eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6659. 1644 januari 19. Aan Maximiliaan van Beieren.1

    Serenissime princeps,

    Nullis meis fisus meritis sed summae bonitati electoralis vestrae Celsitudinis, preces ei adfero pro filio meo Diderico Grotio2 Crayenburgico,3 ut is ex captivitate, in quam per belli fortunam incidit, restitui nobis quamprimum possit. Notae mihi virtutes eximiae Bavaricae domus, non ex historiis tantum communibus, sed et ex Hollandiae archivis,4 qua veneratione eam prosequerer etiam operibus quibusdam meis ostendi.5 Legationem quam hic gero non alio suscepi animo quam pacem promovendi, quo et sermones et consilia mea semper direxi, magnisque me ob id obieci odiis. Non desistam ab eo proposito donec res sit confecta.

    Quodsi aliqua in re servire possim Celsitudini vestrae electorali,6 faciam id animo promptissimo, Deumque precabor, serenissime princeps, ut electoralem vestram Celsitudinem bono domus suae orbisque christiani servet ac prosperet,

    electorali vestrae Celsitudini mancipatissimus,
    H. Grotius.

    56

    Lutetiae, 9/19 Ianuarii anni 1644.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): Duci Bavariae.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 721 no. 1639. Beantw. d. no. 6741. Maximiliaan I (1573-1651), hertog van Beieren, nam in 1623 de keurvorstelijke waardigheid over van de verslagen ‘Winterkoning’ Frederik V van de Palts. Tijdens zijn bewind ontwikkelde het hertogdom zich tot een mogendheid waarmee de keizer, Frankrijk en Zweden terdege rekening moesten houden. In het afgelopen jaar vergrootte de hertog met een glansrijke overwinning op het Frans-Weimarse leger (de slag bij Tuttlingen van 24-25 november 1643) zijn prestige in het Duitse Rijk (NDB XVI, p. 477-480).
    2 - Een pleidooi tot vrijlating van de Frans-Weimarse officier Dirk de Groot, ‘heer van Kraayenburch’; zie nos. 6658 en 6660.
    3 - Kraayenburch, een landgoed aan de weg van Rijswijk naar Delft. In een ver verleden zou dit landgoed in het bezit van de familie De Groot zijn geweest. De herinnering eraan bleef bewaard in het wapenschild van de familie Cornets de Groot: 3 bollen vergezeld van 3 kraaien en in het schildhoofd de achtpuntige ster van het Provençaalse adellijke geslacht Cornets of Des Cornets (E.A. van Beresteyn, ‘Het wapen van het geslacht de Groot’ en ‘Kraayenburch’, in Ned. Leeuw 43(1925), kol. 177-187).
    4 - Na het overlijden van Janus Dousa († 8 oktober 1604) ontving Grotius van de Staten van Holland de aanstelling tot geschiedschrijver van de oudheden van Holland (no. 62 (dl. I)).
    5 - Zijn ‘patriae antiquitatis iucundissima investigatio’ (no. 150 (dl. I)) leidde in 1610 tot de publikatie van het Liber de antiquitate reipublicae Batavicae/Tractaet van de oudtheyt van de Batavische nu Hollandsche Republique (BG nos. 691 en 698).
    6 - Grotius, een vurig pleitbezorger van het herstel van de keurvorstelijke familie van de Palts, erkent in deze brief het recht van de hertog van Beieren op de titel van keurvorst.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]