eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    605

    6470. 1643 oktober 10. Aan N. van Reigersberch.1

    De Groot schrijft in vele zijner brieven aan zijn zwager breed van dit geval [de arrestatie van de hertog van Beaufort],2 met de gevolgen, en verscheidene bewegingen aan 't hof, daar wij ons niet mede zullen ophouden; maar tekenen aan 'tgeen hij in dien tijdt schreef van Mazaryn:

    Die kardinaal volgt wel zeer de maximes van den overleden kardinaal Richelieu, en vermag veel, maar is zoo absoluit niet als de andere was, omdat hij is onder het schut niet van een regerend koning, maar van een regente, en de twee princen3 zich met vele zaken moeien.

    De Groots huisvrouw verzuimde ondertusschen niet zich ten hoof te laten vinden. ‘De koninginne’, schreef hij in 't voorste van Wijnmaandt, ‘is niet wel te passe4 en laat de waarneming der zaken aan de ministers om haar van de zorg en moeite te ontlasten, zijnde van natuure genegen tot gemak’. Den volgenden brief aan zijn zwager begint hij: ‘Mijn huisvrouw is geweest bij de koninginne, welke te bedde lag ziek aan de geelzucht, doch zonder koorts’.5 Bij dezen vind ik ten zelven dage noch een anderen zeer breden brief vol aanmerkingen op zaken van staat ...:

    Maar de ambassadeurs die vanhier tot den vrede gaan,6 zullen in Hollandt wat verblijven en zoeken vaste handelingen aan te gaan. Alzoo monsieur d'Avaux mijn advys daarop verzocht, heb ik gezeid door de lange afwezentheit onbewust te zijn van de zaken aldaar, maar dat hij geen beter advys konde nemen dan van zijne Hoogheit, die alle de belangen en overwegingen volkomentlijk weet, etc. De heer Godefroi,7 wel ervaren in de oude en nieuwe historiën en voordezen in groote zaken gebruikt, zal over zee volgen om de ambassadeurs van Vrankrijk in 'tgeen van zijne kennisse is te onderrechten. Hij zal den tytel voeren van raadsheer des konings. Hij is katholyk, doch zeer matig, zijn broeder,8 wat hevig calvinist, is professor in de rechten, raad en bijwijlen syndicus, dat is burgermeester van Genève. De vader van hun beide is geweest Dionysius Gothofredus, aan alle rechtsgeleerden bekent.

    Notes



    1 - Gedrukt Brandt-Cattenb., Leven II, p. 347-348. Mogelijk tezamen met no. 6471. Beantw. d. no. 6499.
    2 - Zie Grotius' brief van [5] september 1643 (no. 6405).
    3 - Gaston van Orléans en Henri II de Bourbon, prins van Condé, leidden de vergaderingen van de ‘Conseil d'Etat’.
    4 - Zie Grotius' brief van 3 oktober 1643 (no. 6456).
    5 - Deze mededeling vindt men in de nieuwsbrief van 10 oktober (no. 6471).
    6 - De Franse gevolmachtigden Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Abel Servien, graaf van La Roche-des-Aubiers, hadden de opdracht om met de Staten-Generaal overeenstemming te bereiken over het aangaan van een nieuwe ‘alliantie offensive ende defensive’
    7 - De historicus-jurist Théodore Godefroy, zoon van de protestantse rechtsgeleerde Denis Godefroy; zie ook nos. 6468 en 6488.
    8 - Jacques Godefroy had afgelopen winter in Parijs nog de verdediging van de Geneefse belangen in de zaak van de teruggave van de inbeslaggenomen goederen en bezittingen van de voormalige parochiekerk Saint-Gervais in het land van Gex op zich genomen.