eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6378. 1643 augustus 22. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Den hertogh van Anguien doet effenen 'tgunt gewrocht was voor Theonville, ende ondertuschen belegert Longwy.2 Beck is bij Siric, den hertogh van Engoulisme bij Verdun. Hertogh Carel doet hier gestaedigh arbeiden tot sijn accommodement en waertoe arbeiden alle die van 't huis zijn van Guise.3 De querelle van de vrouwen, die bij de coninginne scheen geslecht te zijn, is weder opgebarsten ende is de coninginne daerom genoodzaect geweest de hertoginne van Mombason vanhier te doen vertrecken.4 De coninginne ende mijnheer den prins hebben mij verzeeckert dat men verstercking zal zenden aen den marescal de Guebrian, opdat hij moge blijven over den Rijn ende 't oorlogh voeren tot costen van Swabe, Franckenlant ende Beyeren.5

    484

    Wij hooren dat in Spaignie de coninginne haer met de regiering zeer bemoeit,6 dat Olivares is belast te blijven vijftich mijlen van het hoff, dat de legers in Catelagne rusten in de zomerquartieren,7 dat de Fransoisen te Roses hebben zesendedertich stucken canon, tweehondert paerden, tweeduizent man te voet, maer wat gebreck van eeten. Zij hebben oock dertich schepen te Barcelona8 ende hebben doen sterven de gijselaers van Ribagorza om ‹dat› de revolte van dat volck. De Spaignaerden hebben te Taragone negen galeyen ende verwachten van Naples tweeduizent man te paerd, vierduizent te voet onder den marquys de Torrenza.9 De oorlogschepen van Spaignie gaen de Indische vloot tegemoet.

    Men presenteert hier aen den coning zooveel geldt als zijne Majesteit begeert voor twintich ten hondert. Een financier10 presenteert t'onderhouden gestaedigh hondertduizent man in wapenen voor dertich millioenen jaerlijcx. De ambassadeurs gedestineert tot de vrede vertrecken niet voor den achtste Septembris.11 Men zegt dat don Diego Saviedra, die door Parijs is gepasseert, door de hitte te Bruissel zieck ligt off gestorven is.12

    Men is hier droef over de ziecte van de coninginne van Engelant,13 maer blijde over het becomen van Bristol bij den coning van Engelant.14 Crassy, die vanhier naer Engelant was gezonden, is wedergecomen ende geeft hoop tot vrede zoo men vanhier een ambassadeur tot dien einde wil afzenden,15 'twelck hier licht zal geschieden zoo men ziet den coning van den Spaenschen raed af te connen trecken. Wij hooren hier mede dat den

    485

    churfurst van Brandenburg zendt in Hollant om de dochter van mijnheer den prince van Orangie te verzoecken ten huwelijck.16

    Te Francfort blijven noch de meeste stemmen dat men vanwegen de prinsen ende steden eenigen moet afzenden tot de vredehandeling; ondertusschen verslijt men daer den tijd met de oude dispuiten van de amnestie ende justitie,17 ende werdt de defensionswerving van de creitzen zoo boven als beneden gevordert door den keizer, de Mentzische ende de Darmstadischen.18 In de erflanden van het huis van Oostenrijck geschieden nieuwe lichtingen. Den hertogh van Modena heeft met hulpe van Venetië 't volck van den paus uit zijne landen verdreven.19 De onzeeckerheit van de vrede tusschen Swede ende Denemarcken zal de Sweden beletten haer nieuwe volck in dit jaer over te zenden.20 Prince Thomas belegert Tryn.21 De Spaignaerden hebben eenigh volck daerin doen comen.

