eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    538

    6419. 1643 september [12]. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Den hertogh van Vendosme ende mevrouw zijne huisvrouw zijn bij last vertrocken;2 zoo is oock de heer Chasteauneuf. Men gelooft oock dat madame de Chevreuse zal volgen.3 Veele anderen zijn oock belast te vertrecken. Campion4 is niet gevangen, zoo men meende, maer zulx vresende is doorgegaen; madame de Mombason5 verder van 't hoff verzonden. Aen den hertogh van Vendosme ende zijne kinderen heeft zeer verdroten dat daer nae des conings doot de coninginne zich op haer meest vertrouwde ende zij zeer hadden gearbeit opdat de coninginne de absolute regence zoude becomen, nu als alle anderen die van buiten weder zijn gecomen haere oude gouvernementen ofte nieuwe in plaets becomen hebben, aen henluiden 't gouvernement van Bretagne werdt onthouden,6 'twelck de coninginne aen haer hout7 omdat het is een frontierlandschap ende dat den hertogh van Vendosme vanwegen sijne moeder8 gemeent werdt eenige pretensie te hebben op Bretagne. In recompense van dit gouvernement was den hertogh van Vendosme belooft het admiraelschap,9 maer mijnheer den prins ende zijne zoon den hertogh van Anguien stellen haer daertegen,10 verzoeckende dat Breszé, hertogh van Fronsac, hetzelve admiraelschap moge behouden. Ende als den hertogh van Beaufort hierover den cardinael Mazarini had aengesproocken, heeft hij geen ander antwoord gecregen als: ‘spreeckt met mijnheer den prins’. Dit heeft den hertogh van Beaufort gespeten ende den cardinael Mazarini Dyncxdagh geleden acht dagen,11 meenende dat op hem wierd toegelegt, dorst

    539

    in zijn huis niet blijven, maer begaf zich in de Louvre. 't Getal van zijn edelluiden is vermeerdert in plaetze van guardes. Hij tracht monsieur de Chavigny, op denwelcke hij zich meest vertrouwt, weder in credyt te brengen ende heeft alrede tewegegebracht dat Chavigny hier sal blijven, ontslagen van zijn ambassade,12 waerom hij oock zijn gezelschap dat vooruit was gezonden terugge heeft ontboden. Den prins van Condé ende Mazarin om den hertogh van Orleans aen haer te verbinden13 hebben geproponeert ende tewegegebracht dat aen zijne Hoocheit zullen betaelt werden de pensioenen voor den tijd dat hij buiten het rijck is geweest.

    Den hertogh van Anguien werdt gezegt te trecken nae den marescal de Guebrian om zich daerbij te vougen14 ende zijne wegh te zullen nemen langs de Sare, ende dat den heer Ransou15 alrede vooruit is gegaen derrewaert met de avantguarde. Den marescal de Guebrian heeft een brugge tusschen Straesburg ende Benfeld ende zijn volck ten deele aen d'andere, ten deele aen deze zijde van den Rijn. Maer veele van zijn volck verloopt, zoodat de Beyerschen, die haer houden ontrent Offenburg ende Oberkirch hebben becomen, gehouden werden wel zesduizent man stercker te zijn.16 Ende hertogh Carel, despererende van in Vrancrijck te connen becomen dat hij wenschte, heeft zijn voetvolck ende een deel van zijne ruiterie gezonden nae de Mozel om zich met Beck te vougen. De rest van de ruiterie is bij Mercy, die op de pas van de Franschen let. Denzelve Beck heeft zijn volck geld doen ontfangen te Saint-Vyt ende verwacht over de drieduizent keizerschen uit het stift van Colen.17 Den hertogh van Angoulesme heeft eenige trouppes tuschen de Maes en de Mozel om op Becx actiën te gade te slaen. Men zegt den keizer zelve gaet nae 't leger dat in Behmen ende Meerenland is om den Hongerschen adel derrewaert te trecken.18

    De coninginne-regente heeft wederroepen als subreptys veele giften, wel bedraegende tot vijfhondertduizent croonen. De financiers om alle accusatie van mishandeling te ontgaen zullen tien millioenen furneren bij naem van leeninge.19 Eenige slaen voor op het zout zooveel meer te stellen dat men daervan zoude connen trecken vijfendetwintich millioenen. Den hertogh van Guise is gemaect duc et pair de France.20

    540

    Uit Spaegnie hooren wij dat den coning is te Saragozza, Taragone ter zee gevictaillieert, La Motte-Odincourt met de vloot te Barcelone,21 dat de cleine vloot van West-Indië in Spaignie is aengecomen.22 Uit Italië dat Tryn blijft belegert,23 dat den hertogh van Parma opperste generael is over alle de legers van de ligue,24 dat tot Mantua gehandelt werdt van vrede. Uit Engelant dat oock in de lage camer verdeeltheden zijn, zulcx dat de stadt van Londen bij haerzelve ordre stelt tot haere verzeeckering. Dat den coninc in de entreprinse op Clocester wat volckes heeft verloren,25 maer dat daerom zijne macht niet en laet te groeien. Dat de Schotten niet en comen tot hulp van de parlamentarissen, omdat men haer geen gelt en weet te verschaffen, ende dat in Ierlant een trefves is gemaect voor één jaer26 ende terstont daeraen tot Dublyn ontslagen uit de gevanckenisse die den coning hadden gefavorizeert ende anderen in de gevanckenisse gestelt die tegen den coning waeren geweest.

