eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    correspondent

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6658. 1644 januari 19. Aan D. de Groot.1

    Fuimus ego, mater tua ac soror,2 mi fili, in summa animi perplexitate quamdiu ignoravimus quae in communi calamitate tua sors fuisset. Nunc levati ista anxietate nobis sunt animi, postquam literas tuas 10/20 Decembris Tubinga datas accepimus. Nihil omittemus eorum quae fieri possunt, ut quamprimum reddaris libertati.

    Arma Suedica a Germania in Daniam, Jutiam, Holsatiam versa sunt, ideo quod rex Daniae cum Moscovita coniurasset bellum vere primo inferre Suediae.3 Suedi autem praevenire quam praeveniri maluerunt.

    Si libertatem adipiscaris, sentio ad nos venias, ut de rebus tuis quod optimum erit capiamus consilium. Historiam de clade quam miseras edi hic iussi,4 ut exemplaria haberem quae ad rectores et legatos regni Suedici et ad amicos mitterem.

    55

    Deus te servet et incommodis istis te eximat,

    tibi optima volens pater,
    H. Grotius.

    Lutetiae, 9/19 Ianuarii 1644.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): Diderico Grotio.
    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 721 no. 1640. Antw. op no. 6606 (dl. XIV). Grotius' jongste zoon Dirk de Groot (1618-1656), ‘heer van Kraayenburch’, diende in het Frans-Weimarse leger. Tijdens de slag bij Tuttlingen (24-25 november 1643) viel hij in handen van de vijand. Zijn vader verloste hem weldra uit Beierse krijgsgevangenschap; zie nos. 6659-6660, en H. Lahrkamp, Jan von Werth, p. 138 (met een verwijzing naar een niet teruggevonden brief van Grotius aan de Zwabisch-Beierse bevelhebber Johan van Werth (vgl. nos. 6678 en 6679)).
    2 - Cornelia de Groot (1611-1687) huwde op 24 maart 1646 Jean Barton, burggraaf van Montbas (E.A. van Beresteyn, in Ned. Leeuw 43(1925), kol. 168-169, en Brandt-Cattenb., Leven II, p. 435-436).
    3 - Koning Christiaan IV van Denemarken zou met medeweten van koning Wladislas IV van Polen en tsaar Michael Fedorovitsj actie willen ondernemen tegen de Zweden in Pommeren. Om dit gevaar af te wenden vielen de Zweden op 12/22 december 1643 het hertogdom Holstein binnen.
    4 - Zie no. 6650 n. 25. Een gedrukt exemplaar van het verslag van Charles de Sainte- Maure, markies van Montausier, van de gebeurtenissen vóór en na de slag bij Tuttlingen ontbreekt in de nagelaten papieren van Grotius. Zie voor de overlevering, Episodes Guébriant, p. 399; Chéruel, Histoire de France pendant la minorité de Louis XIV I, p. 248, en Stadtbibliothek Frankfurt am Main, Flugschriftensammlung ‘Discursus politici’, Frankfort 1930, p. 228: ‘Lettre d'un officier françois sur la desfaicte de l'armee Françoise-Weymarienne, arrivee à Tutlingen et aux environs, le 24./14. Novembr. 1643. Exhortations à la Paix’, Straatsburg 1644.