eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6405. 1643 september [5]. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Donderdagh laestleden 's morgens te zes uiren is den hertogh van Beaufort, zoon van den hertogh van Vendosme,2 met een coetse, ‹omcingelt› omcingelt met de regimenten van de guardes ende chevaux legers van den coning, de trommels slaende, de vaendels ontbonden, gebracht nae het casteel van 't Bois de Vicenne. De reden werdt gezegt dat Dynxdagh tevoren naemiddagh, alsoo monsieur de Chavigny in hetzelve casteel van 't Bois de Vincenne een collatie gaf aen de coninginne - die twaelffduizent guldens heeft gecost - ende den cardinael Mazarini op 't einde van de collatie de coninginne daer meende te vinden, een advys is gecomen aen de coninginne dat den [zoon van den] hertogh van Vendosme3 met eenige andere voor hadden genomen haere handen te slaen aen den gemelte cardinael, dewelcke mede daervan gewaerschouwt zijnde achterbleef. Den hertogh van Vendosme is hier zieck. Ende omdat hij zoo door Mercure als door Elboeuf vast is aen het geslacht van Lorraine,4 'twelck in zichzelve altijd sterck zijnde geweest in Vrancrijck, nu te stercker is door de hertoginne van Orleans, zoo heeft den hertogh van Orleans alle die van 't huis van Lorraine geïnduceert haeren dienst aen den cardinael Mazarini te presenteren, gelijck zij hebben gedaen. Men zegt oock dat de hertoginne van Orleans zoude nae Blois gegaen zijn, maer blijft hier doordien men voor zeecker hout dat zij kind draegt.5

    Tweehondertduizent croonen werden hier gereedtgemaect voor de coninginne van

    518

    Engelant, ende den grave van Harcourt wacht op tijdinge van Crassy,6 die voorheen nae Engelant gegaen is, om ‹uit› daeruit te oordeelen off daer middel is om den coning van Engelant vast te maecken aen Vrancrijck, 'twelck zijnde is hier de resolutie de paix in Engelant tewege te brengen met herstelling van des coning[s] autoriteit, waertoe wij hooren dat den grave van Essex7 ende meest alle die van de hooge camer wel gezint zijn.

    Den uitvoer van coren werdt hier verboden. Den hertogh van Chaune8 zal boven het gouvernement van Auvergne hebben het gouvernement van het casteel van Amiens. Monsieur de Schomberg gaet nae zijn gouvernement van Languedoc,9 alwaer alsoock tuschen Anjou ende Touraine eenige beginzelen zijn van onlusten.10 Hertogh Carel is te Worms ende hout de brugge van Philipsburg gecomen in zijn macht.11 Jan de Waert is bij hem geweest, maer heeft niet uitgerecht. 't Volck van denzelven hertogh is voor een goed deel in de Bergstraz. Den marescal de Guebrian heeft zijn volck een maend solds gegeven. Tusschen zijn volck ende die van Philipsburg zijn eenige cleine rencontres gevallen. Den hertogh van Anguien schijnt voor te hebben 't Messin te zuiveren ende te stercken, ende daernae zijn volck te leggen in goede winterquartieren in 't lant van Trier.12 Den stadt van Trier werdt gezegt twaelff regimenten Spaensch volck ingenomen te hebben.

    Den coning van Spaignie,13 zoo wij hier hooren, wil Lerida belegeren. Men zegt oock dat den coninck van Portugal14 de Tago is gepasseert met twintichduizent te voet, drieduizent te paerd, vijfendetwintich stucken canon om de Castillanen aen te tasten. Dat het crijgsvolck van den paus zich heeft moeten vertrecken uit het Polizino,15 dat Trin met vier bateriën werdt beschoten, inhebbende driehondert paerden, twaelffhondert te voet, gesterckt met tien bastioenen.16

    Tot Francfort werdt noch gehackel[t] over de beswaernisse van 't Rijck ende over 't stuck van de justitie, ende tot onderhout van de Spiersche camer werdt voorgeslagen een Rijcxflorijn te heffen op yder hooft der joden.17 De churfursten van Mentz, Coln, Saxen ende Brandenburg hebben aen den coning van Engelant geschreven aengaende de zaecken van den Pals, maer niet tot contentement van deghenen die in Duitschlant de Engelsche

    519

    ende Paltzische zaecken handelen,18 aen denwelcken oock den churfurst van Brandenburg in 't particulier zijne excuse heeft doen doen. Die van 't graefschap van Bourgogne loopen tot ontrent Dijon ende schijnen Bleteran19 te willen aentasten. Den grave van Alincourt20 werdt tegen haer gezonden.

    Volmaer, president van de camer van Spier, zal één zijn van de volmachtichde tot de paix ende reist nae de bestemde plaetze.21 Den graef van Chavigny heeft zijne bagagie vooruitgezonden nae Rouen met negentich personen.22 Guassion23 is niet doot, maer zeer gequetst, met hoope van beternisse. De heer Ranzou24 zal generael zijn van de cavallerie legère.

