eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6699. 1644 februari 8. Van P. Spiring Silvercrona.1

    Mijnheere,

    Hoedanich God almachtich de conincklijcke Sweedsche wapenen onder den generael Torstenson heeft gelieven te segenen, ende door deselve de gansche Deensche cavallerie ende infanterie in Jutlant is geruïneert geworden, gelieven u. Exc.tie wt de twee bijgaende copiën van brieven,2 die den heer general mij selfs heeft toegeschreven, met meerder te sien, daeraen ick mij referere.

    Wt Sweden hebbe ick brieven gehad van den 23 en 30 Decembris lestleden,3 ende

    119

    daerwt sooveel vernomen dat door de onvrindelijcke proceduren, machinatiën en exorbitantiën die den coning van Dennemarcken van tijt tot tijt ende principalijck in 't verleden jaer aen de croone Sweden door het aenhouden van haere schepen in de Sond ende het vexeren en beswaeren van haere Mayesteits onderdanen ende haere Mayesteits goederen selfs tegens de beiderseits opgerichte pacten en billicheit aengedaen ende gebruickt heeft tot turberinge van de navigatie en commercie in de Oost- en Noordzeën, behalven veel meer andere redenen en injuriën die aen de zijde des rijcks niet langer en conden geduldet werden, dit werck tot eenen oorlogh sich is formerende, gelijck dan eene armee van 14000 te voet ende 5000 paerden nae de frontiren van Dennemarcken gemarcheert was, ende soude den veltmarschalck Horn4 van Stockholm den 11 Jannuari stylo novo onfeilbaar opbreecken ende deselve armee commanderen. God geve geluck ende segen daertoe.

    Hierbij gaet copye van eenen brief die den coning van Dennemarcken over den inval in sijn lant aen desen staat, ende 'tgeen hij aen sijnen resident alhier geschreven heeft.5 Ick hebbe wt het rijck mede ordre, waervan de principaelste brieven noch onderwegen sijn,6 om aen desen staat neffens overleveringe van brieven die ick noch ben verwachtende, mondeling te remonstreren de motiven die haere Mayesteit hiertoe gebracht hebben, ende aen denselven staat daerbij 't een en 't ander noch voor te houden.

    'tWelck ick u. Exc.tie hiermede hebbe willen communiceren, ende deselve bevelende in de protectie Gods verblijve, mijnheere,

    u. Exc.tie dienstwilligste,
    Petter Spieringh Silvercroon, op Norshollem
    erfgesetten.

    Den 8 Februari 1644.

     

    Ick versoecke seer vrindelijck op u. Exc.tie deselve gelieve mij sijne consideratie op dit Deensch werck weeten te laeten,7 gelijck ick u. Exc.tie van tijt tot tijt dan oock sal adviseren 'tgeene mij hierinne te wercken wt het rijck sal geordonneert werden.

    120

    Bijlage:

    Den 8 Februari 1644.

     

    Met de negotiatie der Fransche plenipotentiarisen loopt het allenskens ten einde.8 Men wil seggen dat Servien eerstdaegs voorwt op Munster reysen ende d'Avaux noch wat alhier vertoeven sal. Ick sorge dat noch d'een noch d'ander in de naeste 14 dagen sal vertrecken. Verleden weecke heeft sijn Hoocheit haerlieden een statelijck banquet gegeven, ende word desen avont sijne Hoocheit van den heere d'Avaux wederom getracteert.9 Het principaelste van haere handelinge is iet seeckers met desen staat vast te stellen de modo agendi in tractatu et conditionibus pacis. Wegen de Dennemarckse saacke luistert men alhier, soo het schijnt, op het succes der wapenen van d'een en d'ander zijde, om de consilia daernae te richten.

    Den heere general in Lijfflant, den veltmarschalck Herman Wrangel,10 is tussen den 10 en 11 Decembris stylo vetere te Riga overleden, 'twelck een groot verlies is, also het een heere was van groote experiëntie.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 13, 133 en 134 (bijlage). Oorspr. Eigenh. ondertek. Brief en bijlage zijn van de hand van Spirings secretaris Pieter Pels.
    2 - De brieven uit het hoofdkwartier van de Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson ontbreken. Zij bevatten waarschijnlijk berichten over de verovering van Jutland en de vlucht van het leger van de Deense rijksmaarschalk Anders Bille (Bilde) naar het eiland Funen; vgl. no. 6697.
    3 - Vermoedelijk afschriften van brieven van koningin Christina van Zweden aan haar gevolmachtigden te Osnabrück en Minden, dd. 20/30 december 1643 en 30 december/9 januari 1644 (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 114, p. 118-119 en p. 122-126).
    4 - Veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn bevond zich op 9/19 januari 1644 nog te Stockholm (Svenska Riksrådets Protokoll X (1643-1644), p. 434-436, en Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 125-126). Op 16/26 januari zou hij te Jönköping daadwerkelijk het bevel aanvaarden over het leger dat de Deense gewesten Halland, Skåne (Schonen) en Blekinge moest binnenvallen.
    5 - De boodschappen van koning Christiaan IV van Denemarken aan de Staten-Generaal en aan zijn resident in Den Haag, dd. 25 december 1643/4 januari 1644, vonden een weg naar een drukker in de Republiek. Weldra verscheen het pamflet ‘Copien van twee messiven van sijn Majesteyt van Dennemarcken, d'eene aen de ... Staten Generael der Vereenigde Nederlanden, ende d'ander aen sijn resident Martino Tancken ..., gedruckt voor Theophilus Philopatris’ (Knuttel, Cat. v. pamfl. no. 5071, en hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 8, no. 16).
    6 - Op 20/30 december 1643 had koningin Christina van Zweden brieven laten uitgaan naar de Staten-Generaal, de Staten van Holland, de prins van Oranje, het stadsbestuur van Amsterdam en andere overheden in de Republiek (Stockholm, RA, Riksregistratur, 1643II, Tyskt och Latinskt, f. 406r-433r). Deze ‘communicatoriae ... super motibus Danicis’ zouden de Zweedse resident worden aangereikt door de koninklijke commissaris Louis de Geer; zie no. 6728, en ‘Brieven van Louis de Geer’, in BMHG 29(1908), p. 243-245.
    7 - Grotius' reactie op de boodschap van koning Christiaan IV aan de Staten-Generaal is niet overgeleverd. In zijn persoonlijke brief aan Nicolaes van Reigersberch, dd. 20 februari 1644, sprak hij over een schrijven ‘vol van toorn’ (no. 6719).
    8 - De Franse gevolmachtigden Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Abel Servien werden van diverse zijden gemaand om de Haagse conferentie over een nieuwe Frans-Staatse ‘alliantie offensive ende defensive’ ten spoedigste te verlaten. Hun vertrek werd echter opgehouden door een hardnekkig meningsverschil met de vertegenwoordigers van de Staten-Generaal over de interpretatie van het artikel waarin de verbondenen zich zouden verplichten om geen vrede of bestand met de Spaanse kroon te sluiten dan ‘gesamentlick ende met gemeene bewilling’ (Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen I, p. XLII-LVI).
    9 - Het banket waarvoor de graaf van Avaux de echtgenote van zijn collega Abel Servien niet had uitgenodigd (no. 6698, en Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 194-195 en p. 198).
    10 - Veldmaarschalk Herman Wrangel (1587 - † 10/20 december 1643), gehuwd met Amalia (1613-1669), gravin van Nassau-Siegen, had de taak van gouverneur van Lijfland nog geen vier maanden kunnen uitoefenen (BLS XXI, p. 104-108).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]