480

5342. 1641 augustus 31. Aan N. van Reigersberch.1

Mijnheer,

Gebreck van buscruit doet in deze tijd veele operatie. La Bassée, op de wegh tusschen Atrecht ende Rijssel, is genomen bij den maerschalck de Breszé2 bij 'tselve gebreck, zijnde verzien van acht bolwerken ende bezet bij sestienhondert man. Conis meent men dat haest zal zijn in de macht van den grave van Harcourt3 door dezelve reden. Den prince Thomas zijnde gelogeert bij Vulpiano naebij Thurijn hoopt diezelve stadt andermael te belegeren, doordien alle het buscruit dat in het casteel is geweest, door ongeluck ofte verraedt is verbrandt.

Ten zelve tijdt als La Bassée in handen van de Franschen is gecomen, zoo zijn zij oock meesters gewerden van Lens ende schijnt de intentie te zijn te gaen nae de riviere van Lis om de vivres die van Rijssel comen, aen het Spaensche leger af te snijden. In Lorraine ende in 't Barrois hebben Gransé ende Du Hallier4 zeer lichtelijck becomen Bar-le-Duc, Pont-à-Mousson, Saint Mihel, Ligny, Gondrecour, Neufchasteau, Trenel ende Mirecour, zoodat aen hertogh Carel5 niet en resteert als Lamotte, Espinal, Remiremont, Biche. Denzelven hertogh doet weder spreecken van neutraliteit, maer zonder apparentie van daertoe te connen geraecken. Daer is meerder apparentie tot de neutraliteit van het graeffschap van Bourgogne, doch tot noch toe niet voltrocken.

Leganes6 te landt, Ferandino7 ter zee hebben weder getracht Tarragona te ververschen. De Fransoisen zeggen dat de Spaegnaerden niet en hebben uitgerecht ende dat soo bij die van de stadt als bij de Spaegnaerden die rondom de stadt zijn gelogeert, alle de paerden zijn opgegeten uitgenomen vijfhondert. De noch resterende hoope van de Spaenschen is, dat de maendt van September, die nu begint, ende de navolgende maenden zoo buiachtigh zullen zijn, dat de Fransche vloot daer niet en zal connen blijven ende dat dien tijdt haer, hoewel met wat peryckels, gelegentheit zal geven om vivres te brengen [in] Tarragone gelijck de Fransoisen voor dezen gedaen hebben in het eilandt van Ree.8

Te Rome werdt noch onder de cardinaelen gedisputeert off men den bisschop van Lamega9 zal aennemen als een conincklijcke ambassadeur ofte niet. Wij verstaen hier dat het different aengaende de titels tuschen den keizer ende Danemarcken10 is geaccommodeert ende dat de zaecke van den Pals gestaedigh werdt gesleept door verscheide pretexten nae gewoonte.

Wij verstaen dat binnen Conys zijn seshondert Spaignaerden, tweehondert Duitschen, twaelffhondert Italianen. Den cardinael-infant werdt gezegt zieck te zijn te Stegen ende 't garnisoen van Rijssel te vermeerderen.

31 Augusti 1641.