eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    5878. 1642 september [12]. Aan W. de Groot.1

    Mi frater,

    Votum nostrum pro pace ecclesiastica2 iam sub praelo est. Spanhemius, qui hic est Lugduni professor futurus, corrupto literarum collectore duas paginas acceperat. Sed res innotuit et repetitae sunt.3 Finem intra decem dies speramus. Nostra ad Ius male dixi in octavo edi.4 Eduntur enim in quarto et pervenimus ad secundum G, nec longe absumus a fine Pandectarum.

    422

    Ad Codicem et Novellas pauca sunt. Annotata ad Vetus Testamentum ad tertium H pervenere. Habemus finem Jobi. Sed quiescit ea editio, dum Votum pacis absolvitur.5

    Beaufortius ex Gallia evasit.6 Thuani amici rursum in moerore sunt. Dicuntur eum suo testimonio laesisse frater regis et dux Bulionius. Auditi sunt et Thuanus et Cinqmartius. Exspectaturque brevi iudicium triste, nisi clementia regis intervenerit. Cardinalis Lugduni est, sed iturus putatur ad aquas Borbonias valetudinis causa.

    Legi Anglica quae misisti7 et audio iam imbutam Angliam civili sanguine et parlamentarios velle mittere ad Batavos conquestum, quod inde pecuniae et arma regi suppeditantur. Quae poena in illos statuitur qui legati Portugallici sanctimoniam laesere, gaudebo per te cognoscere.8 A Rhotomago nihil dum accepi.9

    Saluta, quaeso, obsequiosissime matrem, uxorem, liberos, amicos,

    tibi obligatissimus frater,
    H. Grotius.

    Lutetiae, 21 [sic ] Septembris 1642.

     

    Rex Persidis mortuus filium haeredem reliquit duodecennem. Turcica classis ad ostia Danubii male tractata fuit a tempestatibus. Ragotskii filio successio principatus Transilvanici in aula Turcica firmata est.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 941 App. no. 617. Antw. op no. 5864, beantw. d. no. 5891. In de dagtekening moet ‘21’ verbeterd worden in ‘12’.
    2 - Het Votum pro pace ecclesiastica (BG no. 1183) was Grotius' antwoord op het Examen animadversionum Hugonis Grotii van de Haagse hofpredikant André Rivet (BG no. 1180).
    3 - Friedericus Spanheim (1600-1649), geboren te Amberg, studeerde theologie te Genève. Na enkele jaren verblijf in Frankrijk keerde hij in 1631 naar Genève terug. In 1641 ontving hij van de Leidse universiteit de uitnodiging om de derde leerstoel in de theologische faculteit te bezetten. Zijn ambt aanvaardde hij op 30 oktober 1642 (Biogr. Lexicon voor de Geschiedenis van het Ned. Protestantisme II, p. 410-411). Op doorreis naar Leiden bracht Spanheim een deel van de septembermaand in Parijs door. Hier moet hij door Rivets trouwe correspondentievriend Claude Sarrau geattendeerd zijn op de mogelijkheid om de eerste drukproeven van het Votum te onderscheppen. Ook Sarrau pikte ten behoeve van zijn vriend in Holland enige velletjes mee (Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau I, p. 244, 247-248 en p. 260).
    4 - In een eerdere brief (no. 5850) had Grotius geschreven dat zijn Florum sparsio zou uitkomen in een octavo-editie; vgl. BG no. 791.
    5 - De Annotata ad Vetus Testamentum werden in Parijs bij Cramoisy gedrukt. In 1644 kon het uit drie delen bestaande werk verschijnen (BG no. 1137).
    6 - Deze berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven van 12 september.
    7 - De in de Republiek gepubliceerde tekst van de Petitie of versoeck der graven, baronnen enz. ... van het Coninckrijck Schotlant ... Met noch een declaratie van de resolutie van het Graefschap Hereford.
    8 - Eerst moesten de aanstichters van de volksoploop voor het huis van de Portugese ambassadeur Francisco de Andrade Leitão in de Korte Houtstraat te Den Haag gevonden worden.
    9 - Aan de in Rouaan woonachtige weduwe ‘Schocfe(v)riana’ had Willem de Groot de verzending van een boekenpakket toevertrouwd; vgl. no. 5834.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]