    19 [sic] Septembris 1643.

     

    Den hertogh van Anguien belegert nu Longuy,27 ende off zijne Hoocheit verder zal gaen, werdt bij eenige getwijffelt. Saint-Germain,28 die zooveel boecken gemaect heeft tegen den cardinael de Richelieu, is nu hier ende is bij den cardinael Mazarini gebracht ende gerecommandeert aen de coninginne-regente. De bisschoppen van Bauvais ende Lizieux scheiden uit het hoff.29 Den paus heeft veel wapenen, buscruit, scheepsvolck gezonden nae zijne custe om te connen wederstaen aen de galeien van Venetië ende Toscane. Heeft oock gezonden hondertehdevijftighduizent croonen nae Boulogne tot onderhout van zijne soldaten. Te Naples is verbot gedaen van niet te dienen aen uitheemsche princen, waeronder den paus is begrepen, die daerentegen vertoont de verbintenisse die dat rijck heeft aen de Stoel. Wij verstaen dat het volck van den coning van Engelant belegeren Glocester ende Barstapel.30 In Hollant zal men weten off het waer is dat hier

    541

    werdt gepubliceert31 dat Macao zich heeft verclaert voor den coning van Portugal ende dat een zoon van den coninck van Monomotapa32 in Afrique door de Portugesche dominicanen is christen gemaect. 't Hoff van Spaignie heeft den rouw aengedaen ende de uitvaert gehouden van den overleden coning van Vrancrijck.