    9 [sic] Septembris 1643.

     

    Den hertogh van Beaufort was 's Woensdaegs 's avonts comende uit des coninginnes cabinet gearresteert, sliep die nacht op de Louvre, wierd 's margens daeraen gebracht in 't Bois de Vicenne. Den hertogh van Vendosme zijne vader, op de last hem gegeven van te vertrecken, heeft excuse genomen op zijne ziecte. Den hertogh van Mercure25 is vertrocken door last, Saint-Ibar26 nae Hollant, Chasteauneuf voordezen guarde des seaux nae zijn huis al bij last.27 Montresor is het ontgaen, Campion gevangen. Men tracht oock anderen te vangen.

    Aen de boeren ontrent Sabern28 in den Alzas is last gegeven alle haere roerende goederen in de stadt te salveren, waeruit gelooft werdt dat den marescal de Guebrian meent te comen aen deze zijde van den Rijn. Wij hooren dat de heeren van het hooge

    520

    huis in Engelant vertrecken off nae den coninck, ofte nae haer huize,29 onlust crijgende in het bedrijf van het laege huis. Den paus hoopt haest bijeen te hebben veertichduizent man te voet, twaelffduizent te paerd, hebbende daertoe geld geleent van de republique van Gennes. Wij verstaen mede dat het leger van de keizer in Behmen is gesterckt vannieus met drieduizent Hongren, achthondert Slavoenen, veertienhondert uit Stirië, ende dat meerder renfort verwacht werdt.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 3 [sic] Sept. 1643 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 33e. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Mogelijk tezamen met no. 6404, dd. 7[=5] september 1643, en een brief van Maria van Reigersberch dd. 5 september 1643 (Rogge, Brieven van en aan Maria van Reigersberch, p. 251-255). Copie, dd. 5 september 1643, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 5/15 september 1643).
    2 - François de Vendôme, hertog van Beaufort, zag in kardinaal Jules Mazarin de kwade genius achter de verbanning van de hertogin van Montbazon en het uitblijven van volwaardig eerherstel van zijn familie. Omdat de kardinaal niet uit zichzelf verdween, nam hij de rol van verlosser op zich. Die gelegenheid diende zich op 1 september aan tijdens een feestelijke ontvangst die Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny, de regentesse in Vincennes wilde aanbieden. De kardinaal kreeg vertrouwelijke informatie over een aanslag op zijn leven en liet verstek gaan, zodat de volgende dag (woensdag 2 september), toen beide partijen zich weer in het Louvre vertoonden, de spanningen hoog opliepen. Zodra de fluistercampagne goed van start was gegaan, stuurde koningin Anna haar wacht op de hertog af. Hij werd gearresteerd en in de vroege ochtend van 3 september met groot vertoon naar de kerkers van Vincennes geleid (Chéruel, Histoire de France pendant la minorité de Louis XIV I, p. 169-179).
    3 - César de Bourbon, hertog van Vendôme, lag ziek te bed in Conflans toen hem het nieuws van de arrestatie van zijn zoon bereikte (Mémoires de La Châtre, p. 238-243, en Mémoires de Campion, p. 257-273).
    4 - Françoise de Lorraine, hertogin van Mercoeur, moeder van de gearresteerde hertog van Beaufort. Haar schoonzuster, Catherine-Henriette, evenals haar echtgenoot César de Bourbon, hertog van Vendôme, een gelegitimeerd kind van koning Hendrik IV, was gehuwd met Charles II de Lorraine, hertog van Elbeuf (DBF XII, kol. 1184-1186).
    5 - Na ‘de hertoginne van Orleans’ schreef Grotius eerst: ‘omdat groot geloop bij haer is, gezonden zal werden nae Blois’. Gaston van Orléans, oom van de jonge koning, en zijn onlangs door het Franse hof erkende echtgenote Margaretha van Lotharingen. Hun eerste kind zou pas op 28 juli 1645 geboren worden.
    6 - De ‘maître d'hôtel ordinaire de la Reine’ Cressi (Gressy) verwittigde de koning en de koningin van Engeland persoonlijk van de benoeming van Henri de Lorraine, graaf van Harcourt, tot buitengewoon ambassadeur (Lettres Mazarin I, p. 343-345).
    7 - Enkele parlementsleden die half augustus een bezoek hadden gebracht aan het legerkamp te Uxbridge, kregen de indruk dat hun wapenbroeder Robert Devereux, graaf van Essex, te veel toegaf aan defaitistische opinies (CSP Ven. 1643-1647, p. 9).
    8 - Honoré d'Albert, hertog van Chaulnes, had zijn waardigheid van gouverneur van Picardië moeten afstaan aan de vorige bezitter, Charles II de Lorraine, hertog van Elbeuf (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 130).
    9 - Maarschalk Charles de Schomberg, hertog van Halluin, wilde aanwezig zijn bij de openingszitting van de Staten van de Languedoc (Lettres Mazarin I, p. 356-357 en p. 454).
