eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    688. 1621 september 12. Van J. de Groot.1

    ... Octavus nunc labitur dies ex quo prioribus vestris respondi ...

    Bijlage:

    Jan de Groot aan Willem de Groot, 12 september 1621

     

    Salve, fili mi, Guilielme Groti, ab nobis omnibus.

    Quod tibi res Graswinkelii qui isthic2 curae sunt, propinquis illius et praecipue sororibus et novercae3 nobisque omnibus perquam gratum est et grave; scribit ipsamet eadem de re. Graswinkelius in Frisiis promotionem adhuc differt,4 sperans te propediem ipsi adfuturum. Jacoba Halsae5 Lugdunum commigravit, ut sola sit. Tres reliqui6 sunt apud matrem, a quibus quemadmodum et ab avunculo Oversciaco7 uterque vestrum

    188

    quam officiosissime salutantur. Losecatius8 animo valde alacri, sed et pio, ad exercitum se contulit. Intelligo operam ipsius domino baroni Kesselio9 valde gratam.

    Literae ducis Bavari10 interceptae indicant ipsum non destiturum antequam Superiore Palatinatu potiatur. De Inferiore non multum Spinolae11 restat devincendum. Interi(m) satis felicia pro rege ex Bohemia Hungariaque nuntiantur. Rex in castris nostris est.12

    Affinis Debiaeus pater Hagae mansit. Ego crastina die cum matre et sorore Falcopyrgum13 cogito, nisi pluvia et gravedo, quae utramque hac nocte occupavit, impedimento sit. Deus Omnipotens Maximus tibi nobisque omnibus sit propitius ac clemens. Si contingat te iter terra conf(i)cere, saluta in Brabantia omnes amicos. Sed et si Duaco transeas, accede dominum Joannem Huveterium a Ferrariis, iuris utriusque doctorem et professorem,14 cui in collegio, cui pater praeerat, convixi anno 72 et 73, eique omnem meam operam, si quo modo usui esse potest, offer.

    Tuus tibi benevolentissimus pater,
    Jan de Groot.

    Raptim. Delphis, 12 Septembris 1621.

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius à Paris.

    In dorso schreef Grotius: J. de Groot, 12 Sept. 1621.

    Notes



    1 - No. 688 (dl. II). In de bijlage een brief van J. de Groot aan W. de Groot in Parijs, 12 september 1621: hs. Leiden, UB, Pap. 3, eigenh. oorspr. De tekst van de nos. 688-690 (dl. II) en van de bijlage is op éénzelfde blad geschreven.
    2 - Eewout Graswinckel.
    3 - Eewouts (stief)zusters Alida, Maria en Cornelia en zijn stiefmoeder Maria van Berckel († 1630).
    4 - Dirck Graswinckel, zoon van Jan Graswinckel en Tyette Basius, studeerde in Franeker; zie ook no. 622, in dit supplementdeel.
    5 - Jacoba Hals, dochter van Claes (Nicolaes) Claessen Hals († vóór 1608) en Catarina Fransdr. van Overschie († 1632). Deze Catarina was een volle zuster van Grotius' moeder Aeltje de Groot-Van Overschie.
    6 - Adriana, Franciscus en Claes Hals, zuster en broers van Jacoba (M. Thierry de Bye Dólleman, ‘Vier verschillende families ‘Hals’ te Haarlem’, in: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 28 (1974), p. 198-199).
    7 - Vermoedelijk Pieter Fransz. van Overschie (H. Wijnaendts in Ned. Leeuw 51 (1933), kol. 403-405).
    8 - Frederik van Losecaat.
    9 - Willem Adriaen, graaf van Hornes, heer van Kessel, generaal van de artillerie der Verenigde Nederlanden.
    10 - Maximiliaan, hertog van Beieren.
    11 - Ambrosius Spinola, legerleider in Spaanse dienst.
    12 - De ‘Winterkoning’ Frederik V, keurvorst van de Palts, bevond zich op 10 september 1621 te Emmerik (Res. SG (1610-1670), V (1621-1622), p. 283).
    13 - Josine de Bie, dochter van thesaurier-generaal Joris de Bie, was gehuwd met Jan de Hertoge van Orsmael, heer van Valkenburg (bij Leiden). De Hertoge had Valkenburg in 1615-1617 gekocht van Lamoral de Ligne (no. 245A). Frederik van Losecaat (supra, n. 8) diende in de jaren 1619-1624 als baljuw en schout van Valkenburg. Zie hs. Den Haag, ARA, Derde afd., De archieven van de heren van de beide Katwijken en het Zand en van Valkenburg (1203-1927), ed. G.J.W. de Jongh, typoscript 1958, nos. 739 en 750.
    14 - Jean (Le) Huvetier de Ferrières (Ferrarius, a Ferrariis) was van 1562 tot 1599 hoogleraar in de filosofie en welsprekendheid aan het Collège Royal van de universiteit van Douai (Dowaai). Op 19 november 1596 promoveerde zijn zoon, eveneens Jean geheten, tot doctor in de rechten; vanaf 1616 doceerde hij onder meer canoniek recht aan dezelfde universiteit (P. Collinet, L'ancienne faculté de droit de Douai ..., p. 76, 93 en 152, waar vader en zoon tot één hoogleraar samengevoegd zijn, en Baron de Warenghien, ‘Leçons politiques de Jean Le Huvetier de Ferrières ...’, in: Mémoires de la Société centrale d'agriculture, sciences et arts du Département du Nord, 3e série, dl. 8, 1900-1902 (1904), p. 283-286 en 292).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]