eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6567. 1643 november 30. Van N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Ick sal beginnen daer uEd. heeft gelieft te eyndigen, om te seggen dat ick uEd. ende mijnselven seer garen van het addres der Nederlanders2 wil excuseren, sooverre uEd.

    734

    meenynge is ick hier sal verclaren dat uEd. mijn voorschrijven noch haer aenspraecke niet aengenaem en is, want deselffde hier de civiliteyt te leeren warom sij naer die quartieren trecken is mij niet mogelijck, ende off de swacheyt in andere niet te excuseren die andere in ons hebben gedragen, twijfele ick off voor ons is betamelijck, ‘qui quasi a pueris adolescentes volumus nasci senes, neque illarum affines esse rerum quas aetas et sors nascendi fert’.3 Andere consideratië[n] tevoren gemoveert ende daervan ick noch niet beter en ben geïnstrueert raecke ick niet aen. Maer wat redenen uEd. heeft van een volgende eeuwe om offensiën van gepasseerde tijden van uEd. ende de uwe te vervremden - die doch altijt Hollanders sullen willen wesen - can ick niet begrijpen, ende nochtans schijnt dat uEd. tot verwonderynge van uwe geaffectionneerste vrienden soo in schriften4 als in actiën5 daernaer stelt, selffs met vermi[n]deryng van autoriteyt ende gratie van hetgene dat andersins wel soude worden genomen. Daermede scheyde ick van die materie, dewelcke onaengeroert niet hebbe connen laten, soude ick mij tonen in uEd. regard te wesen die ick, gelijck altijt ben geweest, garen soude blijven, dat is vol genegentheyt tot uwe eere, loff ende reputatie.

    Van het publyck hebben wij voor desen tijt niet bijsonders. De negotiatie van milord Goryn is onbekent6 ende de Franse ambassadeurs hebben tot noch toe geen audiëntie gehadt, apparent door de sieckte van den heer d'Avaux,7 die soolange hier is geweest sijn camer ende veeltijts het bedde heeft gehouden door een speetie van pleuris, hoewel in 't begin eenyge meenden het een ambassadeurs indispositie soude sijn geweest, maer twee medicijnen in Den Hage nevens sijn Excellenties doctor geb[r]uyckt benemen die opinie. Monsieur Godefroy heb ick sedert niet gesien.8

    Drie cruycers worden in zee gebracht ende naer advisen die sijne Hoocheyt heeft, wort dat werck bij den viant sulckx geapprehendeert dat hij hondertduysent guldens voor een premie belooft aen degene die één van de cruycers kan veroveren.9 Die van Brussel commen seggen daer tijdyngen waren van het veroveren van Lima. Wat daervan is meent de Compangie, die dessein heeft door Brouwer10 op die quartieren gemaekt, binnen ses weecken te weten. De hope is op de ingesetenen selffs, om dewelcke te wapenen provisie soo voor ruyters als knechten is medegenomen, de troupes van Brouwer de seshondert mannen niet monterende.

    Monsieur Summaise is tot Leyden gearriveert.11 Hier wort ondersocht off een predi-

    735

    cant, voordesen capucijn, in een oneerelijck huys gevonden, daer was geroupen om sieke te assisteren, off om gesonden te vinden was gegaen, ende naer de onderichtynge die mij is gegeven soo sal geen couleur aen die vuylicheyt bij hem connen worden gestreecken.

    Hiermede meende ick te eyndigen, dan mij wort geseyt dat uyt Engelant tijdyngen commen dat in plaetse den conynck met de ontboden regimenten uyt Ierlant hem meende te stercken, deselve het parlament toevallen ende oock de malignanten ende andere, de conynkx partije voordesen hebbende gevolicht, haer nu met het parlament verclaren ende het convenant teyckenen.12 Morgen sullen de Franse ambassadeurs hebben audiëntie.

    Den heer Crommon comt mij met getuygenisse van een seer groten obligatie verclaren de beleeftheyt die sijn soon van uEd. heeft ontfangen, deselve met woorden, soo hij schrijft, niet hebbende connen uytdrucken ‘virtutem et eruditionem scintillantem in vultu et congressu’.

    Desen lesten November 1643.

    Adres: Mijnheer/mijnheer de Groot, raedt ende ambassadeur van de coninginne ende crone van Sueden bij den alderchristelijcksten [conynck].

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 8 Dec.

    En in dorso: 30 Nov. 1643 N. Reigersberg.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, K 78f. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Gedrukt Rogge (ed.), Br. N.v. Reigersb., p. 743 no. 295. Antw. op no. 6544, beantw. d. no. 6588 (?).
    2 - Zie no. 6566. Nicolaes van Reigersberch had de zoon van de raadsheer mr. Gerard van Crommon bij zijn zwager aanbevolen. Waarschijnlijk maakte de jongeman deel uit van het gezelschap jeugdige ‘touristen’ dat zich begin november aandiende bij de Zweedse ambassadeur.
    3 - Vgl. Terentius, Heaut. 214-215.
    4 - De familie in de Republiek was niet ingenomen met de spottende opmerkingen van Grotius aan het adres van de geograaf Johan de Laet; zie nos. 6524 en 6566.
    5 - Het beslag dat Grotius ten behoeve van zijn jongste zoon Dirk wilde laten leggen op de Saksisch-Weimarse gelden onder beheer van Joachim de Wicquefort; vgl. nos. 6504 en 6524.
    6 - Het raadselachtige verblijf van de koningsgezinde lord George Goring in de Republiek. In december vertrok hij met stille trom naar Parijs.
    7 - Tot groot ongenoegen van zijn collega Abel Servien liet de Franse gevolmachtigde Claude de Mesmes, graaf van Avaux, de vele feestelijke begroetingen in Den Haag (23-25 november) aan zich voorbijgaan. Op 1 december vertoonde hij zich weer in het openbaar.
    8 - Het delegatielid Théodore Godefroy legde in de week van 15-21 november beleefdheidsbezoeken af bij André Rivet en Nicolaes van Reigersberch; zie nos. 6470, 6488 en 6540, en Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 116 en p. 141.
    9 - De patrouillediensten op de Noordzee werden uitgevoerd overeenkomstig het op 3 oktober gepubliceerde ‘reglement voor de kruyssers’; zie no. 6462.
    10 - Hendrik Brouwer († 7 augustus 1643 te Chiloë), bewindhebber van de Oostindische Compagnie en van 1632-1636 gouverneur-generaal van Oost-Indië. In 1642 vertrok hij met een bijzondere opdracht van de Westindische Compagnie naar Pernambuco. Op 15 januari 1643 voer onder zijn bevel een kleine expeditievloot naar de Chileense kustplaatsen Chiloë en Valdivia (NNBW V, kol. 53-55).
    11 - Na een afwezigheid van drie jaar was de hoogleraar Claude Saumaise in Leiden teruggekeerd (28 november). Een paar dagen later zocht de Haagse hofpredikant André Rivet de Bourgondische geleerde in zijn tijdelijke Leidse onderkomen op: ‘Et [je] le vi à Leyden environ une heure dans le tracas de son mesnage remuant, dans le beau logis du prince. Je le trouvay se pourmenant un baston en la main, et cheminant avec foiblesse’ (Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 146).
    12 - Het Parlement maakte met deze aankondiging propaganda voor de ‘solemn league and covenant, for reformation and defence of religion, the honour and happiness of the king, and the peace and safety of the three kingdoms of England, Scotland and Ireland’. In werkelijkheid schaarden de Ierse regimenten zich aan de zijde van de koningsgezinden.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]