eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6753. 1644 maart 7. Van A. Hogerbeets.1

    Vir excellentissime,

    Excellentiae tuae litteras,2 summi erga nos affectus indices, summa cum voluptate legimus et saepe relegimus et tanquam monumentum tuae benevolentiae reservamus. Iam dudum in animo habui gratias referre, sed propter multas Excellentiae tuae occupationes molestus esse distuli. Quum sciam tibi cordi esse rem nostram quae tecum communis est, volui te facere certiorem quo loco nostra sint cum Leydensibus.3 Postquam multis per quatuordecim dies sollicitus quaesivi et nihil potui obtinere, ex amicorum consilio domum revertar, prima idonea data occasione reversurus. Est nobis firmiter propositum incoepta prosequi et in prosequendo perseverare, tanquam quae faciunt ad

    211

    manifestandam et conservandam tuae Excellentiae4 et parentis mei bene defuncti existimationem.

    Non desinimus quoties opportunum est propensiores Excellentiae tuae erga nos affectus nobiscum revolvere et tibi gratias agere quod ubique bonam memoriam parentis tueri non desistis. Affinis Modaeus5 ante tres menses vita defunctus est, relicta vidua cum tribus liberis.

    Nos tuae Excellentiae illustrissimaeque compari humillime nos commendamus et ego, dum spiritus hos regit artus, sum mansurus, excellentissime domine,

    Excellentiae tuae devotus,
    A. Hogerbeets.

    Nonis Martii 1644.

    Adres: Viro excellentissimo domino Hugoni Grotio, Suecorum penes christianissimum regem legato, Parisios.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 16 Martii.

    En in dorso: 8 [sic] Maert 1644 Hogerbeets.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. Diederichs, 30 X. Eigenh. oorspr. Adriaen Hogerbeets, wiens vader, de Leidse pensionaris Rombout Hogerbeets (1561-1625), op 18 mei 1619 veroordeeld werd tot levenslange gevangenisstraf te Loevestein, moet omstreeks 1600 te Haarlem zijn geboren (Album studiosorum acad. Lugd-Bat. I, kol. 120). Na een ‘artes’-opleiding te Leiden bekwaamde hij zich in de rechtswetenschap. Voor dit doel maakte hij een reis naar Frankrijk. In 1622 toog de jongeman op uitnodiging van Grotius wederom naar Frankrijk; zie no. 733 (dl. II). In 1624 keerde de jonge Hogerbeets terug naar de Republiek. Hij vestigde zich in Utrecht (NNBW IX, kol. 383-384).
    2 - Mogelijk een antwoord op Grotius' brief dd. 29 november 1642 (no. 5972 (dl. XIII)).
    3 - In het najaar van 1642 had Adriaen Hogerbeets namens de familie de Leidse stadsbestuurders doen dagvaarden om langs deze weg genoegdoening en postuum eerherstel van zijn vader te verzoeken (Leiden, GA, Bibliotheek, dossier R. Hoogerbeets 7000/4, waarin de vermelding van een missive van het Hof van Holland dd. 14 november 1642). Een genoegdoening werd de familie pas gegeven nadat Grotius' kinderen en erfgenamen in 1662 een proces van gelijke strekking hadden gewonnen (Brandt-Cattenb., Leven, ‘Aenhangsel’, p. 74).
    4 - Grotius overwoog een proces aan te spannen tegen het stadsbestuur van Rotterdam. Zijn broer Willem had hij al geïnstrueerd om de zaak van de familie Hogerbeets aandachtig te volgen. Lange tijd moest Willem de Groot wachten op enige ontwikkeling in het proces. In zijn brieven van 22 februari en 29 februari (nos. 6726 en 6738) verbrak hij eindelijk het stilzwijgen.
    5 - Mr. Dirck Modé, raadsheer in het Hof van Utrecht, gehuwd met Machtelt Hogerbeets; zie no. 778 (dl. II), en J. van de Water, Groot Placaatboek ... van Utrecht II, Utrecht 1729, p. 1054.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]