredestaken. Op 21 januari was, blijkens een schrijven van de graaf van Avaux, de storm in de Franse residenties te Munster enigszins geluwd: ‘Depuis l'arrivée du courrier Héron nous sommes tous les jours cinq et six heures ensemble’ (Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen II, p. 24-25 en p. 81-82).
    5 - De Munsterse bemiddelaars Fabio Chigi en Alvise Contarini hadden de koeriers twee maanden (20 november-20/30 januari) de tijd gegeven om de geëmendeerde volmachten uit Wenen, Madrid en Parijs op te halen. De Spaanse koerier was op de 21ste januari nog onderweg (Meiern, Westphälische Friedens-Handlungen I, p. 280-284 en p. 350-357).
    6 - De keizerlijke gevolmachtigden Johann Ludwig, graaf van Nassau-Hadamar, en dr. Isaac Volmar twistten met de Spaanse gevolmachtigden don Diego de Saavedra y Fajardo en Antoine Brun over de erkenning van de hoge waardigheid van de keurvorsten. De Spanjaarden weigerden vooralsnog de keurvorstelijke gevolmachtigden de titel ‘Excellentie’ te verlenen (Acta pacis Westphalicae; Diarium Wartenberg I, p. 57-67, en Diarium Volmar I, p. 261-262 en p. 264-265).