eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6738. 1644 februari 29. Van W. de Groot.1

    Frater optime,

    Detulit hanc ad te epistolam dominus Utenbogardus2 me absente domum meam, itaque nescio an tibi ad quaesita de concordia ecclesiarum satisfaciat. Aliquid tamen ea de re scripsisse puto, nam id promisit. Desinam igitur eum urgere donec tu ad hanc epistolam responderis, ut quid mihi faciendum sit intelligam.

    Hogerbetius3 iam in tertiam septimanam hic detinetur, neque quicquam proficit, moras nectentibus iis qui Lugdunenses timent, et imprimis praeside, qui praeterita septimana per principem apud Nobilitatem proponi fecit, ut aut ipse aut Oosterwykius in eum ordinem allegeretur.4 Sed nobiles rem distulere, negantes novis deputatis opus esse et exhaustum sibi nimiis sumtibus aerarium conquerentes. De filio maiore quod scribis est mihi longe gratissimum; quibus conditionibus, quo stipendio Venetis iam mereat libenter intelligam.5 Minori voveo libertatem integram et quidem proximis diebus,6 ne negotioso hoc tempore ipse otio torpescere diutius cogatur. De pactis istis Bruxellensibus nihil hic nos inaudivimus.7

    De papae valetudine et rebus Italicis certi aliquid audire gestio.8 Miror nondum

    188

    prodire in publicum eas causas quae Suecos in bellum Danicum instigarunt, et rationes quibus ea res fulciri possit.9 In Anglia res vere sunt perturbatae, Scotorum irruptio forte aliquam afferet mutationem.10

    Deus omnipotens misereatur Europae tot bellis afflictae et ecclesiae in tot partes scissae, tibi vero, uxori, liberis et amicis omnia salutaria largiatur. Vale,

    tibi obsequentissimus frater,
    Guilielmus Grotius.

    Raptim. Hagae, XXIX Februarii 1644.

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur de la reine et couronne de Suede, à Paris. Port 23 s.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 9 Martii.

    En in dorso: 29 Febr. 1643 [sic] W. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 346 (onder de correspondentie van 1643). Eigenh. oorspr. Antw. op no. 6718, beantw. d. no. 6756.
    2 - Het schrijven van Johannes Wtenbogaert dd. 21 februari 1644 (no. 6724). Grotius beantwoordde de brief op 12 maart (no. 6755).
    3 - De laatste tijd begon Adriaen Hogerbeets meer aan te dringen op een uitspraak van het Hof van Holland in de zaak tegen de Leidse stadsbestuurders over het verlenen van genoegdoening en postuum eerherstel aan zijn vader, de in 1618 in hechtenis genomen Leidse pensionaris Rombout Hogerbeets.
    4 - President Jan Oem van Wijngaerden († 1656), heer van Werkendam, en raadsheer Willem van Liere († 1649), heer van Oosterwijk, ordinaris Staats ambassadeur te Parijs (Memorialen van het Hof van Holland I, p. L).
    5 - Het stond allerminst vast dat Grotius' oudste zoon Cornelis in Venetiaanse legerdienst zou treden.
    6 - De Frans-Weimarse officier Dirk de Groot was volgens de laatste berichten naar de Beierse stad Ulm overgebracht; vgl. no. 6731.
    7 - In Brussel had de Fransman Bernard du Plessis-Besançon met de Zuidnederlandse gouverneur don Francisco de Melo onderhandeld over de uitwisseling van krijgsgevangenen.
    8 - Een vraag naar de gezondheidstoestand van paus Urbanus VIII. Was hij nog wel in staat om zijn gezag te laten gelden in de totstandkoming van een vrede in het conflict over de rechten op het hertogdom van Castro?
    9 - Het uitblijven van een Zweeds Manifest. Inmiddels had resident Petter Spiring Silvercrona de ‘communicatoriae’ van koningin Christina van Zweden aan de Staten-Generaal en de prins van Oranje, dd. 20/30 december 1643, in ontvangst genomen en op 17 februari aan de vergadering van de Staten-Generaal gepresenteerd; vgl. no. 6728, en Een rondgang langs Zweedse archieven, p. 394.
    10 - De verwarring over ‘The Declaration of the Kingdomes of England and Scotland joyned in arms against the popish party’, en 's konings oproep aan het ‘Parlement’ van Oxford om het Schotse gevaar te bezweren.