    In dorso staat in een onbekende hand: Den 19 Sept. 1643.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 33i. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 6418. Copie, dd. 19[=12] september 1643, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 12/22 september 1643). Grotius brengt in deze brief het belangrijkste nieuws uit de week na de arrestatie van François de Vendôme, hertog van Beaufort, op woensdag 2 september 1643, infra, n. 11.
    2 - François de Vendôme, hertog van Beaufort, zoon van César de Bourbon, hertog van Vendôme, had na het overlijden van Richelieu zijn rentree aan het hof gemaakt; zie no. 6024. Bijgestaan door zijn moeder Françoise de Lorraine, hertogin van Mercoeur, had hij dit voorjaar vurig voor de terugkeer van zijn vader César de Bourbon, hertog van Vendôme, gepleit.
    3 - Ondanks een verbod van koning Lodewijk XIII (no. 6186), hadden Marie de Rohan, hertogin van Chevreuse, en haar bewonderaar Charles de l'Aubespine, markies van Chasteauneuf, zich toch weer met de zaken van de regentesse ingelaten.
    4 - De broers Alexandre en Henri de Campion hadden daadwerkelijk hun medewerking verleend aan het complot van de ‘Importants’; vgl. Mémoires de La Châtre, p. 238-243, en Mémoires de Campion, p. 257-273.
    5 - Marie d'Avaugour de Bretagne, de loslippige echtgenote van Hercule de Rohan, hertog van Montbazon, had met haar indiscrete opmerkingen over een vermeende escapade van de dochter van de prins van Condé de partijstrijd op gang gebracht.
    6 - Zodra de familie van de hertog van Vendôme weer voet in Frankrijk had gezet, brak er aan het hof een geschil uit over de vraag of koning Lodewijk XIII met de begiftiging van de waardigheid van gouverneur van Bretagne aan Charles de La Porte, markies van La Meilleraye, niet te veel had toegegeven aan de laatste wensen van kardinaal de Richelieu (Mémoires de Montglat I, p. 400).
    7 - De animositeiten tussen de door Richelieu aangewezen gouverneur van Bretagne en de verjaagde bezitter van deze waardigheid liepen zo hoog op dat de koningin de rechten voor zichzelf reserveerde; zie no. 6322.
    8 - Gabrielle d'Estrées, de maîtresse van koning Hendrik IV, had haar geliefde tot de verheffing van hun zoon César tot gouverneur van Bretagne bewogen (Mémoires de Cheverny, p. 382-384, en Lettres missives de Henri IV VIII, p. 961-963).
    9 - Jean-Armand de Maillé, markies van Brezé, hertog van Fronsac, had na lang aandringen afstand van de titel van ‘amiral de France’ gedaan; vgl. nos. 6323 en 6364.
    10 - Henri II de Bourbon, prins van Condé, en zijn zoon Louis, hertog van Enghien, dienden als schoonvader, resp. echtgenoot van Claire-Clémence de Maillé-Brezé een persoonlijk belang.
    11 - Dinsdag 1 september, de dag van de ontvangst die Léon le Bouthillier, graaf van Cha- vigny, de regentesse in Vincennes had aangeboden. Uit deze passage blijkt nog eens duidelijk dat Grotius zijn nieuwsbrief in de week van 6-12 september heeft opgesteld.
    12 - Onder normale omstandigheden had de Franse gevolmachtigde ter vredesconferentie op 7 september moeten afreizen (Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen I, p. LXVII-LXIX).
    13 - Gaston van Orléans zou kardinaal Jules Mazarin de raad hebben gegeven om op die bewuste dinsdag niet naar de ontvangst te Vincennes te gaan (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 103-104). Voor deze ‘vriendendienst’ verlangde de prins een tegenprestatie; zie Chéruel, Histoire de France pendant la minorité de Louis XIV I, p. 195-201.
    14 - De vlucht van de Frans-Weimarsen van maarschalk Guébriant over de schipbrug tussen Wittenweier en Rhinau naar de Elzas (no. 6399) kwam niet voor in de Franse krijgsplannen. Nieuwe instructies werden deze week gegeven aan de hertog van Enghien, maar deze had op 12 september het commando over het Franse leger aan de Moezel overgedragen aan de hoogbejaarde Charles de Valois, hertog van Angoulême, en was nu op weg naar Parijs (Aumale, Histoire des princes de Condé IV, p. 215-225).
    15 - Luitenant-generaal Josias Rantzau had de taken overgenomen van de bij Thionville gesneuvelde Louis Potier, markies van Gesvres.
    16 - De naar de Moezel en de Rijn oprukkende legermacht van François de Mercy, Johan van Werth, hertog Karel IV van Lotharingen en de Luxemburgse gouverneur Johan van Beck.
    17 - Bevelhebber van dit keizerlijke hulpleger was Melchior von Hatzfeldt und Gleichen (Foerster, Kurfürst Ferdinand von Köln, p. 246).
    18 - Keizer Ferdinand III zou in Česká Skalice het Hongaarse leger inspecteren (Doc. Boh. VII, p. 41-42, nos. 63-64, en p. 44 no. 75).
    19 - Het Parlement van Parijs zou de financiers niet vervolgen indien zij de regering een bedrag van 12 miljoen ter beschikking stelden (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 103).
    20 - Terzelfder tijd verdiepten de raadsheren zich in de kwestie van het herstel van Henri II de Lorraine, hertog van Guise, in zijn waardigheden; zie no. 6396.
    21 - Vanuit Zaragoza volgde koning Philips IV van Spanje het verloop van de strijd tegen de Franse onderkoning Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt. De campagne die deze zomer van weerskanten zonder grote vechtlust was gevoerd, kreeg door het verschijnen van de Franse vloot van Jean-Armand de Maillé, markies van Brezé, hertog van Fronsac, voor de Catalaanse kust toch nog een enerverend karakter.
    22 - De Gazette 1643, no. 117, dd. 12 september 1643, meldde het nieuws van de aankomst van de zilvervloot in een bericht uit Antwerpen van 4 september.
    23 - Het Frans-Savoyaardse leger van prins Tommaso Francesco van Savoye had op 4 augustus een aanvang gemaakt met de omsingeling van de stad en burcht van Trino.
    24 - Odoardo Farnese, hertog van Parma, die Venetië, groothertog Ferdinando II van Toscane en Francesco I d'Este, hertog van Modena, had aangespoord tot een gemeenschappelijke actie tegen paus Urbanus VIII, hield zich echter schuil in zijn bolwerken Bondeno en Stellata (Pastor, Gesch. Päpste XIII 2, p. 873-874, en Mémoires de Fontenay-Mareuil II, p. 304-307).
    25 - De burgerij van Gloucester veroverde zelfs drie kanonnen op de koninklijke belegeraars (CSP Ven. 1643-1647, p. 13-15).
    26 - De besprekingen, die James Butler, graaf van Ormond, in opdracht van koning Karel I met de vertegenwoordigers van de katholieke ‘confederation of Kilkenny’ had mogen voeren, werden op 15/25 september 1643 met de ondertekening van een wapenstilstandsverdrag afgesloten (A new History of Ireland III, p. 306-308).
    27 - Eenmaal meester van Sierck aan de Moezel maakte het leger van de hertog van Enghien een omtrekkende beweging naar Longwy.
    28 - De Gazette 1643, no. 117, dd. 12 september 1643, berichtte over de ontvangst van de balling Mathieu de Morgues (1582-1670), abt van Saint-Germain. Aangemoedigd door zijn beschermvrouwe Maria de' Medici had de abt jarenlang pamfletten geschreven tegen het beleid van Richelieu (A. Cioranescu, Bibliographie de la littérature française du dix-septième siècle II, p. 1500-1501).
    29 - De aan het hof verblijf houdende bisschoppen kregen het verzoek om naar hun diocees terug te keren. De maatregel trof ook de koninklijke getrouwen Auguste Potier, bisschop van Beauvais, en Philippe Cospeau, bisschop van Lisieux (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 108).
    30 - Barnstaple in Devon gaf zich spontaan aan de koning over (CSP Ven. 1643-1647, p. 21).
    31 - Dit bericht nam de Gazette 1643, no. 117, dd. 12 september 1643, op in het laatste nieuws over Portugal.
    32 - Het koninkrijk Monomotapa, tegenwoordig Zimbabwe.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]