    22 Augusti 1643.

     

    De Beyerschen zijn te Gersbach vier mijlen van den marescal de Guebrian. De schipbrug van Brisac werdt gebracht nae een andere plaetse.22 Veele trouppes uit Brabant ende Vlaenderen comen nae Lutsenburg.23 Den vice-roy van Naples heeft eenige priesters van quaed leven gevangen ende gestraft,24 'twelck te Rome quaelijck zal smaecken ende bij andere prinsen in Italië zal gevolght werden. Den coninck van Spaignie is bij Saragossa met vijftienduizent man. Men zegt dat den marescal de La Motte-Odincourt heeft verloren zes regimenten, overvallen bij d'Eber. Men spreect hier van verandering in de waerde van de munt ende van een huwelijck van den coninck van Vrancrijck met de dochter van Spaignie25 op goede conditie. De zaecken van den coning van Engelant gaen wel, zoo in Engelant als in Ierlant, ende hier is groote genegentheit om dezelve te helpen, 'twelck nu beter can geschieden als voordezen, dewijle Bristol aen den coninck is.

    In dorso staat in een onbekende hand: Den 22 Aug. 1643.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 33b. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 6377. Copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 1 september 1643).
    2 - Terwijl zijn manschappen in Thionville alle vijandelijke obstakels opruimden, zette Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, zijn zinnen op een campagne tegen de Luxemburgse gouverneur Johan van Beck. In de voorbereidende fase bracht hij een bezoek aan Metz, waar hij een ontmoeting zou hebben met Charles de Valois, hertog van Angoulême (Aumale, Histoire des princes de Condé IV, p. 184-187 en p. 216-218).
    3 - Henri II de Lorraine, hertog van Guise, nam tegen de wens van het ‘oorlogszuchtige’ huis van Bourbon de opportunistische hertog Karel IV van Lotharingen in bescherming; vgl. no. 6575.
    4 - Koningin Anna en Charlotte-Marguerite de Montmorency, prinses van Condé, moeder van de ongelukkige Anne-Geneviève de Bourbon, hertogin van Longueville, hadden bij het betreden van de ‘jardin de Renard’ (tegenw. Place de la Concorde) een onaangename woordenwisseling gehad met Marie d'Avaugour de Bretagne, de loslippige echtgenote van Hercule de Rohan, hertog van Montbazon (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 99-100).
    5 - Op 10 augustus schreef de hertog van Enghien aan maarschalk Guébriant: ‘Mon armée est libre, et celle de M. d'Angoulême étant à Verdun pour occuper mes postes, je suis en état de vous assister si vous voulez entreprendre quelque chose au delà du Rhin’ (Aumale, Histoire des princes de Condé IV, p. 215). De versterkingen waarnaar de in het dal van de Kinzig teruggedreven Frans-Weimarsen elke dag uitkeken, vertoonden zich echter pas eind oktober op het oorlogsterrein (Lettres Mazarin I, p. 287-289, p. 340-341 en p. 455-456; Episodes Guébriant, p. 346-350 en p. 362-367).
    6 - Koningin Elisabeth (Isabella) van Bourbon (1602-1644), zuster van koning Lodewijk XIII, overwoog haar hofdame doña Inés de Zuñiga y Velasco, echtgenote van de in ongenade gevallen ‘conde-duque’ de Olivares, ontslag aan te zeggen. Op 3 november kreeg de ongelukkige dame te horen dat zij er goed aan deed om haar man in het provincieplaatsje Toro bij te staan (J.H. Elliott, The count-duke of Olivares, p. 640-673).
    7 - Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, had de bewoners van het gebied van de Ribagorza op hardhandige wijze laten kennismaken met het Frans gezag. Een confrontatie met de Spaanse legers aan de Ebro en de overzijde van de rivier de Cinca ging hij echter uit de weg (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 244-245).
    8 - De vloot van Jean-Armand de Maillé, markies van Brezé, hertog van Fronsac, was eindelijk in Barcelona gearriveerd.