    10 - De volksopstand in de Rouergue zaaide zich over de andere gewesten uit; zie nos. 6271, 6284 en 6298.
    11 - Hertog Karel IV van Lotharingen had de schipbrug van Philippsburg naar Worms laten slepen. Ondanks protesten van de Zwabisch-Beierse bevelhebber Johan van Werth liet hij zijn manschappen over deze brug de Rijn passeren (Gazette 1643, no. 113, dd. 5 september 1643).
    12 - Het leger van Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, was op 3 september de plaats Sierck aan de Moezel binnengedrongen. De toegezegde steun aan het uitgeputte Frans-Weimarse leger van maarschalk Guébriant (no. 6378 n. 5) bleef voorlopig uit; zie no. 6399.
    13 - Koning Philips IV volgde in Zaragoza de verrichtingen van zijn generaal don Felipe de Silva aan het front bij de rivier de Cinca.
    14 - De campagne van het Portugese leger was op 19 juli van start gegaan (Gazette 1643, no. 114, dd. 5 september 1643).
    15 - Het bevel over het pauselijke leger in de Polesine had kardinaal Antonio Barberini aan de Fransman Achille d'Estampes-Valençay toevertrouwd.
    16 - De stad Trino viel pas op 27 september in handen van het Frans-Savoyaardse leger van prins Tommaso Francesco van Savoye.
    17 - Het vredesvraagstuk had op de Frankforter ‘Deputationstag’ het even dringende vraagstuk van het ‘Reichsjustizwesen’ naar de achtergrond verdreven; zie no. 6114.
    18 - William (of Wilhelm) Curtius, gewezen keurvorstelijk secretaris, thans Engels resident in Frankfort, had de indruk gekregen dat het merendeel van de keurvorsten (met uitzondering van de hertog van Beieren) zich niet zou verzetten tegen de behandeling van de kwestie van de Palts op de vredesconferenties in Munster en Osnabrück (CSP Ven. 1643-1647, p. 20, en Brown, Itinerant ambassador, p. 264-265). In deze verwachting werd hij door de betrokken keurvorsten teleurgesteld; zie no. 6406 n. 9-11.
    19 - Bletterans ten zuiden van Dole.
    20 - Nicolas de Neufville (1598-1685), markies van Alaincourt, in 1646 benoemd tot maarschalk van Frankrijk en gouverneur over de minderjarige koning Lodewijk XIV. In 1663 ontving hij de titel en waardigheid van hertog van Villeroy (Cardinal de Retz, Oeuvres, p. 1318, en Dictionnaire de la Noblesse VII(14), kol. 931-932).
    21 - De gevolmachtigde dr. Isaac Volmar, president van de keizerlijke Voor-Oostenrijkse regeringsraad, reisde over Frankfort, Mainz en Keulen naar Munster (aankomst 8 september) (Acta pacis Westphalicae; Diarium Volmar I, p. 3-4).
    22 - De Franse gevolmachtigde Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny, had aangekondigd dat hij op 7 september gereed zou staan voor vertrek naar Munster (Acta pacis Westphalicae; Die kaiserlichen Korrespondenzen I, p. 63-64, en Die Französischen Korrespondenzen I, p. LXVII-LXIX).
    23 - Jean, graaf van Gassion, herstelde van zijn verwondingen die hij tijdens een aanval op de muren van Thionville had opgelopen. Ook de koorts waaraan hij leek te bezwijken was inmiddels verdwenen (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 100).
    24 - Luitenant-generaal Josias Rantzau, heer te Bothkamp, ging in het leger van de hertog van Enghien de plaats innemen van de gesneuvelde Louis Potier, markies van Gesvres († 4 augustus 1643).
    25 - Louis de Vendôme (1612-1669), hertog van Mercoeur, broer van de hertog van Beaufort (Cardinal de Retz, Oeuvres, p. 174-175 en p. 1248, en Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 104).
    26 - Deelgenoten aan het complot van de ‘Importants’ waren Henri d'Escars de Saint-Bonnet, heer van Saint-Ibar, Alexandre en Henri de Campion en Claude de Bourdeilles, graaf van Montrésor; vgl. Mémoires de Montrésor, p. 227-229 (notice).
    27 - Charles de l'Aubespine, markies van Chasteauneuf, werd gestraft voor zijn dienstbaarheid aan de belangen van de hertogin van Chevreuse (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 101).
    28 - Kwartiermakers van maarschalk Guébriant lieten door de gouverneur van Saverne de ontruiming van het gebied ten behoeve van de inkwartiering van het Frans-Weimarse leger afkondigen (Gazette 1643, no. 113, dd. 5 september 1643).
    29 - Zeven leden van het Hogerhuis, onder wie Henry Rich, graaf van Holland, en William Russell, graaf van Bedford, liepen naar de koning over. Algernon Percy, graaf van Northumberland, Philip Herbert, graaf van Pembroke, en William Cecil, graaf van Salisbury, onttrokken zich voorlopig aan hun parlementaire verplichtingen (CSP Ven. 1643-1647, p. 11).