Mon frère,
Hoewel ick gisteren over Bruyssel heb geschreven2, soo vinde ick goed noch dese te senden door de ordinarisse wegh om daerbij te vougen, dat wij hyer hebben den hertogh van Lorraine3. Wat hij doen sal, sal de tijdt leeren. Voorals-
291
noch heeft hij de coninginne-moeder4 bedanckt voor het loslaeten van Montaigu5 ende 't restablissement van madame de Chevreuse6 in zijn faveur.Onse ambassadeurs7 hebben in de laeste conferentie niet dan particuliere saecken voortgebracht, als van de restanten van de reys van Hautain8 ende dyergelijcke sonder te comen aen het tractaet, waerover de ministres d'estat alhyer zijn gemescontenteert. Monsr. de la Villauclercqs9 daervan spreeckende vougde daerbij, dat ick haest gewaer soude worden, dat men meerder staet van mij soude maecken. Sulcke woorden ben ick gewent ende ontstem (?) mij daer niet in. Tegen zijn vader10 had hij geseyt te wenschen mijn restablissement ende dat ick daernae hyer als ambassadeur mochte worden gebruyckt, dat hij meende, dat wij wel goed te samen soude doen; hij doet in absentie van monsr. d'Arbaut11 alle d'affaires estrangères. Boutard12, secretaris van d'Espesse13, heeft geweest bij de Hayes14; seyt, dat zijn meester met alle vermogen wil helpen hem bevorderen tot de successie van zijn ampt. Wil Arsens15 spreecken om aen Villauclercqs te seggen, dat Baugy16 niet en sal aengenaem zijn: hij, de Hayes, is contrarie zeer wellecom. Doch monsr. de la Villauclercq seyt, dat dye recommandatie eer quaed soude doen dan goed. Boutard presenteert oock nae 't leger te reysen om de saeck te vorderen. Ick meen, dat Puyssieux17 oock aen Chasteauneuf18 sal schrijven in faveur van de Hayes, alsoo men seecker houdt, dat Hauterive19 daer niet om en denckt. 't Comt uyt het huys van den ambassadeur van Spaignie20, dat den marquys Spinola21 soude opgehouden worden in Spaegnien, waerover denselven ambassadeur bedroeft is. Dye dit geseyt heeft is een medicijn, eertijds aen de coninginne22 alhyer gedyent hebbende ende nu dyenende aen denselven ambassadeur. Spinola, zyende de gesoncken schepen in de haven van Rochelle, seyde, dat hij nu bij 't ooge sagh een saeck, daer hij wel op gedacht had, dan met twijffeling, dat Bergen op Zoom bij hem te becomen was. Van de Engelsche vloot hebben wij noch niet seeckers dan den cardinael23 houdt hem wel geprepareert. Wij doen allegader onse gebyedenisse.
292
Den XXII April XVIcXXVIII daegs voor mijne geboorte24.
UE. dyenstwillige broeder
H. de Groot.
Onder anderen wordt hyer oock niet goedgevonden, dat onse ambassadeurs soo zeer haer grootheyt houden sonder de commissarissen25 ofte anderen te begroeten.
Adres: Mijnheer Mijnheer Reigersberg, raidt in den Hoogen Raide in Hollant. In 's Gravenhage. 22 April.