    9 - De Napolitaan Carlo Andrea Caracciolo (1584-1646), markies van Torrecuso, had als bevelhebber in het Spaanse leger deelgenomen aan de verdediging van Perpignan. De winter van 1642-1643 bracht hij in zijn vaderland door (DBI XIX, p. 321-328).
    10 - De financier was Barthélemy Herwart (Lettres Mazarin I, p. 458-459, en Ph. Mieg, ‘Notes biographiques et généalogiques sur la branche française des Herwart’ in BSHPF 117(1971), p. 447-468).
    11 - Het vertrek van de Franse gevolmachtigden Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny, naar Munster. Op 12 september wisten goed ingelichte bronnen in Parijs te melden dat de graaf van Chavigny niet naar de vredesconferentie zou gaan (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 107).
    12 - Op de 28ste juli passeerde de Spaanse gevolmachtigde don Diego de Saavedra y Fajardo op weg naar Munster de Franse hoofdstad; zie no. 6344. Uitgeput kwam hij in Brussel aan. Zijn herstel zou twee maanden duren (M. Fraga Iribarne, Don Diego de Saavedra y Fajardo, p. 398-403).
    13 - Bij terugkeer in Frankrijk (19 augustus) bracht de heer van Cressi (Gressy) ook de slechte gezondheidstoestand van koningin Henriëtte Maria ter sprake (CSP Ven. 1643-1647, p. 4-7 en p. 10).
    14 - Op 5 augustus (nieuwe stijl) capituleerde het garnizoen van Bristol.
    15 - Henri de Lorraine, graaf van Harcourt, werd in september voor het vervullen van deze Engelse missie aangewezen (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 102, en CSP Ven. 1643-1647, p. 13).
    16 - Keurvorst Friedrich Wilhelm van Brandenburg had kennelijk niet veel vertrouwen meer in het welslagen van zijn Zweedse huwelijksplannen. Zijn liefde voor Louise Henriëtte (1627-1667), de oudste dochter van Frederik Hendrik, nam in 1646 vastere vormen aan (Urk. u. Act. III, p. 5-12; NNBW I, kol. 1286).
    17 - In Frankfort kwamen de gedeputeerden van de ‘Kurfürstenrat’ op 17 augustus voor de 67ste maal bijeen (Urk. u. Act. I, p. 823-826).
    18 - Gesproken werd over het belang van een militair samenwerkingsverband van de Westfaalse Kreits met de ‘Kurrheinische Kreis’ (Mainz) en de ‘Oberrheinische Kreis’ (Worms, Frankfort, het landgraafschap Hessen-Darmstadt, etc.). De drie Kreitsen tezamen zouden dan een troepenmacht van 13-15000 man in het veld kunnen brengen (Foerster, Kurfürst Ferdinand von Köln, p. 226-231).
    19 - Francesco I d'Este, hertog van Modena, trok met Venetiaanse steun ten strijde tegen de pauselijken die over Nonántola zijn landen wilden binnenvallen (Gazette 1643, no. 106, dd. 22 augustus 1643).
    20 - Met zijn aanspraken op de heerschappij over de Oostzee belemmerde koning Christiaan IV van Denemarken het Zweedse scheepvaartverkeer van en naar Pommeren.
    21 - Een kleine maand na de verovering van Villanova d'Asti (12 juli) zette prins Tommaso Francesco van Savoye de omsingeling van Trino in.
    22 - Het Zwabisch-Beierse leger van François de Mercy en Johan van Werth bedreigde vanuit Rastatt en Gernsbach de posities van de Frans-Weimarsen in het dal van de Kinzig (Gazette 1643, no. 105, dd. 22 augustus 1643). Uit voorzorg liet maarschalk Guébriant de schipbrug, die hij in het voorjaar tussen Wittenweier en Rhinau had laten aanleggen, de Rijn opslepen (Episodes Guébriant, p. 347).
    23 - Don Francisco de Melo en de Luxemburgse gouverneur Johan van Beck hadden de hoop op herovering van Thionville nog niet opgegeven.
    24 - De Gazette 1643, no. 106, dd. 22 augustus 1643, berichtte over het hardhandig optreden van Ramiro Núñez de Guzmán, hertog van Medina de Las Torres, Spaans onderkoning van Napels, 1636-1644.
    25 - De infanta María Teresa (1638-1683) werd in 1660 koningin Maria Theresia van Frankrijk.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]