170
Mijnheere,
Voor 14 dagen hebbe u. Exc.tie toegesonden copye van den brief die den coning van Dennemarcken aen desen staat2 geschreven heeft nopende de inquartiringe van den generael Torstenson in sijn landt ende voor acht dagen een tsamenspraacke tussen een Sweed ende Deen,3 - ick en weete den auteur daervan niet - waerinne den voorschreven Dennemarcksen brief vrij schimpelijck doorgetrocken werd. Ick hebbe verleden weecke door Louis de Geer, die wt Sweden is hier gecomen, creditiven van haere conincklijcke Mayesteit aen de heeren Staten-General ende den prince van Orange becomen,4 ende daerbij instructie en ordre omme met Haere Hoog Mogenden over de Deensche saacke te communiceren,5 ende soo mogelijck deselve tot conjunctie der wapenen, ofte ten minsten tot secours voor haere conincklijcke Mayesteit vi foederis te bewegen, daermede ick nu in 't werck ben. God geve dat de gemoederen ten besten van de goede saacke mogen connen gedisponeert werden, 'twelck ick met alle bedenckelijcke middelen sal pousseren.
Anders word alhier van den geallieerden selfs tot ondienst van haere conincklijcke Mayesteit voorgegeven, als soude deselve de Duitsche saacke verlaeten hebben, gelijck dan noch deser dagen de landgraeflijcke Hessische ministri alhier sulcx opentlijck geproponeert6 ende wt dat fundament hebben begeert dat de heeren Staten-Generael de subsidiën, die sij aen ons tot noch toe hebben plegen te geven, nu aen de vrouwe landgravinne, als dewelcke den ganschen last des oorlogs te verwachten heeft, souden laeten toecomen.7 Hoedanig arguments de Fransche plenipotentiarii, soo wanneer het hun te
171
passe comt, sich mede gebruicken. Sij laeten sich hier verluiden van Paris ordre ontfangen te hebben sich in de Dennemarckse saacke te interponeren.8 Bij de heeren Staten-Generael hebben sij om vrije wervingen hier te lande voor Vranckrijck aengehouden, 'twelck hun op de frontiren is bewilligt geworden, ende soude de monsterplaetse onder 't canon van Mastricht sijn.9 Van haer vertreck vanhier nae Munster en toonen sich noch gans geene indicia.Van Hamburg hebben wij dat den generael Torstenson sijn hooftquartier noch te Hadersleven heeft, dat sijn Exc.tie veel wagenleeren te samen laet brengen, oock veel cleine schepen met deelen te samen slaen, tot wat einde is noch onbekent.10 De tijdinge die voor 4 dagen hier geloopen heeft dat sij iets op Fuenen souden geattenteert, het ijs ingebroocken ende schade geleden hebben is maer een bloot wtstroeysel geweest: alle de Sweedsche volckeren liggen in haer quartier stille. Van Ragotski crijgspreparatiën word van alle quartiren sooveel geschreven dat het apparent is dat hij in 't voorjaer sal te velde comen.11
Waermede verblijve, mijnheere,
u. Exc.tie dienstwilligste.
Den 23 Februari 1644.
Bovenaan de brief schreef Grotius: [Rec.] 2 Martii 1644.